Ik had een keer een afspraak, in Amsterdam. Met een collega en een bedrijf waarmee we zaken deden. Een hip softwarebedrijf, uiteraard gevestigd in een hip pand ergens in Amsterdam. Twee trappen op en geen lift – dat soort hip.
Ik woonde destijds nog in het buitenland.
Ik was een weekje in Nederland voor afspraken.
Mijn telefoon had geen internet en ik had geen auto, dus ik was met het OV. Maar ik had de chipkaart nog nooit gebruikt dus ik was aan het stuntelen op het station. En de routebeschrijving op de website van het hippe softwarebedrijf klopte niet, dus dat leverde ook even gedoe op.
Mijn gesprekspartners woonden allebei in Amsterdam. En stonden elkaar na afloop van onze vergadering te vertellen hoe geweldig dat was.
YAY! Amsterdam! Zó geweldig!
Nu ben ik opgegroeid in een dorp tussen Haarlem en Amsterdam.
Vlakbij Amsterdam (15 min met de auto). Maar hartstikke in de provincie.
Als tiener ging ik wel naar Amsterdam, om kapotte spijkerbroeken te kopen op het Waterlooplein. Maar verder heb ik nooit de behoefte gevoeld er te wonen. Echt nooit. Zelfs niet toen al mijn studentenvrienden uit Groningen er gingen wonen. Ik ging lekker naar Den Haag. Vond ik relaxter.
Maar goed. Na de lofzang op hoe het is om Amsterdammer te zijn vertelde ik hoe ik had staan stuntelen met mijn chipcard en dat – by the way- – de bus die het hippe softwarebedrijf noemde op hun website niet meer bestond.
Tsja, lachten ze samen, maar ja, jij bent dan ook een provinciaaltje.
Ha.Ha.Ha.Ha.
Ik vond het niet zo lollig.
‘Provinciaals’ is in de mond van dat soort ‘Amsterdammers’ een woord voor mensen die snel onder de indruk zijn, en zich ‘dorps’ gedragen, onwerelds zijn.
Het ironische was dat zij dat in mijn ogen juist kortzichtig en onwerelds waren met hun verhalen over Amsterdam. En niet alleen omdat ik op dat moment in Istanboel woonde, daarvoor in (de buurt van) Chicago en daarvoor in Boedapest. Échte wereldsteden, die me hadden doen realiseren dat Amsterdam mondiaal gezien een dorp is.
Maar ook omdat ik door al die internationale ervaring was gaan zien hoe fout het is om anderen te veroordelen op basis van waar ze vandaan komen. Om je te gedragen alsof je meer bent dan iemand anders vanwege de keuzes die je hebt gemaakt in het leven en de kansen die je hebt gekregen. Hoe stom het is om meningen te hebben (en te ventileren) over mensen, plekken en culturen waar je helemaal niets van weet. Niet verder kijken dan je neus lang is, zeg maar.
Dat is nou precies wat ík onder ‘provinciaals’ versta.
We zijn inmiddels 4 jaar verder.
(ik heb er over geblogd, die ervaring, dus ik weet precies wanneer het was!)
Ik heb beide mensen nooit meer gezien.
En ik ben teruggekeerd naar ons provinciale, prachtige Nederland. Naar een dorp in de randstad. Zonder treinstation. Tussen de weilanden.
Dit provinciaaltje is erg gelukkig, in de provincie.
- Blog of column? Over wat je wel en niet mag bloggen van jezelf - 24 maart 2025
- Raar - 23 maart 2025
- Zonder - 22 maart 2025
Hoera! Leve de provinciaaltjes…
YEAH.