- Yogamatje
De bladeren aan de bomen
Zie ik op zijn kop
Ik zie ze hard bewegen
En weet: de wind steekt op
Ik volg de bladerschaduw
Naast me op de grond
Ik zoek naar de verstilling
Maar voel vooral beton
De wereld blijft bewegen
Geen stilte in de wind
Misschien moet het wel stormen
voordat je stilte vindt
Creatieve schrijfoefening tijdens het ‘solutions journalism’ weekend van Sanne Breimer. Het thema was ‘Enjoyment’.
- Aiiiiiiiiiii
Foto: Darshni Priya MS via Unsplash Wat ik vind van ChatGPT, vroeg iemand me. En of ik daar nog over ging bloggen. Ai, dacht ik. Aiiii!
Ik ben namelijk al een tijdje aan het twijfelen over die vraag.
En niet omdat ik niets te zeggen heb over AI.
Of over ChatGPT!
Integendeel.
Tegenwoordig houd ik me de hele dag met niets anders dan met AI. Niet met het bouwen van AI of het beoordelen van AI of het bedenken van AI. Maar met het werken aan beleid over AI.
Of liever gezegd het coördineren van beleid over AI. Of, nog beter gezegd, het me laten coördineren bij het coördineren van beleid over AI want ik moet nog veel leren over het coördineren van beleid. Al dan niet op het gebied van AI.
Anyway.
Waar ik jaren geleden opeens niet meer vrijuit durfde te bloggen omdat mijn zakenpartner het tijdverdrijf vond tenzij het iets te maken had met onze nieuwe business, durf ik nu ook niet meer echt vrijuit te bloggen.
Ik bedoel, je weet nooit wie er meeleest, he.
Misschien wel al die mensen en bedrijven die we proberen te coördineren! Dat zou wat zijn. Dat ze dan mijn
uitgesprokenzeer genuanceerde meningen lezen.Als kersverse ambtenaar rijst ook de vraag: mag ik mijn mening nog verkondigen over iets waar ik eigenlijk niet over ga? Omdat
- WE er over gaan (directe collega’s)
- WE er over gaan (het Ministerie)
- WE er over gaan (alle departementen, afdelingen, uitvoeringsinstanties en organisaties met wie we beleid maken)
- WE er over gaan (de mensen die jij en ik hebben verkozen)
- WE er over gaan (de maatschappij die we vertegenwoordigen)
Het gaat niet om mijn mening. Zo simpel is het.
Tegelijkertijd heb ik mijn prachtige carrière als zelfstandige aan de wilgen gehangen juist omdát ik een mening heb over AI. Omdat ik vind dat er dingen moeten gebeuren. Omdat ik een beetje gek word van de hype aan de ene kant en de doom-scenario’s aan de andere. Omdat ik de discussies eenzijdig vind. Omdat ik vind dat er een tussenvorm nodig is: AI met duidelijke regels en etische kaders die ons mogelijkheden opleveren waar iedereen (dus echt iedereen en niet alleen een klein groepje) iets aan heeft.
(op zich is dat ongeveer wat WE vinden … dat scheelt een hoop)
(maar toch)
Iemand zei, in reactie op mijn nieuwsbrief over mijn nieuwe baan en de vergelijking met mijn oude leven, dat hij er niet aan moest denken om ooit weer in loondienst te gaan.
Waarop ik antwoordde: tenzij je je droombaan voorbij ziet komen.
Blijf ik bij.
Alleen is de vraag: kan ik er over bloggen?
???
- Anoniem bloggen bestaat straks niet meer echt
bron: unsplash Stel, je bent al jaren lang aan het bloggen of anderszins aan het publiceren. Je bent bijvoorbeeld een columinst voor de krant of een auteur met vele boeken op haar naam. Bereid je dan maar voor op een nieuw scenario: binnenkort kan jouw unieke stijl niet alleen nagebootst worden, maar ook herkend.
Zoals je misschien weet is een systeem als ChatGPT gebaseerd op een LLM, een large language model.
Dat bestaat uit een AI-systeem dat uit belachelijk grote hoeveelheden online teksten een database heeft opgebouwd. Die wordt gebruikt als ’trainingsdata’ op basis waarvan het systeem leert voorspellen welke woorden bij elkaar horen.
Als je chatGPT een vraag stelt, bestaat het antwoord uit de meest plausibele combinatie van woorden die het systeem kan voorspellen. Op basis van die miljoenen (?) pagina’s webteksten die het systeem ‘geschraapt’ heeft.
Zonder toestemming.
Maar dat is misschien nog niet het ergste.
We know who you are
In de podcast Dithering, een podcast van tech analist Ben Thompson, kwam een raar fenomeen ter sprake: chatGPT kon zijn stijl herkennen.
Schijnbaar had iemand drie alinea’s van een van zijn recente teksten door ChatGPT gehaald en gevraagd door wie die alinea’s waren geschreven. En het systeem kon dat herkennen (of eigenlijk: voorspellen):
Het opmerkelijke is niet alleen dat het systeem weet wie de tekst geschreven heeft – en dat de trainingsdata die GPT-4 heeft gevoed kennelijk de teksten van Ben heeft bevat (anders kon het deze stijl niet duiden).
Het opmerkelijke is dat dit systeem, dat getraind is met teksten die tot en met 2021 van het web geschraapt zijn, toch de stijl van de auteur herkent in teksten uit 2023.
Je kunt zeggen: wauw!
Maar ik zeg: brrr.
Technologie achterhaalt anonimiteit
In gesprekken met mensen over ChatGPT en generatieve AI, merk ik dat vrijwel niemand mijn zorg als blogger en auteur begrijpt.
Maar laten we eerlijk zijn: vrijwel niemand die ik spreek heeft een website met meer dan 2400 pagina’s tekst uit eigen hand online staan. En daarnaast ook nog eens duizenden tweets, Instagramberichten en LinkedIn posts gepubliceerd.
Niet om het een of ander, maar ik heb online een enorm gedachtegoed staan. Niet dat ik er van uitgang dat iemand het leest. Maar het staat er wel, in de publieke ruimte.
Dat betekent dat ik heb ervaren wat het is om publiekelijk je gedachten te delen, jaren en jaren lang. Om gevonden te worden in zoekmachines door mensen die antwoorden zoeken (maar je naam niet kennen). Om je geld te verdienen met je schrijfstijl (boeken, blog, social media berichten, nieuwsbrieven).
Het is een fundamentele shift, als wat je dacht dat jou uniek maakte door een gratis systeem gratis en zonder toestemming gekopieerd kan worden, voor en door wie dat maar wil. Als de technologie iets dat belangrijk voor je was – je authenticiteit – doet verdwijnen.
En het betekent feitelijk ook nog eens dat je eventuele anonimitiet verdwijnt.
(nogmaals: ik heb gelukkig niet stiekem een anoniem blog of Instagramaccount)
Technologie zorgt voor een situatie die ondenkbaar is en die we niet hebben kunnen voorzien op het moment dat we besloten tot een bepaalde koers.
Dat zag je met de anonieme of geheime Instagram accounts (‘finsta’s’) die plotseling werden aanbevolen door Instagram onder de vriendenkring van de eigenaren van die accounts.
Dat zag je met spermadoneren die dachten dat hun biologische kinderen hen nooit zouden kunnen ontdekken (en/of waarvan de ouders dachten dat de herkomst van hun kineren altijd geheim zou blijven). En die nu gevonden worden via commerciële DNA-databases.
Dat zie je aan de manier hoe TikTokkers deze mevrouw uitdagen om achter hun persoonsgegevens te komen met als startpunt hun anonieme TikTok accounts (hint: ze heeft ze zo gevonden).
De techniek kan soms onrechtvaardige situaties oplossen en rechtzetten.
Maar de techniek kan ook ongewenste gevolgen hebben.
Wat is daar nou zo erg aan?
Mijn blog bestaat uit duizenden pagina’s aan tekst. Mijn tekst. Mijn ideeën. Mijn gedachten. Mijn tijdsinvestering. Mijn intellectuele eigendom. Mijn positie in de zoekmachines.
Die heb ik altijd gratis en voor niets met de wereld gedeeld. Wie de moeite nam om mij te zoeken, kon er kennis van nemen.
Het idee dat de hele wereld – iedereen die het geld heeft en de computercapaciteit – mijn blog kan scrapen om een systeem te trainen om teksten te herkennen en te genereren, is al vrij irritant. Omdat ik er niets over te zeggen heb en niet kan bewijzen dat mijn blog als input is gebruikt. Laat staan dat ik deel in de opbrengsten van dat systeem.
Maar dat mijn gratis gescrapte content dan ook nog gebruikt kan worden om mijn schrijfstijl overal te herkennen, zelfs als ik ergens anoniem zou publiceren of reageren; en iets te genereren in mijn stijl … dat is toch wel beklemmend te noemen.
Misschien dat je dat alleen begrijpt als je iets te verliezen hebt.
Dubbel
Ik zit er dubbel in, natuurlijk. Ik heb oog voor zowel de kansen als de bedreigingen van AI, inclusief generatieve AI. Moet ook. Is mijn werk.
En dat is ook echt zo: ik zie ze allebei, die kansen en die risico’s. Daarom ben ik dat werk uberhaupt gaan doen.
Maar toen ik dat verhaal van Ben hoorde, schrok ik.
Als ik heel eerlijk ben zou ik deze hele website on-scrape-baar willen maken. Met terugwerkende kracht.
Ook al is dat misschien niet sociaal.
En ook al gun ik de wereld goede, mensgerichte, ethisch ingerichte AI-systemen die fantastische dingen kunnen met al die (Nederlandstalige) LLM’s.
Dubbel, is het.
- Is bloggen werk?
lapland, maart 2023 Ik heb een middag vrij.
Nou ja, techinsch gezien een halve middag, want ik ben net thuis van een zakelijke lunchafspraak die meer een werkafspraak werd en nu is het al half drie. Maar emotioneel gezien heb ik een middag vrij.
Officieel heb ik iedere twee weken een dag vrij. Maar dat had ik niet zo door. Dus heb ik gewoon vakantiedagen opgenomen en weet ik nu niet precies wat ik met al deze niet-ingeroosterde-roostervrije dagen moet doet.
Behalve dan 1 ding.
Want wat doe je als je tijd hebt?
Bloggen natuurlijk!
Je werk is je werk
Voordat ik een kantoorbaan kreeg van 36 uur per week, beschouwde ik bloggen en LinkedInnen als vast onderdeel van mijn werk.
Als zzp-er en als expert is het belangrijk om je kennis te blijven delen. En als je expert bent in bloggen en social media is het logisch dat je er ook actief mee bezig bent.
Maar als bloggen geen onderdeel van je werk is, wanneer doe je het dan?
Want bloggen kost tijd. LinkedInnen niet perse maar het kost wel mentale energie. En ook daar heb ik niet veel van over, sinds ik begon met Werken.
Vroeger, toen ik iedere dag blogde, blogde ik vaak ‘savonds op de bank. Minder TV, meer output.
Tegenwoordig ben ik al blij als ik kan bijdragen aan de avondmaaltijd OF de afwas (of/of mensen!). En daarna stort ik in mijn luie stoel.
Mijn facturen, belastingen, cursussen, blogs, nieuwsbrieven en andere dingen schieten er bij in. Zelfs mijn voornemen om dit jaar WEL in februari te starten met het voorzaaien van bloemen en groenten is niet gelukt.
(Gelukkig kun je komkommerplantjes ook gewoon kopen, zullen we maar denken, en heb je aan twee plantjes in je kas een overvloed van komkommers weet ik inmiddels.)
(tomaten zijn anders, daar kun je er heeeeel veel van gebruiken dus die ga ik alsnog opkweken denk ik)
Maar even serieus: ik concludeer dat het lastig is, bloggen EN werken, als bloggen niet meer je werk is.
Het kan ook anders
De oplossing lijkt te zijn dat ik bloggen ga beschouwen als onderdeel van mijn werk.
Eerlijk gezegd iets dat binnen mijn werkomgeving wordt aangemoedigd. En ook echt belangrijk is, als je het mij vraagt.
Ambtenaren zoals ik (AMBTENAREN ZOALS IK!! LAS JE DAT???) zouden best wat meer mogen vertellen waar ze mee bezig zijn.
Maar ja.
Moet het dan ook over werk gaan? Mag ik anders wel onder werktijd bloggen? En wat als ik gewoon wil bloggen over niet-bloggen?! Telt dat ook?
Goede vragen, lijkt me. 🙂
En toch ben ik opeens aan het bloggen.
Ruimte
Kennelijk voelde ik op het moment dat ik vroeg thuis kwam opeens ruimte.
Vroeg thuis + het gegeven dat ik officieel vrij ben. En dat mijn kinderen nog niet uit school zijn en F. op stap is. Dat is ruimte.
