Ik kwam terug van een afspraak vanochtend, parkeerde tegenover het huis van de buren, stapte uit de auto, en hoorde een kat heel zielig miauwen.
Hij klonk vlakbij en hij klonk zó zielig, zó klagelijk, dat ik op mijn knieën ging zitten om onder de bosjes van de buren te kijken. Ik liep zelfs de tuin in. Het is het huis naast dat van mijn directe buren. Het wordt momenteel verbouwd.
Het leek net alsof het ophield en verderop doorging, in de tuin van het huis ernaast, even zielig. Dus ik liep die tuin in. Maar ik zag niets.
Dat huis staat ook leeg en wordt ook verbouwd, toevallig.
En toen hoorde ik het weer. En toen keek ik omhoog. En toen zag ik hem.
Onze kat.
Gek he. Ik reageerde op een heel hard, heel zielig miauwende kat. Maar ik had niet door dat het de mijne was.
Hij wel dat ik het was, denk ik.
Toen ik opkeek en hem riep rende hij naar beneden om voor het raam beneden klagelijk door te miauwen.
Ik rende naar huis, gilde tegen F. dat ik August (zo heet’ie) gevonden had bij de buren en rende terug. Ik greep het katteeten dat ik in de auto had liggen omdat we telkens meldingen krijgen van mensen die hem ergens gezien hebben.
Toen ik bij de voordeur stond met F. en brokjes door de brievenbus gooide en tegen de kat praatte, deed de buurvrouw van daar weer naast de deur open. Ik heb net naar de eigenaren gebeld! zei ze.
Ze hoorde al weken een kat miauwen. En ze zag hem af en toe ook. Er was drie weken lang keihard gesloopt en verbouwd door de aannemer.
Hij was vast via het kattenluikje in de achterdeur naar binnen gekomen, dachten ze, maar daarna was dat dichtgemaakt. Dus hij kon er niet meer uit.
Maar als die weg waren, zag ze de kat vaak zitten. Hij zat soms te eten van het eten van de aannemer.
Iedere keer dat ze hem zag en de eigenaren belde om hem uit het huis te komen halen, konden ze hem nergens vinden. Ze zochten iedere keer het huis van boven tot onder af, maar zagen hem nergens. De enige mogelijkheid was een ruimte op zolder, of de kruipruimte die vaak openstond (maar ook een tijdje niet! pfff).
Het erge is dat ik, toen hij net kwijt was en ik af en toe een rondje deed door de buurt en hem riep, dacht dat ik hem hoorde mauwen. Het leek vanaf het dak te komen. En daar zag ik niets. Ik kon het ook niet goed horen en ik dacht dus dat ik me vergiste. Dat ik hem zo graag wilde vinden, dat ik dácht dat ik hem hoorde.
Twee mensen zijn aan de deur geweest omdat ze dachten dat ze hem zagen. En een keer zijn we met zaklantaarns en eten naar de andere kant van het dorp geweest omdat iemand dacht dat hij daar gezien was.
En al die tijd zat hij drie huizen verderop.
De eigenaar was al onderweg, omdat de buurvrouw de kat weer gezien had en ze van plan waren om hem voor eens en voor altijd te vinden. Toen de deur open ging en ik naar binnen liep en hem riep, kwam hij de trap af. Hij is heel schuw (trauma als kitten) dus dat was al tekenend.
Sinds hij terug is, wil hij opgepakt worden (vroeger nooit!), knuffelen en bij ons zitten.
Hij is graatmager en zit onder het stof. Zijn neusje zit vol met zwart spul. Maar de dierenarts denkt dat hij vanzelf zal aansterken.
Een echt kerstverhaal.
Mooi wel he?
- Inspiratie - 14 februari 2025
- Mac - 13 februari 2025
- Just do it - 12 februari 2025
Ach wat zoet! August back in december. Gezellige dagen samen!
Zo had ik het nog niet gezien! August in December. :))
Geweldig. Wat een prachtig kerstverhaal met een bijbehorend happy end. Fijn dat jullie weer compleet zijn.
Prachtig kerstverhaal en dito cadeau, Elja. Geniet er samen van!
Dankjewel! Het gaat goed met hem!