Vanavond stond ik te wachten op de bus naar huis, op het busstation.
Ik heb een hekel aan busstations.
Of misschien alleen aan die van Den Haag CS. Ik ken eigenlijk geen andere.
Het is een deprimerende plek. Ongezellig. Grauw. Er staat altijd iemand naast je te roken (bah). Het is er altijd donker. En iedereen is stil. Onder een deken van asfaltkleurig zwijgen. Brrr.
Altijd als ik er ben, moet ik denken aan mijn tijd als stagiaire bij een chique Haags advocatenkantoor, vlakbij het station.
Ik logeerde die twee maanden doordeweeks bij mijn vader en stiefmoeder in Wassenaar. En aan het einde van de dag, als ik de bus uitstapte (dezelfde die ik nu naar huis neem) en de 5 minuten naar hun huis liep en de deur open deed, was ik zo, zo blij. Dan stond er iemand die blij was me te zien, was er warmte en eten en iemand om mee te praten.
Dat was op mijn stage wel anders.
De gewoonte was, op het advocatenkantoor, om studentstagiaires aan een tafel in de bibliotheek te zetten. Helemaal achterin. Als advocaten dan iets uit te zoeken hadden, gingen ze daarheen om je een opdracht te geven. Meestal hadden ze meerdere stagiaires, maar ik was het grootste gedeelte van die twee maanden in mijn eentje.
Dat lag aan mijzelf. Je moest op zoek gaan naar werk! Vrienden maken! Het scheen dat je gewoon binnen kon lopen bij de advocaten. Er was, scheen, een ‘open door’policy’. Maar ik durfde dat niet. Advocaten die honderden guldens per uur kostten, zo maar storen met mijn onzinpraatjes.
Toegegeven, op een gegeven moment waren er een paar leuke advocaten die me wisten te vinden voor opdrachtjes in hun computerdatabase (verrassend!). Maar dat was alleen af en toe.
Er was helaas ook niemand die aan me dacht tijdens de lunch. En als ik dan toch naar beneden ging, de kantine in, wist ik niet aan welke tafel ik moest gaan zitten. Vreselijk, vreselijk.
Ik denk dat ze vonden dat Echt Talent zichzelf moet kunnen redden.
(wat een onrealistische verwachting is, als het gaat om zulke inhoudelijke experts, by the way, niet dat ik dat slim genoeg was om daar aangenomen te worden, maar er zaten daar een heleboel hele, hele slimme mensen).
Hoe dan ook. Daar zat ik dan.
De enige reden dat ik daar überhaupt zat, was dat ik van gestresste huisgenoten had begrepen dat ‘het moest’, een stage op je CV, wilde je nog een baan kunnen krijgen. In blinde paniek was ik dus ook op stage gegaan. Dat was niet iets standaards, voor rechtenstudenten.
(voor de CV heeft het inderdaad geholpen, die stages. En voor het inzicht in mijn toekomst ook. Het grootste inzicht kwam in de laatste week toen ik mee mocht naar een rechtszaak, een ontslagzaak waar wij de werkgever vertegenwoordigden. Toen wist ik zeker: ik zal nooit advocaat kunnen worden. Want uiteindelijk gaat het bijna altijd over ruzie en onenigheid. Dat gaat me niet lukken, objectief blijven.)
Nee, het was niet leuk.
Mijn dagen waren gevuld met stilte.
Er waren dagen dat ik eigenlijk niemand sprak behalve de bibliothecaresses. Maar die hadden niets met mij te maken en zaten er, begrijpelijk, niet op te wachten om zo’n student die er maar heel even was, onder hun vleugels te nemen.
Een vriend van mij is er later gaan werken. Ik had mijn twijfels maar moest toegeven dat hij er erg goed paste. En als je er als advocaat binnenkwam, was het natuurlijk heel anders. Hoefde je niet sneu in je eentje in de bibliotheek te zitten, twee maanden lang.
Brrrr. Wat was ik blij als ik de bus uitstapte en naar huis liep in de frisse lucht en de deur openging en ik gezellig aan tafel kon zitten met mijn familie en kon kletsen. Net als vanavond, dus. Alleen had ik vandaag WEL een leuke dag met WEL leuke collega’s.
Maar toch…dat busstation…mwah.
- 50 worden: het alternatief is minder - 11 augustus 2024
- Vakantie - 1 augustus 2024
- Achieve more - 25 mei 2024
Ruth zegt
Het busstation als trigger… En wat een ervaring zeg, dat is meer vormend dan dat je toen dacht waarschijnlijk..
Elja Daae zegt
Ja he? Denk het ook, dat vormende. Grappig he. Makkelijk praten als je terugkijkt, maar als je het ervaart is het anders.