Ik heb veel geblogd over het begrijp ‘ruimte’, in het verleden. Hoe belangrijk het is om ruimte te hebben in je hoofd als je creatief wilt zijn. En hoe soms ook de fysieke ruimte om je heen mee kan spelen.
‘A room of one’s own’ is nog steeds waar (lees maar).
Fascinerend hoe dat werkt.
Ik had zelf het idee dat het misschien gewoon was opgedroogd, mijn blog- en LinkedInzin. Maar kennelijk was het meer een kwestie van mentale ruimte en agendaruimte.
Creatieve ruimte.
Lekker hoor, ruimte. En roostervrije middagen.
Als je ze dan eindelijk opneemt!*
* Dat ligt volledidg aan mij en niet aan mijn werkgever. Ik ben gewoon net iets te enthousiast in het diepe gesprongen en er vol in gegaan zonder goed te kijken naar die roostervrije dagen en wanneer ik die kon inplannen. Maar voor de zekerheid ben ik ook maar geswitcht naar 40 uur ipv 36 want als je ze dan toch niet opneemt en het lekker vindt om overal bij te zijn, kun je maar beter realistisch zijn.
- Afronden is een gek proces
Ik heb een nieuwe baan. En de eerste werkdag komt steeds dichterbij (MORGEN!). Ik moet er wel een beetje aan wennen. Het is heel gek om mijn bedrijf af te ronden, vooral omdat ik een half jaar geleden nog niet had kunnen denken dat ik dat ging doen.
Ik merk dat mijn mindset begint te veranderen. Dat is het gekste. Dat ik bij heel veel dingen denk: dat hoeft niet meer. En dat ik dan een soort van opluchting voel.
Dit hoeft niet meer
Zo heb ik mijn Facebookprofiel bijgewerkt. Ik hoef niet meer te bewijzen dat ik verstand van Facebook heb of vindbaar te zijn op Facebook. Dus ik kan mijn persoonlijke profiel helemaal dichtzetten en afschermen. Inclusief de optie om mij te ‘volgen’.
Ik heb ook mijn privé-Instagram op privé gezet. Onvoorstelbaar was dat voor mij, de afgelopen jaren. Ik had natuurlijk een business account met contactknop en statistieken! Alles open! Alles onderdeel van het totaalplaatje!
Maar nu denk ik: doeiiiii, spammers. Ik plaats mijn foto’s toch alleen voor de lol, zonder hashtags, dus waarom zou ik nog moeilijk doen? Mijn Instagramgrid is mijn persoonlijke hobby en verder gaat het alleen om de DM’s. En daar heb ik geen business account voor nodig.
Zelfs LinkedIn voelt anders. Wat ga ik daar nog delen? Wat zet ik in vredesnaam in mijn kopregel? Kan ik nog zo maar liken wat ik wil? En wat ga ik daar nog delen eigenlijk?
Ontvolgen is een kunst
Ik ben ook door de lijst met pagina’s gegaan die ik volgde op Facebook. Honderden, waren het er. Ik kwam tientallen opdrachtgevers tegen. En grote merken die ik altijd gebruik als voorbeeld in mijn presentaties. Allemaal ontvolgd. Voelt heel stout.
(bovendien is mijn Facebook feed nu echt he-le-maal niet meer interessant. goede reden om er niet meer te komen ;))
Op LinkedIn bleek ik 909 bedrijfspagina’s te volgen. Heel veel opdrachtgevers, maar ook hun branchegenoten en concurrenten.
Op zich prima, maar dat hoeft niet meer. Dus ook daar ben ik radicaal gaan ontvolgen.
Ik ben ook bezig met het opzeggen van abonnementen. Later en Canva heb ik niet meer nodig, althans niet de betaalde versies. MS Teams en Zoom ook niet meer. LinkedIn Premium heb ik opgezegd.
En ik heb dus Google Analytics verwijderd van mijn site. In het kader van, waarom zou ik dat nog gebruiken?
Grote schoonmaak, is het.
De wereld wordt opnieuw gerangschikt
Er zijn ook andere rare dingen. Dingen waar ik nooit rekening mee hoefde te houden en die nu opeens gaan spelen. Want als je gemiddeld twee keer per week een workshop geeft, heb je de flexibiliteit om dingen te doen als boodschappen doen tussendoor, je kinderen herinneren aan hun sporttraining, het maken van tomatensaus voor de lasagna die uren moet sudderen, af en toe op school te helpen en pakketjes voor de buren aan te nemen.
De vraag is nu hoe het thuis gaat met de boodschappen die de AH op een vaste dag komt brengen.
Of de vraag wat ik aanmoet met stakend streekvervoer. Want ik ga voortaan met de bus. Of de fiets dus, als het aan mijn kinderen ligt, die me de ervaring van een half uur naar je werk fietsen wel gunnen.
En hoe zit dat met salaris? Opeens realiseerde ik me dat ik feitelijk een maand zonder inkomen ben. Want ik krijg natuurlijk pas salaris aan het einde van mijn eerste maand. Gelukkig heb ik nog wat facturen te versturen en een fijne spaarpot na een heel goed zzp-jaar.
‘En hoe laat moet je dan beginnen?’, vroegen mijn kinderen. ‘Hoe laat vertrek je in de ochtend?’, vroeg mijn man. ‘Wat doe je met je woensdagochtend zwemtraining-om-half-zes?’, vroeg iemand. ‘Hoe laat ben je dan thuis mama?’, vroeg mijn jongste. ‘Kunnen we volgende week iets afspreken?’, vroeg een vriendin.
Ik moest ze het antwoord schuldig blijven.
Gelukkig zijn mijn kinderen meer en meer gewend om dingen zelf te doen, kunnen ze alledrie koken, weten ze inmiddels zelf wel of ze hun gymtas ‘sochtends mee moeten nemen, denken ze heus wel aan hun sporttraining en nemen ze steeds vaker de boodschappen aan (en ruimen ze die ook nog eens op, als het meezit).
En verder heb ik geen idee. Het is echt een sprong in het diepe.
Al met al moet ik even wennen
Sommige mensen reageren op mijn nieuws dat ik in loondienst ga met ‘oh wat heerlijk voor je, die vastigheid!’.
Maar ik moet daar van binnen een beetje om lachen. Want de vastigheid is voor mij juist het spannende.
Ik sta op de rand van iets en weet niet wat er aan de andere kant ligt.
Maar zin heb ik zeker!
PS Met dank aan Frank die me het duwtje gaf om dit allemaal toch even te bloggen 🙂 Want blogs mogen chaos zijn.
- Blog het proces
Een vriendin van mij maakt een carrièreswitch, net als ik. Maar anders dan ik wordt ze zelfstandig ondernemer. Toen ik haar vroeg of ze al aan het bloggen was geslagen, zei ze nee. Ze had nog niet de juiste bewoordingen, vond ze. Maar dat is juist hét moment om te gaan bloggen.
Toen ik al een tijd enthousiast blogde en werkte voor een groot marketingblog, deed ik wekelijks mee met de Amerikaanse twitterchat voor bloggers, #blogchat. Heel leuk en veel van geleerd. Sterker nog, het heeft mijn leven denk ik totaal veranderd. Maar dat wist ik toen nog niet.
Hoe dan ook, na verloop van tijd was er een nieuwe blogger die die trouw deelnam aan die chats. Ze was nog maar net gestart met bloggen, maar had duidelijk haar passie gevonden. Ze blogde over alles wat ze leerde op het gebied van bloggen.
Ze was niet de enige die dat deed. Ik zelf deed dat ook. En er waren destijds al een paar mensen die een goedlopend bedrijf hadden opgebouwd met bloggen over bloggen, waaronder Problogger.com. Bestaat nog steeds! En er waren heel veel mensen zoals ik, die bloggen gewoon heel leuk vonden en er meer hobbymatig mee bezig waren.
Hoewel ze eigenlijk een beginner was, kwam ik haar niet zo heel lang daarna tegen in de vermeldingen van de sprekers op een congres. Als ‘blogexpert’. Ik moest een beetje lachen, eerlijk gezegd. Misschien was ik wel een beetje jaloers ook. Zo lang blogde ze tenslotte nog niet.
Toch had haar blog haar tot een expert gemaakt.
En ze is niet de enige die de afgelopen 15 jaar haar authoriteit heeft weten te vestigen als expert door te bloggen. En door daarmee te starten, lang voordat ze een expert was.
Er zijn talloze voorbeelden van bloggers die nu kunnen leven van hun kennis, als auteur, als mensen met online cursussen, als sprekers, als mensen met betaalde nieuwsbriefabonnees, die allemaal begonnen te bloggen toen ze nog niets wisten over hun huidige vak. De interesse plus het openlijk delen, was genoeg.
Bloggen is een beetje ouderwets geworden, lijkt het. Maar dat is eigenlijk gek. Want online content is belangrijker dan ooit. En het wordt ook weer belangrijker dan ooit om die online content (ook) ergens te hebben staan waar alleen jij de baas over bent. Je eigen website, dus.
Het is de hoogste tijd dat mijn vriendin gaat bloggen. Daar komt het op neer.
Als je – roep ik altijd – iedere week een leuk blog zou schrijven over je vakgebied, zou je over een jaar 52 pagina’s op je website hebben vol interessante informatie. Dat is handig voor Google, handig voor je doelgroep … dat is investeren in de lange termijn.
Bovendien helpt bloggen je om je gedachten op een rijtje te zetten. Als je althans tekstueel bent ingesteld. Anders kun je maar beter gaan vloggen. Of TikTokken. Ook prima.
Mijn vriendin had bij ‘bloggen’ in haar hoofd dat ze op bekende grote vakblogs zou gaan gastbloggen. Wat heel slim is. Goed voor je aanzien en om een bepaalde doelgroep te bereiken.
Maar mijn ervaring is dat je de lat dan heel hoog legt, voor jezelf. Dat het perfect moet zijn. En dat dat verlammend kan werken.
Dus mijn advies aan haar, en aan jou als je graag als authoriteit gezien wilt worden of als je je gewoon wilt gaan specialiseren in een nieuw vakgebied of onderwerp: start VANDAAG nog met bloggen.
Schrijf over de dingen die je leest of luistert, schrijf over de vragen die je jezelf stelt, schrijf over congressen die je bij woont en dingen die je tegenkomt. Het hoeven geen lange stukken te zijn. En je hoeft ook geen antwoorden te hebben. Als je maar deelt wat je bezig houdt.
Niemand leest je nu nog, dus de drempel is laag.
En zo lang je maar niet doet alsof je alles weet maar mensen juist meeneemt in de vragen die je hebt en de antwoorden die je vindt, dan kun je het nooit fout doen.
Blog het gewoon. Ouderwets maar effectief. 🙂
- Groot.punt.nieuws 🙂
Ik ga in 2023 iets nieuws doen. Iets héél nieuws.*
Dat komt, ik deed iets raars, vlak voor de Kerstvakantie: ik solliciteerde. En werd aangenomen.
Oftewel: ik heb een Baan. In Loondienst. Vijf dagen per week. Met Collega’s en een Toegangspas en Arbeidsvoorwaaden en een Kantoor. Kortom, met alles er op en er aan. Het einde van mijn zzp-schap.
Het is me wat.
Solliciteren kun je (ver-) leren
Het was 18 jaar geleden dat ik solliciteerde. Ik ontdekte gelukkig net als veel andere mensen het grote voordeel van Canva als je je CV wilt maken. Weer eens iets anders dan Instagramsjablonen in elkaar zetten 🙂
Het was best zenuwslopend, moet ik zeggen. Omdat ik het zo lang niet gedaan had. En omdat ik het heel graag wilde.
Het was ook gewoon gek om dat proces door te maken. Zo ontdekte ik als doorgewinterde LinkedIntrainer na mijn sollicitatie pas dat je op LinkedIn ‘vaardigheden’ kunt toevoegen aan je werkervaring (en dat is slim om te doen, zocht ik voor je uit. Scroll naar het einde want het is een lang verhaal).
Ter verdediging: ik geef nooit LinkedIn-sollicitatietraingen. Dus ik had opeens een totaal nieuw perspectief.
(en nieuwe vragen, zoals: worden de sollicitaties die recruiters via LinkedIn binnenkrijgen algoritmisch gesorteerd? En zo ja, op welke factoren en in welke weging? Voor de zekerheid heb ik lekker via de website gesolliciteerd in plaats van via LinkedIn, jammer joh LinkedIn)
Maar eind goed, al goed: ik werd aangenomen.
Hoe dat zo kwam
Ik was eigenlijk al het hele jaar een beetje zoekende. Niet omdat het niet goed ging in mijn werk. Meer omdat het té goed ging in mijn werk.
