Ik zag onlangs een folder ergens. Van een zakelijke dienstverlener. Met een beeldmerk. Of logo? Weet nooit wat het verschil is.
Anyway: het waren vrouwenbenen met hoge hakken.
Geen stoere vrouwenbenen met hakken. Meisjes-in-peepshow-vrouwenbenen-met-hakken. Van die hoge hakken waar je niet op kunt lopen (laten we wel wezen, dat is ook niet de bedoeling van die hakken).
In dat bedrijf werken, vermoed ik, niet veel vrouwen.
Toen zag ik vlak daarna ergens een commercial voor een ander groot dienstverlenend bedrijf, gericht op adverteerders die via hen een grote groep consumenten (man/vrouw) kunnen bereiken. Er kwam een stier in voor. Een stieren-stier. Met alles er op en er aan. Voor je het vraagt: het bedrijf heeft niets met vee te maken. De boodschap was duidelijk:
dat bedrijf denkt dat alleen mannen op de positie zitten dat ze beslissen over advertentiebudgetten in hun sector.
En nee: dat klopt niet. Ik ken die sector. Ik ben die sector.
En toen zag ik later die dag per toeval ook nog een afbeelding op de helpdeskpagina van een bekend social media bedrijf. Twee dames met headsets, poserend voor het bedrijfslogo. Een social media platform dat voor zover ik weet evenveel mannen als vrouwen als gebruikers heeft.
Call centers? Dienstverlening? Headsets? Vrouwen. Uiteraard.
Symboliek is krachtig. En duidelijk.
Er is niet veel voor nodig om te begrijpen wat de boodschap is. Dat was zo met die hakken. En dat was zo met die goed uitgeruste stier. En met de vriendelijke call center agents.
Het blijft me verbazen (en het gaat me meer en meer ergeren), dat bedrijven door hun taalgebruik, door het gebruik van symbolen en symboliek, door afbeeldingen die ze gebruiken, door de grappen die hun managers maken online (!) en door hun taalgebruik duidelijk maken dat ze door en voor mannen zijn. Zelfs al zou dat feitelijk niet zo moeten zijn en richten ze zich officieel ook op vrouwen.
Ik had een keer een gesprek met een softwarebedrijf over een nieuw softwarepakket.
Twee verkopers in krijtstreeppak.
Eigenlijk wilden ze niet met me praten.
Ze konden zich duidelijk niet voorstellen dat ik iets in de melk te brokkelen had. Laat staan dat ik de baas was die besliste! Ze wilden liever met mijn zakenpartner spreken. En toen per ongeluk mijn kind binnenrende (we waren aan het skypen) sloten ze het gesprek af met “Ga jij maar lekker naar je kindje”.
Ik wist dat ze niet wisten dat ze er iets mee bedoelden. En dat ze niet begrepen dat ik door die opmerking bevestigd zag wat ik al sinds het begin van het gesprek haarfijn aanvoelde.
Ik vond het toevallig prima om naar mijn kindje te gaan. Ik had een half uur aangehoord hoe ik mijn bedrijf moest runnen volgens de heren en welk business model ik moest hanteren. Mijn kinderen zijn slimmer, leuker en innemender.
Ik betwijfel of ze tegen een mannelijke gesprekspartner hadden gezegd: “Ga jij maar lekker naar je kindje.” Dat gebeurt ook, hoor. Mannen die thuiswerken en kinderen rond hebben lopen. Ik ken er genoeg.
Je begrijpt dat het niets geworden is tussen ons.
Als je vrouwen niet serieus kunt nemen als gespreks- en zakenpartner, heb ik er geen zin in.
Er is niet mis mee, een mannenbedrijf. Een bedrijf met vooral mannen, of een bedrijf vooral voor mannen. Maar bedrijven die in feite een sekseneutrale dienst verlenen of een sekseneutraal product verkopen en zonder dat ze het doorhebben uitstralen dat ze een mannenbedrijf zijn: brrr. Daar vind ik wel iets mis mee.
Daar erger ik me aan.
Het is niet erg als je bedrijf van of door mannen wilt zijn. (Nou ja…daar kun je over discussiëren. Je kunt er de wet mee overtreden en er een proces voor aan je broek krijgen. Maar whatever.)
Het is ook prima als je je puur richt op mannelijke klanten. Echt helemaal OK. Is gewoon segmentatie. Als je graag spijkerbroeken wilt verkopen aan mannen door ze af te schilderen als cowboys en daarom veel stieren wil laten zien in je commercial, (want: de ‘ultieme man’), lekker doen.
