Ik had een potentiële klant aan de telefoon, vandaag. We kenden elkaar niet maar ik had wel eens, lang geleden, met een collega van hem gesproken.
Ik beloofde hem wat informatie op te sturen en vertelde dat het volgende week ging worden omdat ik naar de VS ging voor een paar dagen. Vrienden opzoeken, omdat ik daar gewoond heb.
Oh, wat leuk, zei hij. Waar?
Chicago!, zei ik.
Oh, wat leuk, zei hij, ik ben zelf net terug uit de VS, heb er vier jaar gewoond.
Oh, wat leuk, zei ik. En waar woon je nu?
Wassenaar, zei hij.
Oh, wat leuk, zei ik. Ik ook. Heb je ook kinderen?
Ja, zei hij. Ik vroeg naar welke school ze gingen.
Die-en-die, zei hij.
Goh, da’s toevallig, zei ik.
In welke klassen zitten de jouwe? vroeg hij.
Ik vertelde het hem.
Mijne zit ook in die klas, zei hij. Hoe heet hij of zij?
T., zei ik.
T?! zei hij? Dan heb ik je vanochtend gezien. Ik kwam uit die auto voor je en ik was die man waar T. naar toe rende toen jij hem riep dat hij terug moest komen.
Ik was even stil. Ik dacht na over hoe hard ik had moeten schreeuwen roepen om T. terug naar de auto te krijgen.
Oh, zei ik, dan heeft T. vorige week bij jullie gespeeld!
Klopt, zei hij, ik heb met hem geluncht. En ik ben met hem terug naar huis gefietst. Dat was nog even spannend!
(T. is nog niet zo betrouwbaar op de fiets dus je moet hem goed in de gaten houden…)
Wowww. Spooky! zei ik.
(…)
Gelukkig heb ik niet al te hard geschreeuwd over die rugzak, had ik geen joggingbroek aan en heb ik vriendelijk gelachen.
PHEW.
- 50 worden: het alternatief is minder - 11 augustus 2024
- Vakantie - 1 augustus 2024
- Achieve more - 25 mei 2024
Charlotte zegt
Net zoals je nooit in joggingbroek naar de supermarkt moet voor het geval je daar een (potentiële) klant tegen het lijf loopt. 🙂