Wat mijn carrière betreft: ik had nog nooit zoveel omzet, zoveel leuke cursisten, zoveel leuke opdrachtgevers, zoveel directies om te adviseren, op zoveel bijzondere plekken en met zo veel leuke mensen. Plus, ik werkte daarnaast ook nog eens als tijdelijk adviseur in het team van een bewindspersoon. En daar ging het eigenlijk *mis*.
Want toen ik na een aantal maanden het Ministerie uitliep en mijn Rijkspas moest inleveren, voelde ik me een beetje … tsja … verloren. Het was eigenlijk heel leuk om weer bij een team te horen. Als ik eerlijk was tegen mezelf had ik dat best een beetje gemist, de afgelopen 16 jaar.
Het hielp niet dat ik in de afgelopen maanden 2 keer een gesprek had met zelfstandig ondernemers die ik al heel lang kende die zich (onbewust) denigrerend uitlieten over mijn werk. Ik begrijp best dat zij niet begrijpen hoe belangrijk social media is voor organisaties en hoe gecompliceerd het kan zijn. Ik weet wel beter. Maar toch was mijn ego gekneusd. Omdat het raakte aan iets waar ik mee worstelde, denk ik.
Toen ik in augusts jarig was (48! zou het de leeftijd zijn?) voelde ik me niet happy. Terwijl ik mijn verjaardag meestal heerlijk vind. En dat ondanks al die leuke opdrachten en mensen en een topomzet, voor mijn doen.
Ik concludeerde dat ik diepgang en uitdaging miste. Dus ik ging een cursus Python doen. En een stapel LinkedIncursussen. En vervolgens een serieuzere opleiding over AI & Ethiek.
Ondertussen bleef mijn werk maar groter en groter worden met nog meer leuke opdrachtgevers en geweldige cursisten. Te veel werk om zelf te doen, zelfs. Zo tegen de herfst realiseerde ik me dat het het beste jaar was van 16 jaar als zzp’er.
Een hoogtepunt.
Het probleem met hoogtepunten
Maar weet je wat het probleem is met een hoogtepunt? Je kunt alleen nog naar beneden.
En ik wil niet naar beneden, tenzij daar iets leuks te vinden is.
Anders wil ik liever opzij.
Verbreden, verdiepen, dingen leren, meehelpen, discussiëren, nadenken, schrijven, vertellen, nieuwe mensen ontmoeten, verbeteren. Samenwerken. Collega’s. Onderdeel zijn van een team. Me vastbijten in onderwerpen. Mijn juridische en technische en abstracte brein gebruiken.
Dat zijn dingen die lastig zijn als trainer. Want als trainer zijn je cursisten er nu eenmaal niet om lekker met jou te discussiëren en je brein aan te scherpen. Als trainer ben je er voor de cursist en draag jij de kennis over. En natuurlijk wissel je ideeën uit en informatie en toepassingen en voorbeelden en natuurlijk leer je daar als trainer van. Maar ik miste iets in mijn werk. Naast het feit dat ik – realiseerde ik me – collega’s miste. En, om een populair woord te gebruiken, purpose.
Ik was ondertussen al heel lang aan het lezen over en luisteren naar hele andere onderwerpen in het kader van mijn stiekeme passie: technologie. Kansen van technologie en regulering van technologie en risico’s van technologie, het wereldwijde speelveld van de grootste technologiereuzen in de wereld en wat hun positie betekent voor de maatschappij. Hoe dingen in elkaar zitten en op elkaar ingrijpen. AI. Algoritmen. Privacy. Mensenrechten in een digitale wereld. Dat soort onderwerpen.
Dus toen een leuke oud-tijdelijke-collega me wees op een vacature op het gebied van AI en Algoritmen dacht ik: wat?
Ik? Nee joh.
Hmmm.
Hmmm!!!
En na een beetje aanmoediging van nog een paar andere leuke oud-tijdelijke-collega’s waagde ik de sprong.
Zo komt het dat ik 1 Februari begin als beleidscoördinator** AI en Algoritmen bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
En nu?
Tsja.
Het is nogal een verandering, he.
Ik ben in een soort constante staat van opperste opwinding (plus een beetje zenuwen). En dat terwijl ik me door mijn cursus voor Gecertificeerd Ethical Emerging Technologies Professional heen sla. En mijn ‘zaak’ aan het afbouwen en afronden ben.
Mijn grootste stresspunt de afgelopen weken was waar ik nou mijn leuke opdrachtgevers naar toe kon doorsturen voor hun vraag naar social media trainingen. Maar na een flinke belronde langs mijn netwerk is dat opgelost. Dus als je iemand zoekt, mail/DM/app/bel me gewoon, want ik heb een lijst met ervaren toppers die je graag helpen.
Ik heb de komende weken zelf ook nog een paar trainingen staan, waar ik extra veel zin in heb. Spannend, die laatste opdrachten.
Ik weet nog niet wat ik ga doen met dingen als de Facebookgroep (lijkt me gezellig om hem door te zetten) of mijn zakelijke Instagramaccount (twijfel ik over). Hoeft ook niet. Ik kijk het even aan. Het voelt wel rustig moet ik zeggen, dat het allemaal niet echt meer hoeft. Alleen nog mág.
En dit blog?
Ha. Alsof ik daar mee zou stoppen! 🙂
Groet,
Elja
** Eigenlijk heet het coördinator maar dat is onbegrijpelijk voor mensen buiten de overheid dus ik noem het even vrij vertaald beleidscoördinator omdat het op een beleidsafdeling is. Sorry alvast, nieuwe collega’s.
* Dit bericht verscheen eerder als nieuwsbrief. Als je de volgende keer ook al dat nieuws als eerste wilt horen, abonneer je dan vooral! 🙂 Dat kan hieronder:
- Waarom je als blogger geen Google Analytics nodig hebt (en welk ander Google product je kunt gebruiken om beter vindbaar te worden)
de ontwikkeling van eljadaae.nl 2013-2023 Gisteren verwijderde ik Google Analytics van deze website*. En toen ik daarover een bericht plaatste op Mastodon, vroeg iemand** of ik nou echt iets aan Google Analytics had gehad, al die jaren. En het antwoord is: nee. Ik schrok er zelf een beetje van 😁
Maar eerlijk is eerlijk. Hoewel ik er best wel van heb genoten al die tijd, is het echt maar de vraag of ik het nodig heb gehad. Maar toch was het even slikken om mijn hele historie te verwijderen. Ook al is het de hoogste tijd.
Waarom ik Google Analytics niet meer gebruik
Ik ga iets nieuws doen dit jaar (waarover later meer). En ik vind dat ik in deze nieuwe fase echt eens een einde moet gaan maken aan mijn Google-afhankelijkheid.
Ik switchte daarom mijn standaardbrowser naar Firefox; ik nam een betaald abonnement op privacyvriendelijke zoekmachine Neeva en maakte dat mijn standaardzoekmachine en ik probeerde de cookies van mijn blog te minimaliseren door de privacy-vriendelijke opties in alle plugins aan te zetten. Denk aan het verzamelen van IP-adressen door mijn formulierenapp, dat soort dingen.
Ik moet nog een check doen om te zien of dat nou geholpen heeft en of ik iets vergeten ben. Maar het is een eerste stap.
volgens mij is dit een nieuwe optie in gravity forms, want eerder lukte het me niet. ook al voelde het gek om IP-adressen te verzamelen van mensen die mij een bericht sturen Maar het belangrijkste was Google Analytics. Ik had al heel lang het idee dat ik daar af moest. En NIET omdat de cijfers niet betrouwbaar zijn (dat zijn dit soort cijfers natuurlijk nooit!). Maar vooral omdat ik geen zin meer heb om Google al mijn data te geven en mijn bezoekers te tracken over het web.
(het is best moeilijk om te begrijpen wat Google Analytics nou precies doet en wat we daar van moeten vinden. Maar bij concurenten als Plausible of Matomo vind je wel een lijst met argumenten, ook al zijn sommige daarvan een beetje onzin)
Ik vond het alleen best moeilijk om het los te laten.
Als zzp’er voor wie haar website zo’n belangrijke rol speelt in haar succes, haar imago, haar autoriteit en in het vindbaar zijn voor nieuwe opdrachtgevers zijn websitestatistieken belangrijk. Dacht ik altijd.
En als trotse blogger geeft het me gewoon voldoening om te zien dat ik door de jaren gegroeid ben in aantallen bezoekers en bezoeken.
Maar als ik heel eerlijk ben, was het allemaal ego.
Het ego wil ook wat
screenshot van google analytics uit 2017 Als je op dit blog gaat rondneuzen, vind je niet voor niets best wat blogs over Google Analytics. Want door de jaren heen was ik er veel mee bezig. Het was gewoon een verslaving. Ik houd gewoon van cijfertjes die echt iets betekenen. Niet van abstracte wiskunde, maar wel van statistieken die voor mij relevant zijn. Lekker een beetje bijhouden wat de groei is, wat de herkomst was van mijn webverkeer, welk artikel het best scoorde … ik heb het altijd leuk gevonden. Maar eigenlijk was het niet echt supernuttig.
Want ik gebruikte het niet eens om te kijken of ik conversie had, zoals serieuze conversiespecialisten doen.
Nee, dat gestaar naar die cijfertjes was gewoon een stukje ego (zit er groei in mijn aantal bezoekers?) en een stukje nieuwsgierigheid (komen bezoekers vanuit LinkedIn of Google? Wat gebeurt er als ik mijn home page wijzig? etc.).
Een alternatief voor Google Analytics: Matomo
mijn matomo bezoekenoverzicht sinds gisteren 🙂 Anyway. Ik vond het tijd voor een alternatief. Ik geef Google al genoeg gratis data.
Nu had ik van mijn webhost al jaren geleden geleerd dat er een alternatief is om die cijfers te krijgen: Matomo. Daarmee houd je ook webstatistieken bij, alleen blijven alle gegevens op je eigen website staan. Je deelt ze met niemand, dus je data blijft van jou.
Met Matomo:
- Heb je geen toestemming nodig van bezoekers voor het gebruik van cookies (!)
- Staat al je data op je eigen website, in plaats van bij Google
- Worden IP-adressen geanonimiseerd
- Kun je nog meer doen om je website nog privacyvriendelijker te maken, zoals het uitzetten van cookies (heb ik nog niet gedaan want beetje ingewikkeld)
Er zijn vast dingen die je niet kunt doen met Matomo en wel met Google Analytics (Matomo geeft hier zelf een overzicht). Maar als je zoals ik toch niets anders doet dan kijken naar totaalcijfers maakt dat niets uit.
Het leuke is dat je je bezoekers zelfs een mogelijkheid kunt geven om niet door Matomo getrackt te worden, zie mijn privacypagina ***. Mooi, toch?
Ik dank mijn zoekmachinepositie aan Google Search Console
Google search consle Tot zo ver dus Google Analytics. Maar: ik stop niet helemaal met Google. Want er is een andere tool van Google die ervoor heeft gezorgd dat deze website succesvol is geworden. En dat is de gratis dienst Google Search Console.
Zoals je misschien wel weet scoort dit blog enorm hoog op bepaalde zoektermen. Sommige daarvan zijn totaal niet relevant voor mijn werk (en mijn inkomen). Sommige zijn indirect relevant. Daarmee bedoel ik dat ik vaak hoor van mijn doelgroep dat ze zochten op een onderwerp en dan mijn artikelen tegenkwamen.
Maar er zijn ook zoektermen die voor mij letterlijk tot inkomen leiden. Ik scoor hoog in Google als het gaat om mijn dienstverlening en dat brengt brood op de plank. Zo hoog zelfs dat ik het kan opnemen tegen grote organisaties die veel geld uitgeven om hoog in de (niet-betaalde) zoekresultaten in Google te komen. (ha)
En de enige reden dat dat gelukt is, is Google Search Console.
Meer lezen over hoe je Google Search Console kunt gebruiken
Ik heb daar best veel over geblogd, over hoe ik dat doe:
- Blogonderwerpen vinden? Google search console.
- Simpele SEO in 5 stappen (voor Maaike*)
- Je blog verbeteren door te bloggen en analyseren met plezier
- Bouwen aan je website met cornerstone content
Qua privacy en data moest ik even denken of ik mijn gebruik van search console nog wel kon verantwoorden. Maar volgens mij geeft Google vooral mij data. Want in Google Search Console kan ik zien hoe ik rank op zoektermen in Google.
Hoe ik Google Search Console gebruik
Ik kan het niet laten om het even toe te lichten … sorry.
Wat ik regelmatig doe – vooral als ik een tijdje wat minder opdrachten heb en dus tijd heb – is er voor gaan zitten. Ik download de data uit Google Search Console naar een excelsheet en dan ga ik dat excelbestand doorzoeken op voor mij belangrijke woorden. Zoals ‘workshop’ of ’training’.