Maar wat stom is en dom is, is machogedrag terwijl je product of dienst voor de zakelijke markt is waar beslissers zowel vrouwen als mannen zijn.
Mijn jongste zoontje heeft een favoriet boek.
Held op sokken, heet het.
Het gaat over een ridder die niet voor vol wordt aangezien, omdat hij geen baard heeft. Geen baard? Dan ook geen paard, geen zwaard, geen schoenen, helemaal niets.
Voor straf moet hij het kasteelhuishouden doen. Op zijn sokken. Hij tuiniert en kookt en doet de afwas en poetst de harnassen. De andere ridders zijn druk met vechten en prinsessen redden.
Tot er op een dag een prinses komt eten. Ze moet eindeloze heldenverhalen over drakendoders en riddervechters aanhoren. Maar een drakendodende ridder blijkt niet haar idee van een ideale man te zijn. Ze wil een man die goed kan koken en voor haar wil zorgen. Ze ontdekt wie de kok is en minuten later galopperen ze er samen van door. Want zij heeft wel een paard.
“Dat was het einde van het diner. En van de middeleeuwen.”, staat er.
Helaas, helaas, de middeleeuwen zijn nog niet overal afgelopen. En alsof dat nog niet erg genoeg is, is het ook zo merkbaar.
Geloof me: vrouwen voelen het meteen, dat je ze niet serieus neemt. De blote vrouwenbenen, het seksistische grapje, de stier als symbool, het ‘meisje’ of ‘ik ken een vrouwtje’…ze weten het direct. Ze weten direct dat je ze als minder beschouwt dan mannen. Dat je ze geen serieuze gesprekspartner vindt. Dat je het stom vindt dat ze moeders zijn, dat je denkt dat ze geen serieuze professionals zijn omdat ze kinderen hebben of dat je automatisch aanneemt dat iedere vrouw niets liever wil dan moeder zijn.
Vrouwen weten het. Vrouwen ruiken het.
En ze laten je links liggen. Doei.
Ze gaan hun softwarebudget, hun marketingbudget, hun onroerend goed budget, wat dan ook, wel ergens anders besteden. Voor jou 10 anderen (m/v).
Maar als je als zakelijke dienstverlener de wereld wilt veroveren, heb je vrouwelijke klanten nodig.
Of misschien wil je helemaal geen vrouwelijke klanten!
Of misschien weet je niet dat vrouwen jouw klant zijn? Misschien is je wereldbeeld een beetje achterhaald?
Misschien denk jij dat. Jammer voor jou. En voor je omzet.
Want ik kom overal vrouwelijke beslissers tegen.
Ze zitten overal. In het bedrijfsleven. Bij non-profits. Bij de overheid. In iedere bedrijfstak. Tot en met ’technische’ bedrijven en IT, banken en industrie.
Als het geen beslissers zijn, dan zitten ze wel op posities waarin ze koopprocessen beïnvloeden. Waarin ze invloed hebben op welke leverancier wordt uitgenodigd voor een gesprek.
Dus tsja. Misschien toch goed om eens te kijken of je je corporate taal moet ontdoen van domme hertjes, sexy benen, geile stieren en macho cowboys…
Vrouwendingen. Je kunt er op stuk lopen, heren.
Foto: LAC/BAC op Flickr
- 50 worden: het alternatief is minder - 11 augustus 2024
- Vakantie - 1 augustus 2024
- Achieve more - 25 mei 2024
Aleid zegt
Nou, eens! Ik weet het ook meteen. Ik werk in een mannenwereld. Gaat een van mijn mannelijke collegas om stipt 5 uur uit een vergadering zucht iedereen, och wat een toegewijde vader, ga ik om stipt 5 uur ben ik weer zo’n moeder die ook og wil werken en altijd alles naar hun hand (en kinderen) willen zetten. Derceptie van mannen en vrouwen is zo verschillend, overal en vooral in marketing. Het eerste schoonmaakmiddel dat zich in commercials richt op mannen moet ik nog zien, om maar een ander voorbeeld te noemen. Bah. Ik maak trouwens zelden schoon ( ik heb een schoonmaaker, juist ja, geen schoonmaakster en ik kook wat hij op het lijstje zet), maar desalniettemin een irritatie punt, net als baby / peutervoeding, geven vaders hun kindrren nooit te eten? Argh. Ik stop voordst ik chaggie wordt