Ik lag in de hangmat bij vrienden hier in Evanston, waar we tot vorige zomer woonden. Ik lag te denken hoe mooi het hier is en dat het toch echt een van de mooiste plekjes is om te wonen. Zo groen, mooie huizen, goede scholen, een prachtige community, leuke winkels en restaurants op loopafstand. En zo groen, had ik dat al gezegd? Alsof je in een Amerikaanse film loopt.
Eerder die dag keek ik met een andere vriendin naar plaatjes van het huis van Ellen Degeneris (als je dat zo schrijft?). Een of andere prachtige ranch, tot in de puntjes verbouwd en gemeubileerd. Hoe zou het zijn om zo te wonen, verzuchtten we. Maar, zei ik, jij woont al zo mooi en in een van de mooiste buurten die je je voor kunt stellen.
Ik maakte uit haar opmerking op dat zij nog wel wat dingen kon bedenken die ze anders zou willen.
Al liggende in de hangmat dacht ik aan het boek dat ik aan het lezen ben: ‘Different: escaping the competitive herd’. Ergens gaat het over de ‘hedonic threadmill’. Wat zoveel wil zeggen als – mits ik het goed begrijp – dat wij mensen de neiging hebben om minder blij te zijn met wat we nu hebben dan we dachten dat we zouden zijn gisteren, toen we het nog niet hadden en het begeerden.
Toen ik hier woonde en hier iedere dag over straat liep, ging er geen dag voorbij dat ik niet dacht ‘Sjonge, wat is het hier toch mooi.’. Of als ik onze veranda opliep dat ik het gaaf vond dat we een veranda hadden.
En toen dacht ik: dát is het geheim van de expat.
Dat niets gewoon is. Dat je weet dat het voorbij gaat en daarom bewuster geniet van wat je hebt. En dat het toch nooit van jou is, want je woont in een huis van iemand anders dat je je zelf nooit zou kunnen veroorloven op een plek die je je niet zou kunnen veroorloven met een dure auto die je zelf nooit zou kunnen kopen.
Zelfs boodschappen doen wordt nooit gewoon. Zelfs als je gewend bent, is boodschappen doen verbonden met die eerste keer dat je boodschappen deed en ontdekte dat ze in Turkije meestal geen bleekselderij hebben en dat Tejfol in Hongarije geen yoghurt maar zure room is en dat ze in Hongarije ECHT met de seizoenen meekoken en dus ECHT geen paksoi hebben.
Het geheim van de expat is dat het dagelijkse leven nooit ‘gewoon’ wordt, nooit een sleur. Dat is het verslavende, denk ik. Je zit niet snel in je huis te denken: dit en dit zou ik anders willen. En trouwens, na 3 jaar verhuis je weer. Krijg je weer een heel nieuw huis dat je je nooit zou kunnen veroorloven. 🙂
- Yogamatje - 20 mei 2023
- Aiiiiiiiiiii - 11 mei 2023
- Anoniem bloggen bestaat straks niet meer echt - 3 april 2023
Geef een antwoord