Hoe die data er uit ziet zie je in onderstaand screenshot:
het cijfer in de kolom ‘position’ geeft aan op welke pagina van de google resultaten je scoort Google vertelt me:
- Op welke zoekterm er is gezocht;
- Hoeveel clicks ik heb gekregen uit die zoekopdrachten;
- Hoe vaak een van mijn pagina’s is verschenen in die zoekresultaten (‘impressions’);
- Wat de conversieratio is, de click through rate (CTR); en
- Welke positie ik heb in Google, gemeten in de pagina waar je op verschijnt, waarbij 1 het hoogste is.
Als ik zie dat ik niet scoor op die termen of dat ik niet op pagina 1 van Google sta (dat kun je zien in Google Search Console), dan ga ik aan het werk om de pagina’s op mijn website die daarover gaan te optimaliseren.
Je kunt ook een overzicht downloaden met de pagina’s van je websitepagina’s en hoe die ranken in Google. Maar daarbij krijg je dan weer niet de zoektermen te zien (schooiers). Dat moet je dan een beetje zelf uitzoeken, want 1 pagina kan op heel veel zoektermen scoren in Google:
google search console resultaten per webpagina Wat ik ook wel eens doe is zo’n excelbestand sorteren op de ranking, dus op de kolom ‘Position’ van klein naar groot. Je kunt dan bijvoorbeeld eens kijken voor welke zoektermen of welke pagina op je website op de tweede pagina van de Google zoekresultaten staat. Het is makkelijker om van 2 naar 1 te komen dan van 4 naar 1, tenslotte. Ook al moet je dat laatste ook vooral proberen, als het een belangrijke pagina is voor je werk.
Verbeter je positie in Google (en andere zoekmachines)
Je positie in de Google zoekresultaten verbeteren doe je door de pagina waarmee jehet beter wilt doen te optimaliseren. Dat doe je door o.a.:
- Te zorgen dat je de zoekterm verwerkt in de paginatitel, de hoofdstuktitels (H2) en in de tekst, inclusief alternatieve termen
- Relevante afbeeldingen toe te voegen
- De informatie op de pagina uit te breiden en te updaten
- De schrijfstijl en duidelijkheid van je pagina te verbeteren.
Vaak gaat het om oude pagina’s waar je nooit meer naar gekeken hebt en die een update verdienen. Althans, dat is mijn ervaring. Maar mijn website heeft er dan ook zo’n 2500 inmiddels!
Je zou ook kunnen kijken of je meer ‘inbound’ links kunt verzamelen door bevriende bloggers of website-eigenaren te vragen om naar je pagina te linken. Ik doe dat zelf nooit. Geen zin in. En het voelt een beetje geforceerd. Ik heb het ook nooit nodig gehad.
(omgekeerd werkt het ook: ik heb wel eens voor een bevriende blogger een linkje toegevoegd naar haar pagina op een plek waar ik haar toch al noemde, waarna zij haar positie in Google aanzienlijk zag verbeteren. Zo kon ik mijn hoge ranking in Google gebruiken om haar te helpen. Maar dat doe ik verder nooit. Ik krijg wel iedere week verzoeken om dat tegen betaling te doen 🙄)
Google is stap 1
Waaorm zou je je best doen om in Google zoekresultaten te scoren? Goede vraag.
Ik weet niet of de marktpositie van Google nog hetzelfde is, maar ik dacht dat die in Nederland vroeger ver boven de 90% lag als het ging om de markt voor zoekmachines. Of voor zoekmachineverkeer, liever gezegd.
Dat betekent dat je Google niet kunt vermijden. En dat geldt niet alleen als je inkomen afhankelijk is van de vindbaarheid van je diensten of producten. Maar ook als je invloed wilt hebben. Als je bijvoorbeeld wilt dat mensen jouw informatie eerder vinden dan die van de concurrent of van partijen waar je het niet mee eens bent.
En weet je, het gaat niet langer alleen om Google. Vroeg of laat komen er andere partijen. Het tij gaat zich langzaam keren, al dan niet geholpen door regelgeving. Er komt echt wel concurrentie, door meer of minder gewenste partijen gezien hun marktmach. Denk maar aan zoekmachines als
- Neeva
- Duck Duck Go
- Bing (Microsoft’s zoekmachine, die bezig is aan een enorme AI-race. Overigens werkt Neeva ook aan AI-integratie, te vergelijken met ChatGPT)
Ik ga er van uit dat het werk dat je doet om beter gevonden te worden in Google, ook zal helpen in het vindbaar worden in al die andere zoekmachines. Het kan nooit kwaad!
Ook al moet ik helaas concluderen dat ik, als ik op ‘Elja’ zoek in Neeva, niet zo hoog scoor als ik in Google gewend ben.
Maar misschien is dat maar goed ook. Het is tijd dat mensen zoals ik met eeuwenoude historie (in internetjaren) plaats gaan maken voor nieuwere website.
* Feitelijk staat de code er nog, want ik kon na uren zoeken nog steeds niet achterhalen waar ik die had gezet en hoe ik hem weg moest halen. En mijn FTP-software deed het niet meer dus ik kon niet echt in de code graven. Dus toen heb ik gewoon mijn hele Google Analytics property (inclusief historie) verwijderd.
** Dank @Darius voor de vraag!
*** Met die privacypagina is vast van alles mis, ik heb hem gewoon zelf verzonnen. Aanvullingen of wijzigingen zijn altijd welkom
- Wat wil LinkedIn?
Iedereen die een platform als LinkedIn gebruikt met een zakelijk doel in gedachten, is overgeleverd aan de grillen van een organisatie. Het platform bepaalt wie je bereikt en wanneer, wat je te zien krijgt, wat je vindt als je zoekt en of anderen jou wel vinden als zij iets zoeken. Als je er veel bezig bent en veel probeert, zie je vanzelf wel patronen. Maar als je afhankelijk bent van zo’n platform, is het verstandig om verder te blijven kijken dan je eigen ervaring.
Als je wilt begrijpen wat goed werkt op LinkedIn en waar de focus op ligt, is het fijn om te weten wat LinkedIn eigenlijk wil bereiken. Wie ze zelf zeggen dat ze zijn en waar ze heen willen.
Dus toen ik dit interview met het hoofd van LinkedIn products, Tomer Cohen, tegenkwam, kon ik het niet laten om ieder woord onder de loep te leggen. Niet dat we hem op zijn woord geloven, he. Maar er werd me toch veel duidelijk.
Het gaat om een interview in de Decoder podcast, een show van de Amerikaanse uitgever The Verge. De gastheer duikt in de manier waarop LinkedIn denkt over producten. Je kunt het transcript hier lezen of, voor wie de podcast wil luisteren, je vindt hem in je favoriete podcast app als de aflevering van 20 december 2022.
Hieronder een aantal dingen die me opvielen in het interview.
1 Wat denkt LinkedIn zelf eigenlijk dat LinkedIn is?
Foto: Alexander Shatov via Unsplash Zo’n interview in een bekende podcast is meestal niets anders dan een PR-praatje. Vaak zie je dat tegelijkertijd allerlei grote namen van een organisatie in allerlei grote podcasts verschijnen, als onderdeel van een soort PR offensief. Maar ook al is alles waarschijnlijk afgestemd en gepolijst, het is toch leuk om wat meer te horen over hoe het bedrijf zichzelf ziet – of hoe het zichzelf wil neerzetten.
Daarover zegt Cohen dingen als:
So first and foremost, LinkedIn exists to create economic opportunity for every member of the global workforce.
En:
LinkedIn, at its core, is a community of professionals who come together to share ideas and expertise, but also to get and give help to each other.
Hij legt later uit dat dit verschillende dimensies heeft. Van het vinden van een nieuwe baan via vacatures, het plaatsen van advertenties en leadgeneratie voor bedrijven, tot het vinden van opdrachten voor zzp’ers. Hij ziet LinkedIn een community met daar bovenop een laag van verschillende ‘market places’.
Hij zegt ook:
The vision for LinkedIn is to create economic opportunity for every member of the global workforce. Our work will never be done. This would be one of those incredible things, and we can always do a lot more. The mission is to connect the world’s professionals to make them more productive and successful.
Dat klinkt allemaal nogal vaag. En een tikkeltje arrogant 🙄 Maar dat heeft een reden: LinkedIn heeft een enorme positie opgebouwd op bepaalde onderwerpen en markten. Al was het maar omdat zoveel mensen en organisaties er actief zijn. Maar vooral ook omdat LinkedIn toegang heeft tot een belachelijke hoeveelheid data. Onze data. Over, bijvoorbeeld, ons werk.
2 LinkedIn ziet de wereld (van werk) veranderen
Foto: Greg Bulla via Unsplash Zoals in de podcast wordt toegegeven, zit niet iedere arbeidskracht op de wereld op LinkedIn. LinkedIn laat maar een stukje van de totale arbeidsmarkt zien. Cohen heeft het over 875 miljoen mensen t.o.v. 3 miljard totale wereldberoepsbevolking.
Volgens Cohen is dat ‘representatief’, maar dat durf ik te betwijfelen. Want zou het grootste gedeelte van de arbeidsmarkt op de wereld echt bestaan uit kenniswerkers en opgeleide mensen op MBO/HBO/WO-niveau zoals je die op LinkedIn vindt? En is LinkedIn’s geografische spreiding echt zo gelijkmatig? Hmmmm.
En toch, als het om LinkedIngebruikers gaat weet LinkedIn wel degelijk iets dat niemand anders weet. LinkedIn ziet van al die gebruikers niet alleen waar ze werken, of ze naar vacatures kijken en of ze nieuwe banen krijgen. Ze zien ook waar al die werkgevers mee bezig zijn: hoeveel vacatures ze hebben, hoeveel mensen aangeven er te werken, wat het verloop is en wat voor type mensen kiest voor een baan bij een bepaalde organisatie.
Een van de interessantste dingen aan het interview is dan ook de vraag wat LinkedIn ziet veranderen. Bijvoorbeeld de manier waarop recruiters zoeken en wie ze aannemen:
We’re also seeing trends in terms of behavior, which I think tends to be some of the most impactful. For example, skills are becoming one of those tremendous behavior changes we’re seeing on the platform as well.
Wat hij hier uitlegt, zijn een paar dingen:
- Mensen vullen meer ‘vaardigheden’ in op hun profiel;
- Recruiters zoeken meer op ‘vaardigheden’; en
- Het lijkt er op dat in tegenstelling tot vroeger de skills bepalen of je de baan krijgt ipv andere factoren.
Hij legt dat zo uit:
Jarenlang hebben als (wervings?) industrie voornamelijk gekeken naar achtergrond en de bedrijven waar je eerder voor gewerkt had (om geschikte kandidaten voor vacatures te vinden). Nu zien we meer en meer dat er een verandering is waarbij de focus ligt op de compenties die kandidaten hebben.
De tekst tussen haakjes is van mij, vrije interpretatie van wat hij bedoelt omdat het niet superduidelijk is. Maar dit is denk ik wat hij bedoelt, gezien de context.
Hij legt uit dat ze zien dat zo’n 50% van de recruiters in de tools die LinkedIn hen biedt om kandidaten te zoeken nu op vaardigheden zoekt om vervolgens mensen te benaderen. Dat was eerst niet zo. En de toename is enorm, zegt hij.
vaardigheden op mijn linkedinprofiel Het gaat niet meer om je netwerk (of je opleiding?)
Tegelijkertijd ziet LinkedIn ook dat kandidaten zoals jij en ik steeds meer ‘vaardigheden’ toevoegen aan hun profiel.
On the other side of the marketplace, we’re seeing many professionals add more skills into their profile. In fact, this past year there were close to 365 million skills added to people’s profiles, and that’s about a 40 percent year-over-year change. This matters when you really accelerate towards the future.
Ik denk eerlijk gezegd niet dat we dat zo maar doen. LinkedIn verleidt ons hiertoe door vaardigheden beter zichtbaar te maken in vacatures, door ons te stimuleren andermans vaardigheden te beoordelen en door bijvoorbeeld als je een LinkedIn Learningcursus hebt afgerond, die vaardigheden toe te voegen aan je profiel. Maar het zal vast een trend zijn, helemaal als mensen ontdekken dat recruiters hier op zoeken.
Zijn verklaring voor de focus op vaardigheden is dat er steeds meer banen ontstaan waarvoor niemand eigenlijk opgeleid is of ervaring mee heeft. Het is onmogelijk om te voorspellen waar de vraag zal liggen over 5 jaar, 10 jaar of 20 jaar. Er zijn dan vacatures voor banen die nu nog niet eens bestaan. En in die onzekerheid zijn vaardigheden misschien wel belangrijker dan je opleiding.
Het maakt het hoe dan ook interessant om, als je een baan zoekt, eens te gaan kijken naar de ‘skills’ op je profiel. Zie het einde van dit blog voor mijn tips daarover, want ik denk dat er wat slimme dingen zijn die je kunt doen.
3 Hoe meet LinkedIn succes?
Foto: LinkedIn via unsplash Al die vaardigheden terzijde is natuurlijk de grote vraag wat LinkedIn’s algoritme belangrijk vindt. En wat LinkedIn allemaal meet – kortom, waar wil LinkedIn graag meer van zien?
Alle social media platformen hebben 1 doel: zoveel mogelijk mensen zo vaak mogelijk laten inloggen/de app laten openen en dan zo lang mogelijk laten blijven. Hoe minder totale minuten mensen in zo’n app zijn, hoe minder waarde er te halen is voor de mensen die betalen. Of dat nou adverteerders zijn of recruiters.
Hoe actiever je wordt, hoe beter het meestal is voor je positie op zo’n platform. Dit is iets dat ik in mijn omgeving heb gezien bij mensen die LinkedIn nauwelijks gebruikten en toen op zoek gingen naar een baan en heel actief werden: het aantal keren dat ze vermeld werden in zoekresultaten ging razendsnel omhoog.
Over hoe LinkedIn weet of ze succesvol zijn zegt Cohen:
I have no idea what the time spent on LinkedIn is, but I can tell you that we track the opportunities that are created on LinkedIn a lot. For example, right now on LinkedIn, every minute, eight people are getting hired.
Ik denk dat LinkedIn wel degelijk stuurt op de hoeveel tijd die mensen in totaal op de site zijn, hoeveel mensen inloggen en hoe lang ze dat doen. Ze zouden wel gek zijn als ze niet naar dat cijfer keken. Als die getallen afnemen, hebben ze tenslotte een probleem.
Maar LinkedIn is vooral op zoek naar metrics die hun belangrijkste business drivers kunnen bewijzen. En het zou inderdaad logisch zijn dat ze daarin ook kijken naar kwaliteit. Als werkgevers bijvoorbeeld nooit de juiste mensen kunnen vinden op LinkedIn, hebben ze ook geen zin meer om te betalen voor de diensten van LinkedIn. Dan gaat het niet alleen om hoeveel mensen LinkedIn gebruiken, maar ook om de vraag of het de mensen zijn die interessant zijn voor werkgevers en adverteerders.
4 Wat weet LinkedIn over jou en je organisatie?
Dat brengt me meteen op 1 manier voor Linkedin om te meten of ze succes hebben: nieuwe banen. Als je denkt over het vinden van nieuwe banen, heeft LinkedIn het relatief makkelijk qua meten. Want de meeste mensen zullen hun nieuwe baan direct toevoegen aan hun LinkedInprofiel. En of ze nou wel of niet direct via LinkedIn gesolliciteerd hebben, die wijzigingen kan LinkedIn goed bijhouden.
That’s part of the beauty of the system. We know if you saw a job on LinkedIn and if you applied for that job, and we can actually track if you change your profile later. You can think about it as somewhat of a nice closed ecosystem of seeing job changes.
(LinkedIn weet natuurlijk niet echt of je gesolliciteerd hebt op een vacature die je op LinkedIn hebt gezien, want de kans is groot dat je dat buiten LinkedIn om doet via de website van de werkgever. Maar LinkedIn ziet wel of je op een vacature klikt. En of je binnen een bepaalde tijd daarna een nieuwe baan toevoegt.)
Hetzelfde geldt voor het aantal nieuwe connecties dat iemand heeft. Wie wel eens probeert om haar LinkedInprofiel te optimaliseren volgens de Social Selling Index, zal gemerkt hebben dat je score toeneemt als je met meer mensen connect.
De SSI of Social Selling Index is momenteel alleen nog beschikbaar voor mensen die een betaald Sales Navigator (premium) abonnement hebben.
Screenshot van mijn social selling index uit 2017, toen iedereen nog de eigen ssi kon zien 🙂 Je lijkt beter te scoren als je zelf contacten uitnodigt (en ze accepteren je verzoek). Logisch: iemand die verantwoordelijk is voor verkoop moet haar netwerk blijven uitbreiden om succesvol te zijn. Maar je kunt je voorstellen dat LinkedIn dat ook zo ziet voor anderen. Ik weet vanuit mijn omgeving dat mensen die LinkedIn nauwelijks gebruiken en vervolgens heel actief worden, actief gaan connecten en reageren en hun profiel aanpassen, grotere kans maken om gevonden te worden in de zoekresultaten.
Ik kan me ook voorstellen dat positieve indicatoren voor LinkedIn ook dingen zijn als: ik reageer op jouw bericht en we sturen elkaar direct daarna een connectieverzoekje. Of jij stuurt mij een vacature door waar ik vervolgens op solliciteer. Als LinkedIn zou kunnen meten welke content of welk gedrag tot meer zakelijke verbindingen leidt, zou dat zeker nuttig zijn in het kader van hun missie.
Ter vergelijking: wie op Instagram actief is met een bedrijfsaccount, kan zien dat Instagram bijhoudt welke acties mensen nemen die direct toe te wijzen aan een bericht dat je hebt gedeeld. Bijvoorbeeld: zijn nieuwe mensen je gaan volgen n.a.v. je bericht.
Instagram toont statistieken over het aantal acties dat mensen namen n.a.v. je bericht Hoewel we bij LinkedIn dat soort uitgebreide statistieken niet krijgen, kun je je voorstellen dat die wel degelijk een rol spelen in de manier waarop LinkedIn bepaalt of wat jij doet op LinkedIn succesvol is. En of dit bijdraagt aan hun doelstellingen.
De grote kanttekening hierbij is natuurlijk dat gelukkig niet alles dat we zakelijk doen op LinkedIn gebeurt. Maar LinkedIn probeert aan de gegevens op het platform af te lezen wat belangrijke factoren zijn in succes voor gebruikers. En het is logisch dat daarbij ook wordt gelet op de dingen die uiteindelijk geld opleveren.
5 LinkedIn is 1 grote schatkist aan data over … de economie
Foto: Greg Bulla via Unsplash Hoeveel connecties jij hebt en waar je gestudeerd hebt zijn interessante datapunten. Maar het wordt pas echt interessant als LinkedIn al die data kan aggregeren en sorteren. En dat doet LinkedIn ook:
A year ago the job change rate was 40 percent year-over-year. Now it’s declining year-over-year. We’ve seen massive growth in job change rate, to a declining job change rate, and we see it through the data in LinkedIn. So back to your data, this is just one aspect of where the LinkedIn economic graph comes to life.
LinkedIn noemt dat aggregeren van onze data eufemistisch de ‘LinkedIn economic graph’. Of niet zo eufemistisch, want de titel zegt al dat vooral LinkedIn die data kan bekijken 😉
Want de vraag is natuurlijk: welke vragen stelt LinkedIn en wie heeft er toegang tot al die data?
Ik ben wel eens verbaasd over het feit dat LinkedIn uit de schijnwerpers weet te blijven als het gaat om big data, algoritmes, transparantie en marktmacht. Tenslotte weet LinkedIn dingen van ons die niemand anders weet. En die onze ‘economische situatie’ betreffen. Het is 1 ding of Facebook weet dat je van hippe interieurs of porches houdt. Het is een heel ander ding of een platform weet wat je kansen op de arbeidsmarkt zijn en misschien zelfs een inschatting kan maken van je salaris (zou dat kunnen? Ik denk van wel. Heb er nog nooit iets over gelezen maar lijkt me mogelijk). Bij zulke gevoelige informatie zou je denken dat LinkedIn onder een vergrootglas ligt. Maar niets is minder waar.
Jaren geleden was ik uitgenodigd voor een diner met invloedrijke online mensen. Er was ook een hoge baas van LinkedIn aanwezig. Hij vertelde dat LinkedIn gesprekspartner was van de gemeente Amsterdam. Amsterdam wilde graag weten hoe het zat met de inkomende arbeidskrachten en de uitgaande. Komen er meer IT’ers in Amsterdam wonen? Gaan ze juist weg? Naar welke steden vertrekken ze? Met welke woonplaatsen en regio’s concurreert Amsterdam eigenlijk om talent?
Ik vond het toen al verbazend dat die data-inzichten bestonden én dat Amsterdam daar toegang toe had. Want als je even denkt over LinkedIn, weet je dat het feitelijk een soort groot CRM is. Een database vol waanzinnig belangrijke data.
Ga maar na. LinkedIn weet van 875 miljoen werkende mensen op de wereld:
- Waar ze werken
- Wat hun functietitel is
- Waar ze vroeger werkten
- Op welke vacatures ze zoeken en klikken (en soms: solliciteren*)
- Wat voor opleiding ze hebben
- Waar ze zijn gaan werken na hun opleiding
- Welke werkervaring ze hebben
- Welke vaardigheden ze hebben (beoordeeld door hun eigen netwerk!)
- Wie ze kennen
- Met wie ze connecten – dus hoe hun netwerk verandert
- Waar hun zakelijke interesse ligt
- …
Als je al die data over jezelf ziet, denk je er misschien nog niets van (of misschien wel! Het is nogal privé, tenslotte). Maar als je dit aggregeert op het niveau van bedrijven, branches, locaties, landen, universiteiten … dan ga je grote patronen zien. Hoe succesvol zijn mensen die aan de Rijksuniversiteit Groningen hebben gestudeerd vs mensen die aan de Universiteit van Amsterdam studeerden? Hoe lang duurt het voordat mensen met een opleiding verpleegkunde aan het werk zijn? Voor welke functies zijn er de meeste vacatures? Welke vaardigheden zijn het meest gewild? Welke opleiding geeft de meeste kans op managementfuncties? Welke regio’s zijn het aantrekkelijkst voor IT-ers? Etc. etc.
6 Toegang tot de data? Alleen tegen betaling
Je kunt je voorstellen dat je ongelofelijk interessante dingen kunt doen met die data, als je er toegang tot had. Met een premiumabonnement zie je een voorproefje. Afhankelijk van welk abonnement, krijg je verschillende dingen te zien. Bijvoorbeeld met het ‘career’-abonnement (je kunt gratis een maand een proefabonnement nemen, mocht je eens willen kijken, maar je kunt dan net zo goed een maand gratis proefabonnement nemen op het duurste abonnement natuurlijk!).
Als je met dat career-abonnement op een vacature klikt. Dan krijg je allerlei informatie die je zonder premiuminformatie niet krijgt:
informatie bij vacatures op linkedIn, beschikbaar bij een premium abonnement Voordat je hier zenuwachtig van wordt als sollicitant, moet je goed bedenken dat data maar zo goed is als de input. Zo zijn heel veel ‘vaardigheden’ niet zo relevant of veelzeggend. Daarnaast solliciteert natuurlijk lang niet iedereen direct via LinkedIn, dus die mensen ziet LinkedIn niet terug in de data. Bovendien kun je niet zien of de andere sollicitanten die vaardigheden zelf hebben toegevoegd, of dat die onderschreven zijn door anderen. Kortom, wat dus de waarde is van die vaardigheden.
Vaardigheden op mijn profiel n.a.v. linkedin cursussen die ik heb gedaan Wat we ook niet weten is wat LinkedIn voor algoritme toepast als een recruiter op een ‘vaardigheid’ zoekt om nieuwe kandidaten te vinden. Komt jouw naam hoger in de lijst met zoekresultaten als anderen je hebben aanbevolen voor zo’n vaardigheid? Of niet?
(de volgende keer dat ik een recruiter tegenkom met zo’n abonnement ga ik het even vragen :))
kijk op je profiel bij ‘vaardigheden’ om te zien wat daar al staat en vaardigheden toe te voegen Ik kan met mijn premiumabonnement van bedrijven (ook van concurrenten dus) zien hoe het zit met het aantal nieuwe mensen (groei) en de afname aan mensen (krimp!). Inclusief mensen die onlangs zijn aangenomen op managementfuncties, of er hebben gewerkt:
informatie voor premium gebruikers over bedrijven met een bedrijfspagina Best handig om te weten, hoe het gaat met dat bedrijf:
informatie over een organisatie die je kunt zien met een premium abonnement Met zo’n premium abonnement (zelfs als je het maar een maand hebt, zo’n gratis proefabonnement) kun je wel je voordeel doen, bijvoorbeeld als je actief op zoek bent naar een baan of als je je concurrentie wilt analyseren. Maar als je bedenkt hoeveel informatie LinkedIn heeft, is het maar een krappe doorsnede.
7 Hoe LinkedIn ons indeelt en probeert te begrijpen (en ons gedrag stuurt)
Wat ook interessant is aan het interview, is de uitleg van hoe LinkedIn georganiseerd is en dan vooral als het gaat om het ‘product’.
We have a team dedicated to he talent marketplace, connecting job seekers with recruiters. We have a team dedicated to our products and services marketplaces, connecting marketers and sellers to buyers. We have a big team dedicated to knowledge exchange between knowledge seekers and knowledge creators.
LinkedIn deelt ons kennelijk in in 3 hoofdgroepen:
- Werkzoekenden en recruiters
- Marketeers/verkopers en kopers
- Kenniszoekers en kennis ‘creators’
Die laatste groep is nogal breed en vaag, maar als je denkt aan de reden dat veel mensen LinkedIn gebruiken een interessante. Want de mensen die LinkedIn openen om een beetje rond te kijken en te zien wat hun netwerk aan interessante informatie heeft gedeeld zijn tegelijkertijd ook weer voer voor recruiters en verkopers.
Hij vertelt daarna dat, hoewel ze duidelijke doelgroepen zien en zoals hij die noemt, market places, ze niet willen dat die groepen allemaal ergens anders op de site gaan doorbrengen. Ze willen graag iedereen op dezelfde plek houden in plaats van ze af te splitsen in verschillende delen van de site.
De hoofdingredienten van LinkedIn zijn daarom:
- Zoeken
- De feed (tijdlijn, je home page)
- Notificaties
De uitdaging die LinkedIn heeft is om van iedere gebruiker the intent te begrijpen, het doel waarmee ze op LinkedIn zijn. En daar komen natuurlijk al die data en de algoritmes om de hoek kijken. LinkedIn probeert te begrijpen wat jij belangrijk vindt en je dat vervolgens te geven.
Dat ‘zoeken’ is wel interessant, want ik vermoed al heel lang dat de zoekfunctie op LinkedIn steeds meer gebruikt wordt. Maar hij is nog niet altijd zo goed als het gaat om de resultaten die je krijgt. Misschien dat daar wel meer resources naar toe zullen gaan in de toekomst.
Deze focus verklaart misschien ook waarom LinkedIn zo weinig doet met groepen (iets dat ik maar niet begreep de afgelopen jaren): als mensen in groepen gaan zitten, zijn ze weg uit de gewone feed en splitsen ze zich als het ware af. Op Facebook is dat de pek waar mensen veel tijd doorbrengen, in plaats van in hun feed. Kennelijk is dat niet voordelig voor LinkedIn en strookt dat niet met hun andere doelstellingen en ‘market places’. Maar als ze die market places weten te koppelen aan groepen wordt het anders. Als alle specialisten op een bepaald vakgebied in een bepaalde groep te vinden zijn, is dat voor recruiters juist interessant, net als voor adverteerders. Maar goed, dat is niet de focus.
Over de berichten die gebruikers plaatsen en wat wel en niet mag op LinkedIn (wat tegengehouden wordt of gedempt) zegt hij dit:
By definition, we say on LinkedIn that we expect professional content. Not everything is great on LinkedIn. It’s not conducive for every type of conversation, but we want to make sure it has the most productive conversations in the workplace. People talk about work, how they work, and their craft. We can go deep on a vertical like workplace conversations, so that’s something we can contribute back to the brother Microsoft elements.
Dit geeft ons een duidelijk beeld als het gaat om wat werkt op LinkedIn, althans, wat LinkedIn graag ziet en zal versterken.
‘To go deep on a vertical like workplace conversations’ is mogelijk een verklaring voor het feit dat je berichten van bedrijfspagina’s die reageren op collega’s het zo goed doen. Het is natuurlijk de perfecte manier om collega’s die het met elkaar over hun ‘workplace’ hebben te stimuleren om dat nog meer te doen en met meer mensen.
de bedrijfspagina reageert op een bericht van een collega Slim van LinkedIn, want vakinhoudelijk zijn die berichten niet interessant. Maar als het gaat om de arbeidsmarkt, en werkgevers die op zoek zijn naar nieuwe mensen, zijn dat soort berichten waarschijnlijk juist heel effectief. Wie weet ziet LinkedIn zelfs wel een duidelijk verband tussen het viral gaan van dat soort berichten en de doorklik naar vacatures? Wie zal het zeggen (dat is typisch een voorbeeld van data die we niet hebben maar wel zouden willen hebben)?
Kanttekening: waarschijnlijk zou je hier als bedrijfspaginabeheerder zelf wel een effect kunnen zien. Ga eens opletten wat er gebeurt nadat je zo’n bericht van een collega hebt geliked of er op hebt gereageerd: zie je voor de dagen daarna het aantal bezoeken aan de bedrijfspagina of de tab ‘Vacatures’ toenemen?
8 De focus op AI
Foto: Andrea De Santis via Unsplash De opmerking in de vorige quote, over de samenwerking met andere Microsoftonderdelen (LinkedIn is van Microsoft), refereert aan het onderzoek naar en de experimenten met AI die Microsoft doet. Microsoft probeert wereldwijd het voortouw te nemen niet alleen in de ontwikkeling van generatieve AI – kunstmatige intelligentie die op basis van jouw vraag teksten, afbeeldingen, geluiden of andere output genereert. Maar daarin besteed Microsoft naar verluid ook veel aandacht aan de ethische kanten van AI.
Maar het is logisch dat ook LinkedIn gaat focussen op AI, nog verder dan ze al doen. Want we weten nu dat hun slimme algoritmes iedere keer dat je inlogt proberen te begrijpen of je op zoek bent naar een nieuwe baan, vakinformatie of nieuwe klanten.
Maar die generatieve AI is om andere reden interessant. Het gaat allemaal om content. Hoe meer goede content er te vinden is op LinkedIn, hoe leuker het er is. Of, zoals het adagium gaat, ‘Content is the killer app’. Als er op een platform niets interessants te lezen of kijken is, is het snel afgelopen met de gebruikersaantallen.
Je ziet dat LinkedIn al veel langer probeert om ons berichten te laten plaatsen, door middel van niet zo subtiele prompts:
LinkedIn ‘nudge’ om van je reactie een bericht te maken Maar dat kan natuurlijk nog een stapje verder en beter. Wat als je bijvoorbeeld al een idee krijgt aangeleverd voor een tekst? Als een dienst die lijkt op ChatGPT* al een voorstel doet? In het interview wordt niet alleen het voorbeeld gegeven van gewone berichten, maar ook dat van LinkedIn blogs. Waar je zo’n AI-programma als ChatGPT zou kunnen gebruiken om titels te genereren voor je blog of op een andere manier zo’n AI zou kunnen inzetten om je artikel te perfectioneren.
Het voordeel voor LinkedIn is dat er meer goede content op het platform wordt gedeeld. Content die ze ook nog eens kunnen sturen, door suggesties te doen die te maken hebben met hun mooie market places 🙄.
Interessante opmerking in dit interview is overigens het antwoord op de vraag: als iedereen intelligente dingen over de eigen ervaring kan schrijven op LinkedIn met behulp van AI, hoe weet je dan als recruiter nog wat waar is? En hoe onderscheid je je dan nog als individu? Het antwoord volgens Cohen is dat je dan gewoon beter een video kunt maken over jezelf. Dus binnenkort kun je misschien een notificatie verwachten waarbij LinkedIn je oproept om een video op te nemen over al je werkervaring!
Wat wil LinkedIn van jou? Maar vooral: wat wil jij met LinkedIn?
Foto: Gabriel Varaljay via Unsplash Zoals gezegd weet LinkedIn altijd de dans te ontspringen als het om kritiek gaat. Het is iets dat me al jaren opvalt. Waar Meta doorlopend onder vuur ligt voor het gebruik van data, inbreuken op de privacy en dat soort zaken, is dat bij LinkedIn eigenlijk nooit het geval. Ook al is LinkedIn net zo goed een krachtige advertentiemachine op basis van jouw data en gebruikt LinkedIn net zo goed cookies om je gedrag op het internet te volgen.
En niet alleen om je dingen te verkopen! Ook om je economische waarde voor werkgevers te bepalen. Terwijl jij omgekeerd misschien niets doet om beter uit de bus te komen en je eigen economische kansen te vergroten.
Een mooi voorbeeld van LinkedIn’s ongekend positieve positie is de vraag of en hoe hun recruitmentsoftware gebruik maakt van algoritmes. Ik was daar benieuwd naar. Maar die vraag krijg je eigenijk niet beantwoord (als je gebruiker bent van de recruitment suite: mail me!). Ga maar eens Googlen. Je vindt niets anders dan honderden zo niet duizenden artikelen waarin recruiters, adviseurs en HR-specialisten kandidaten uitleggen hoe ze zo goed mogelijk kunnen solliciteren via LinkedIn. Maar je vindt maar heel weinig over de vraag of dat nou wel zo handig is voor de kandidaat (wat ik begin te betwijfelen … maar ik kan het mis hebben).
Het is fascinerend hoe LinkedIn vooral gezien wordt als een soort goede vriend waar je veel aan hebt, in plaats van een verslavend social media platform dat jouw data gebruikt voor eigen gewin en waar je als ondernemer en werkgever soms enorm afhankelijk van bent. Mijn vermoeden is dat er een heel sterk PR-team zit dat er alles aan doet om de organisatie uit de wind te houden en waarschijnlijk ook heel actief werkt aan het behouden en opbouwen van dat imago van vriendelijk platform met niets dan goede bedoelingen. Kan bijna niet anders, toch?!
Maar de vraag is eigenlijk helemaal niet wat LinkedIn wil en wat LinkedIn heeft aan jou. De vraag is vooral wat jij hebt aan LinkedIn. En hoe je kunt inspelen op wat LinkedIn wil, om zo je eigen doelen te behalen.
Als ik het interview zo samen vat is het me opnieuw duidelijk dat LinkedIn toch echt graag meer video wil (ook al lijkt video niet zo goed te werken op LinkedIn?? Raadsel), meer ‘workplace conversations’ (collega’s onderling?) en meer berichten over je vak. Dus daar kun je je in ieder geval op focussen.
Het is ook duidelijk dat die ‘vaardigheden’ belangrijker beginnen te worden als je gevonden wilt worden door recruiters. En als er een algoritme wordt gebruikt bij het sorteren van vacatures, wat ik niet zeker weet, zouden die vaardigheden ook wel eens kunnen betekenen dat je bovenop de virtuele stapel komt te liggen. Althans, dat zou ik doen als ik LinkedIn was.
Mijn tip is dan ook om goed naar je vaardigheden te kijken.
Slim vaardigheden toevoegen op LinkedIn
Ik kon het niet laten om even in die vaardigheden te duiken, natuurlijk. Ik moest me hier even in verdiepen, want ik ben al heel lang niet zo bezig geweest met solliciteren 🙂
Als je weet welke vaardigheden gevraagd worden in de functie die je ambieert, zou je eens kunnen kijken of je die toe kunt voegen. En dan kun je net zo goed slim te werk gaan. Een keer een beetje tijd investeren zou best wat op kunnen leveren.
Hier is mijn stappenplan:
- Ga naar je werkervaring (je functies) en voeg daar de 5 vaardigheden toe die belangrijk zijn voor die functie én voor de functie die je ambieert
- Sorteer daarna de vaardigheden zodat de belangrijkste bovenaan staan
- Vraag vrienden of collega’s om je vaardigheden te onderschrijven
- Doe eventueel een ‘vaardigheidsevaluatie’, een quiz, op LinkedIn. Dit is iets waarover ook in het interview gesproken wordt.
- Neem eventueel een gratis proefabonnement zodat je LinkedIncursussen kunt doen die je vaardigheden onderschrijven. Die kun je na afloop van de cursus toevoegen aan je vaardigheden (en het certificaat bij opleidingen).
1 Voeg vaardigheden toe aan je werkervaring
Zorg dat je de vaardigheden die je in je werk gebruikt eerst toevoegt onder je werkervaring (iets dat ik zelf nooit heb gedaan). Je vindt de optie door op je werkervaring te klikken, te kiezen voor het pijltje en dan per functie naar beneden te scrollen tot onder je kopregel. Daar vind je een kopje ‘Vaardigheden’ waar je 5 vaardigheden kunt kiezen die bij die functie horen:
Voeg bij iedere functie de 5 vaardigheden toe waar je om bekend wilt staan Op die manier zorg je dat alle mensen die je vaardigheid onderschrijven dat doen bij je functie.
Omdat ik nooit vaardigheden heb gekoppeld aan mijn werkervaring, vind je in mijn profiel een ratjetoe aan vaardigheden. Ik heb bijvoorbeeld 80 onderschrijvingen voor bloggen, maar die zijn niet gekoppeld aan mijn werkervaring. Ook heb ik onderwerpen die voor mijn werk en voor mijn werk in de toekomst belangrijk zijn nooit toegevoegd aan mijn lijst met vaardigheden. Dus ik heb weer iets geleerd tijdens het schrijven van dit artikel. Doe er je voordeel mee 😉
2 Sorteer je vaardigheden met de belangrijkste eerst
Zorg daarna dat je de vaardigheden die je het liefst wil laten onderschrijven bovenaan zet door de vaardigheden te sorteren:
vaardigheden linkedin sorteren Zo zorg je dat mensen die naar jouw ‘vaardigheden’ gaan op je profiel direct de eerste drie vaardigheden zien die voor jou het belangrijkste zijn om te laten onderschrijven.
3 Laat je vaardigheden onderschrijven
Vraag vrienden eventueel om je op de belangrijkste vaardigheden te onderschrijven, mogelijk ook vanuit je huidige functie:
vaardigheden vanuit je functie Dat doen ze door naar je profiel te gaan, naar het hoofdstuk ‘Vaardigheden’ te scrollen, en daar op ‘onderschrijven’ te klikken, zoals ik hier (ongevraagd!) bij Laura heb gedaan:
ga naar het profiel van een collega of kennis en scroll naar vaardigheden om die te onderschrijven 4 Doe een LinkedIn ‘evaluatie’ waar mogelijk
Je kunt ook, vooral voor meer technische vaardigheden, zo’n kort LinkedIn quizje doen. Dan krijg je dit:
vaardigheden vanuit een LinkedIn vaardigheidsevaluatie (quiz) Je vindt die quizjes (‘evaluaties’) als je naar je eigen profiel gaat en op ‘vaardigheden’ klikt. Bovenaan vind je een knop ‘Quiz doen’:
vaardigheden op je profiel Als je daarop klikt, krijg je een lijst van mogelijke vaardigheden waarvoor je een soort van LinkedIn-OK-stempel kunt krijgen:
LinkedIn vaardigheden laten beoordelen door LinkedIn 5 Volg een relevante cursus op LinkedIn Learning
Of neem een maandje een gratis proefabonnement op Premium. Als je daar cursussen afrondt, kun je na voltooing die vaardigheden automatisch aan je profiel laten toevoegen door LinkedIn, te herkennen aan het LinkedInlogootje:
Linkedin vaardigheden die toegevoegd worden na afronding van een linkedincursus Als je je vaardigheden eenmaal hebt ingevuld, komt de rest vanzelf. En ben je in ieder geval klaar om gevonden te worden, mocht dat zoeken op vaardigheden echt zo belangrijk zijn of worden als in het interview beweerd wordt.
Disrupt the data!
Tot zo ver het interview. Ik was niet van plan om er een boek over te publiceren maar dat is dit wel geworden! Sorry daarvoor (ik hoop maar dat iemand tot het einde leest!). Maar dat is ook het leuke. Een goede en ervaren interviewer als Nilay Patel kan in zo’n interview de ander uit de kast lokken en antwoorden krijgen waar jij en ik echt iets aan hebben.
Ik heb nu in ieder geval een wat beter idee van wat LinkedIn wil, en wat LinkedIn wil zijn. Maar het gaat vooral om wat jij wilt bereiken op LinkedIn.
En als het systeem je ziet als een dataverzameling, moet je dat systeem natuurlijk ook lekker de data geven die het zoekt. Toch??
* Voor een genuanceerde kijk op wat ChatGPT is, verwijs ik graag naar Jarno’s nieuwsbrief. Een van de weinigen die niet alleen de voordelen, maar ook de risico’s en beperkingen beschrijft.
- Social media trends 2023: de wereld van social media wordt nooit meer hetzelfde
gemaakt met Dall-e AI Ieder jaar schrijf ik op wat ik denk dat er op het gebied van social media gaat gebeuren, het komende jaar. Wordt het meer video? Gaat iedereen naar TikTok? Een terugblik op trends die het afgelopen jaar zijn ingezet, min of meer. Maar dit jaar is het anders. Want zo spannend was het eerder niet. Social media 2023 is een totaal nieuw speelveld.
Social media platformen staan nooit stil. Er is altijd wel iets te vertellen en iets nieuws te proberen. Maar vaak zijn de veranderingen marginaal. Social media draait om verhalen vertellen, of het nou in video, carrousels, TikToks of long form posts is.
Als social media je werk is, houd je natuurlijk de ontwikkelingen bij, kijk je wat je ziet gebeuren, destilleer je contenttrends en ben je zelf vrijwillig slachtoffer van alle veranderingen. Maar de spannendste ontwikkelingen zijn de ontwikkelingen die je alleen achteraf kunt duiden. En de dingen die je niet aan zag komen. En 2023 belooft een avontuur te worden.
1 Social advertising verandert
iphone als olieverfschilderij, gemaakt met Dall-E Social media apps kunnen alleen bestaan bij de gratie van adverteerders, zoals de nieuwe baas van Twitter heeft ondervonden. En als bedrijven maken we dankbaar gebruik van de mogelijkheden. Maar de manier waarop adverteerders hun doelgroep vinden, is in 2022 veranderd – een trend die gaat doorzetten in 2023.
Vooral de social advertising platformen van Meta (Facebook, Instagram, Messenger) en Snapchat waren goed in het voorspellen van consumentengedrag. Hun geavanceerde advertentiesystemen lieten adverteerders door middel van slimme algoritmes en heel veel gebruikersdata precies voorspellen welke (mobiele) gebruikers waarschijnlijk zouden klikken en kopen. Maar met de invoering van Apple’s ATT in 2021 veranderde dat. In deze nieuwsbrief lees je daar meer over.
Sinds 2021 laat Apple gebruikers bewust, actief kiezen voor het niet-tracken van hun gedrag op hun telefoon. Dat was jammer voor alle adverteerders van social media apps, die juist heel graag volgen wat je doet op het internet nadat je op een advertentie hebt geklikt. Maar zo’n advertentie naar de website van een adverteerder opent in een mobiele browser – en de meeste iPhonegebruikers hebben na een actieve prompt van Apple gezegd dat ze niet willen dat adverteerders hen daar volgen.
ATT is het begin van een roep om meer privacy
Hoewel je als adverteerder nog steeds gebruik kunt maken van de data die binnen de Facebook app (en van desktopgebruikers) wordt verzameld, maakt het advertenties op Facebook, Instagram en andere social media apps minder interessant. Je kunt bijvoorbeeld minder goed zien wat de relatie is tussen een klik op je advertentie en een aankoop op je website. Natuurlijk is ATT niet de enige reden dat Meta de advertentieinkomsten zag teruglopen. En natuurlijk zijn er alternatieven om het verlies goed te maken. En geldt dit alleen voor iPhone-gebruikers.
Maar ATT heeft een nieuwe trend ingezet met grotere implicaties voor adverteerders op social media. Want hoewel inmiddels duidelijk is dat het niet allemaal goedbedoeld was van Apple (dat zelf natuurlijk wel degelijk toegang houdt tot al onze data), de roep om privacy neemt toe.
Het verzamelen van data over gebruikers zonder dat die dat echt door hebben om er vervolgens geld aan te verdienen in de vorm van o.a. advertenties ligt meer en meer onder vuur. Dat zal de komende jaren zeker consequenties hebben. De regulering van social media platformen zal in 2023 steeds duidelijkere en grotere vormen aannemen.
Hoe dan ook ziet het er naar uit dat het volgen van je klanten in en buiten social media apps steeds lastiger gaat worden. Social advertising wordt steeds gecompliceerder en waarschijnlijk ook minder effectief.
Gelukkig kun je nog altijd werken aan het bouwen aan organisch bereik onder een groep gebruikers die wel echt zit te wachten op je producten 😉
2 Het nieuwe Twitter legt problemen bloot en schudt de wereld van social op
Mislukte poging om via DALL-E een Twitterlogo in vlammen en als olieverfschilderij te krijgen 🙂 Ik ga hier niet te veel woorden vuil maken aan de nieuwe eigenaar van Twitter. Maar Musks overname heeft veel meer vragen opgeroepen dan ik had verwacht. Bijvoorbeeld: is het terecht dat een privaat bedrijf een platform heeft dat zo essentieel is voor zoveel mensen in de wereld? En zo nee, wat moet je daar dan mee? Hoe reguleer je zoiets? Hoe bepaal je de waarde van een platform dat economisch gezien verlies maakt maar qua waarde voor de wereld onbetaalbaar is?
Musks overname heeft ook laten zien hoe lastig regulering (van Amerikaanse tech in Europa) is. Twitter voldoet bijvoorbeeld niet meer aan o.a. de GDPR (de Europese AVG), dat stelt dat een bedrijf een DPO moet hebben – iemand die je aan kunt spreken bij problemen op het vlak van privacy. Maar het lijkt toch lastig om de nieuwe eigenaar van Twitter hier serieus op aan te spreken. Dus wat stelt zo’n regel dan eigenlijk voor? Oftewel, kun je zulke social media bedrijven (en andere platformen) wel echt aanspreken? Kun je echt handhaven?
Europese Commissaris Breton in gesprek met Musk over het voldoen aan Europese normen Andere impact
Ook op andere vlakken heeft deze overname impact. Techbedrijven over de hele wereld trekken hun eigen conclusies. Musk heeft meer dan de helft van de werknemers (ik weet niet precies wat de cijfers zijn), zijn communicatieteam en de externe contentmoderatoren ontslagen. Maar de dienst blijft rustig doordraaien. Wat zegt dat over de kosten-baten van zo’n bedrijf? Wat is er echt nodig om succes te hebben met zo’n online platform? En hoe belangrijk is contentmoderatie nu echt? Kun je je er makkelijker van af maken dan eerder gedacht? En heb je eigenlijk aan een groep developers niet meer dan genoeg om een platform winstgevend te maken?
Je kunt je voorstellen dat tech CEO’s wereldwijd meekijken naar hoe dit afloopt. Ook META kondigde massa-ontslagen aan. En dat zal weer gevolgen hebben voor de kwaliteit die gebruikers ervaren, de veiligheid van die platformen en voor de rechten van gebruikers. Waar vervolgens overheden zich mee zullen gaan bemoeien … etc. etc.
Tenslotte heeft de opschudding rondom Twitter ervoor gezorgd dat een grote groep invloedrijke, actieve gebruikers richting Mastodon en Tumblr is vertrokken. Dat laat zien dat machtsposities vergankelijk zijn (zoals we ook zien aan de snelle opkomst van TikTok, ten koste van Instagram, YouTube en Facebook). Maar het laat ook zien dat er een grote groep gebruikers die snakt naar een platform waar ze zelf meer controle hebben.
Of het als bedrijf verstandig is om op Twitter te blijven rondhangen (of weer te gaan adverteren), dat moet nog blijken. Het is in ieder geval zinvol om een exitstrategie te hebben. En verder even rustig af te wachten.
3 AI gaat content creëren (of we het willen of niet)
Elja’s chat met chatGPT over social media ideeën AI is eng en raar en de kans bestaat dat je het net als ik lekker hebt genegeerd. Maar dat kan inmiddels niet meer. Met het (gratis) openstellen van verschillende creatieve AI-programma’s door het bedrijf OpenAI in het najaar van 2022 is duidelijk dat het genereren van content met behulp van AI wel eens de nieuwe standaard zou kunnen worden.
Met AI kun je niet alleen unieke afbeeldingen genereren, maar ook tekst en muziek. En hetzelfde geldt voor video’s. Maar er zijn ook afgeleide producten: video- en fotobewerking, optimalisatie van teksten, bedenken van ideeën (zoals je doet voor SEO-titels), productiviteitstools, analyses … de mogelijkheden zijn vrijwel eindeloos.
Ik heb nog geen concrete toepassingen gezien voor social media, behalve de enorme hoeveelheid nieuwe avatars/profielfoto’s die gemaakt zijn met apps als Lensa. Maar het ligt voor de hand dat slimme ondernemers op dit moment bezig zijn om daar diensten voor te ontwikkelen.
ChatGPT beschrijft ‘engagement’ Er zijn een paar ontwikkelingen die ik voorzie.
3 Ontwikkelingen door AI content
De eerste is dat de hoeveelheid content en de hoeveelheid matige content ons wel eens zou kunnen gaan overspoelen op social media. Het is niet te voorspellen hoe goed de output van deze AI tools zal zijn. Maar voor sommige toepassingen, bijvoorbeeld als continuïteit belangrijker is dan kwaliteit, zal die output van tekst en beeld misschien wel voldoende zijn. Op het moment dat de content niet meer van die van menselijke auteurs te onderscheiden is – of eenvoudig kan worden geoptimaliseerd door menselijke redacteuren – is het maar de vraag wat er gaat gebeuren. En of de creativiteit die social media platforms nu nog aantrekkelijk maakt, nodig blijkt. Als je moeite hebt om contentplanning te vullen, zou AI wel eens een uitkomst kunnen zijn. Zij het een weinig creatieve.
De tweede ontwikkeling is dat originele, niet-AI content in vergelijking met AI-gegenereerde content heel kostbaar zal zijn. Mensen zullen duurder zijn dan machines. De computerkracht per gegenereerd AI-bericht schijnt maar een paar cent te zijn. Een videospecialist of fotograaf inhuren als je ook een paar commands in kan typen om beeld te genereren zal leiden tot hele andere, nieuwe afwegingen. Misschien worden door mensen gecreerde teksten, afbeeldingen en video’s wel een onderscheidende factor … maar de vraag is of die onderscheidend genoeg zal blijven om de kosten waar te maken.
Waar de investering in menselijke creators en contentspecialisten voor sommige organisaties logisch zal blijven, zal dat misschien voor kleinere ondernemingen anders zijn. Stel dat zij eenvoudig tussenpersonen kunnen inhuren die de door AI gegenereerde AI kunnen bijsturen en selecteren? Dan zijn ze goedkoper uit met mogelijk toch voldoende kwaliteit voor wat ze willen bereiken.
Het is niet de toekomst die ik graag zou zien. Maar wel een waar ik rekening mee houd.
Tenslotte komen we in 2023 in een moeras van ethische en juridische implicaties terecht rondom AI content. Als ik alle teksten en afbeeldingen van een succesvolle artiest, illustrator of social media influencer in een AI-tool kan stoppen om vervolgens content te genereren die precies lijkt op wat diegene zo bijzonder maakte … wat is dan de positie van de originele maker? Mag je zo maar mijn website scrapen om je AI chat app beter te maken? Wie zal het zeggen? En hoe ga je het bewijzen, als creator of als concurrent?
De manier waarop Lensa en ChatGPT massaal omarmd worden, zonder kritische vragen, zou de creatieve wereld wel eens op zijn kop kunnen gaan zetten in 2023. En daarmee ook die van social media content.
4 Nieuwe platformen, nieuwe kansen, oude problemen
De wereld van social media bedrijven kent al zo lang zoveel machtsposities dat nieuwkomers (of kleintjes die al langer bestaan) weinig kans maken op groei. Maar in 2022 zagen we dat het tij kan keren. Vanwege de overname van Twitter maar ook vanwege spannende nieuwkomers. En in 2023 moet blijken of al die veranderingen gaan bestendigen.
BeReal
Dit jaar zagen we, net als vorig jaar, een nieuw en razendsnel groeiend platform. Vorig jaar was het eendagsvlieg Clubhouse. Dit jaar was het BeReal, dat volgens Apple de belangrijkste app van het jaar op de iPhone was. En in tegenstelling tot Clubhouse, lijkt het succes van BeReal in 2023 aan te houden. Of het ooit nut krijgt voor bedrijven moet nog blijken, maar grappige arbeidsmarktcommunicatie-content is niet ondenkbaar (denk: een variatie op de Instagram stories take-over door collega’s!).
Uiteraard zijn niet alleen de oude reuzen (Instagram) maar ook de nieuwkomers (TikTok) al druk bezig om de functionaliteit van BeReal te kopiëren en te integreren in hun eigen platformen. Maar of ze daarmee net zoveel succes krijgen als het origineel moet nog blijken.
Instagram heeft de ‘dubbele camera’ functie van bereal in stories verwerkt Ook relatieve nieuwkomers zagen explosieve groei. Het zou bijvoorbeeld goed kunnen dat TikTok dit jaar de meest gedownloade app ter wereld is (op de iOS en Android systemen althans). Een relatieve nieuwkomer, maar wel eentje die duidelijk tegemoet komt aan een behoefte. En met ongekende groei. Waarbij merken, publieke organisaties, ouders en anderen worstelen om een inhaalslag te maken, ook al vanwege de twijfels over het platform. Ik beschreef hier wat het probleem met TikTok is.
Post
De grote uittocht van talent bij Twitter kan niet anders dan tot nieuwe Twitterachtige apps leiden. De bekendste is op dit moment post.news*, met funding van bekende investeerder Andreessen Horowitz (a16z). We zullen moeten afwachten hoe het uitpakt. En of onze specifieke doelgroepen er te vinden zijn, natuurlijk, want dat blijft toch de vraag als je jarenlang geïnvesteerd hebt in Twitter. Waar gaat jouw doelgroep heen?
* Ik heb hier gelinkt naar mijn ‘affiliate’ link – bij 5 sign ups krijg ik toegang. Voel je vrij om gewoon op post.news te klikken!
Mastodon en Tumblr
Tenslotte leidde het nieuws rondom Twitter dit jaar tot onverwachte groei voor kleine social media platforms die al jaren bestonden. Open source social platform Mastodon, dat al sinds 2016 bestaat, groeide explosief zodra Musk Twitter overnam. Hetzelfde geldt voor social/blogplatform Tumblr, dat sinds 2007 bestaat en tegenwoordig van Automattic is (het bedrijf van de bedenker van WordPress). En met iedere rare tweet van Musk nemen de gebruikersaantallen van beide platformen toe.
Hier lees je waarom ik niet denk dat Mastodon een volwaardig alternatief voor Twitter is.
Het afgelopen jaar is de kans groter geworden dat jouw organisatie zich op nieuwe platforms gaat begeven. Of het nou TikTok is of Mastodon, Tumblr of Post.news, het lijkt er op dat je doelgroep zoekende is. En dat betekent in ieder geval dat het verstandig om je bedrijfs-, merk-, product- of organisatienaam te claimen op nieuwe apps. Net als het verstandig is om je account op Twitter niet volledig op te heffen, zodat je gebruikersnaam niet gekaapt kan worden.
Oude problemen
OF het allemaal zo makkelijk wordt op die nieuwe platformen? Natuurlijk niet. Deze twitteraar legde dat in onderstaand draadje het beste uit:
Een ding is zeker: 2023 wordt een spannend jaar voor social media managers.
Enne, ja, je vindt ook mij op Mastodon: mstdn.social/@eljadaae. En ik heb sinds 2011 ook een Tumblr zoals alle cool kids destijds hadden 😉
5 LinkedIngroepen … ???
Ik was eind november 2022 vrolijk door LinkedIn aan het scrollen toen ik opeens een bericht zag dat ik niet begreep. De naam erboven was van Frankwatching, maar de naam er onder was van een persoon die ik niet kende:
LinkedIn groepsupdate in de tijdlijn Ik dacht even dat het een soort samenwerking was zoals je op Instagram hebt, waar je berichten en reels op twee accounts kan publiceren door aan te geven dat het een ‘partnership’ is.
Maar nee. Het was een groepsbericht.
Wie mijn trendartikelen van de afgelopen jaren heeft gelezen weet dat ik ieder jaar voorspel dat LinkedIn de groepenfunctionaliteit nieuw lezen gaat inblazen. Tot nu toe zonder dat ik gelijk kreeg. Maar ik denk dat het in 2023 gaat gebeuren, mensen. Yay!
Dat zou wel heel slim zijn van LinkedIn, want groepen zijn op Facebook een belangrijke reden voor mensen om terug te blijven komen. Ze hebben hoge engagement, veel bereik en laten mensen de Facebook app nog eens openen. Want zo leuk is Facebook verder niet meer, laten we eerlijk zijn.
LinkedIngroepen zouden een perfecte plek zijn om mensen te verzamelen die interesse hebben in een bepaald onderwerp of een bepaalde functie vervullen. Zo kunnen ze met elkaar van gedachten wisselen, zonder dat ze dat direct met hun hele netwerk delen. Bovendien kunnen ze er meer in detail treden. En kunnen ze er vragen kwijt met een redelijke garantie dat ze antwoord krijgen, iets dat in de algemene tijdlijn op LinkedIn maar de vraag is.
We zullen zien of ik gelijk heb. Als dat zo is, is het tijd om je groep nieuw leven in te blazen en te gaan experimenteren met dingen als open vragen en linkloze berichten – want hopelijk gaan groepen dan meer worden dan plekken waar de beheerder en de leden niets anders doen dan hun eigen links in spammen.
6 Nog 1 keer dan: verticaal beeld krijgt de overhand
Ik heb het niet gecheckt, maar ik denk dat ik dit al een paar jaar roep in mijn social media trendslijstjes: beeldformaten veranderen. Waar veel organisaties inmiddels kiezen voor vierkante foto’s en video’s in plaats van liggende formaten, is de volgende fase al lang begonnen: alles wordt verticaal. Of verticaler, in ieder geval.
Toch roep ik het nog maar even, want ik zie nog veel te veel mensen ‘vlogs’ maken met hun smartphone gedraaid in plaats van rechtop. En social media buraus vrolijk videospecialisten op pad sturen om bedrijfsvideo’s te maken in landscape.
De reden dat mensen bleven vasthouden aan horizontaal beeld was tot nu toe altijd een argument in de trant van ‘zo zijn onze ogen in ons gezicht gezet’. En dat is waar. Maar de natuurkracht die dat gezicht ontworp wist niet dat mobiele telefoons kleine verticale schermen zouden zijn die precies in een hand passen. En eerijk gezegd denk ik dat het vooral te maken heeft met de invloed van traditionele media als TV en de mensen die dat nog steeds maken. Maar social media is geen ouderwetse media. Tijd om je beleid aan te passen, dus.
Er is een reden dat YouTube volop op shorts is gaan focussen (verticale korte video’s), inclusief een speciale plek in het menu van de mobiele app, zie onderaan:
youtube shorts heeft nu een plek in de navigatie van de youtube app Ja, het wil de concurrentie met TikTok niet verliezen. En concurrentie is er: in juni gaf YouTube aan dat er maandelijks 1,5 miljard ingelogde gebruikers naar YouTube shorts kijken. Maar TikTok zat al in september 2021 op 1 miljard maandelijkse gebruikers.
Maar TikTok legde gewoon een ontwikkeling bloot die al langer aan de gang was. Als het gaat om verticale, schermvullende content had TikTok als relatief nieuwe app een voordeel, net als Snapchat destijds: het was niet gehouden aan de manier waarop content op horizontale beeldschermen werd getoond. Dat is de lastige legacy die Facebook en YouTube, die begonnen als website en pas later apps werden, hebben. Traditioneel worden video’s nu eenmaal gefilmd door traditionele videocamera’s zoals die voor TV bedacht zijn: in liggend formaat.
Dat is vandaag de dag wel anders. Als jij op TikTok een horizontale video wilt plaatsen, prima, maar het scherm blijft verticaal. En de kans dat je video het net zo goed doet als een video die verticaal gefilmd is, is klein. Schermvullende content is gewoon meer emersive, houdt de aandacht van de kijker beter vast. En dat is wat we willen. Toch?
Het aanpassen van horizontaal gefilmde content aan een verticaal (klein) beeldscherm werkt eigenlijk nooit goed. Ik zag van de week dat Netflix een moedige poging doet om het standaard TV-formaat geschikt te maken voor het verticale scherm met verticale ‘clips’:
netflix ‘clips’ TikTokkers doen het beter, Netflix (weliswaar zonder dat ze de rechten hebben op jullie content …). En de lol van content die gemaakt is om beeldvullend te zijn op een smartphonescherm is dat het beter past bij de gebruiker die dat scherm vasthoudt.
Als je verantwoordelijk bent voor social media content, is het nu dus echt – echt echt écht – de hoogste tijd om af te stappen van dat horizontale beeldmateriaal. Zorg dat collega’s verticaal gaan filmen en fotograferen, geef je bureau opdracht om te stoppen met die liggende graphics (zucht! of zoek een ander bureau …) en voed de mensen om je heen een beetje op. Tenzij die video op (het oude) YouTube gaat, hoeft het niet meer liggend.
Van vierkant naar 4:5 is wel het minste dat je kunt gaan doen. Maar ga vooral testen wat het beste werkt en hoe je op social media platformen als LinkedIn toch nog ruimte houdt voor je tekst.
2023 wordt een spannend jaar voor social media
gemaakt met dall-e AI Tsja. Het is een hele opsomming! Het is al heel lang niet zo spannend geweest in de wereld van social media. Behalve de opkomst van platforms als Snapchat en TikTok en de reacties daarop van de ‘oude’ platforms was het een beetje saai, zelfs. Verhalen vertellen en de aandacht grijpen blijft tenslotte altijd dezelfde kunst, waar je dat ook doet en in welke vorm dan ook.
Maar komend jaar wordt anders.
Steeds meer kritische geluiden van zowel gebruikers, adverteerders als overheden; de opkomst van AI-content die ons gaat overspoelen; de mogelijke opkomst van nieuwe (oude) platformen als Mastodon; de mogelijkheid dat we massaal wegtrekken van ons geliefde Twitter en ons publiek opnieuw moeten opbouwen … het wordt een crazy ride!
Riemen aan dan maar en gaan!
Bekijk de vorige trendsartikelen
Je las zojuist het zesde artikel dat ik schreef. Maar mocht je willen weten wat ik voor het afgelopen jaar voorspelde, dat vind je hier:
- Social media trends 2022 (dec 2021)
- Social media trends 2021 (nov 2020)
- Social media trends 2020 (nov 2019)
- Social media trends 2019 (nov 2018)
- Social media trends 2018 (jan 2018)