Kijk: je hebt goede en oprechte feedback die uitgaat van jou en wie jij bent. En er is impliciete feedback die eigenlijk niet met jou te maken heeft, maar met degene die hem geeft.
Voorbeeldje van goede en oprechte feedback: de duidelijke feedback die ik gisteren kreeg is dat het lastig is om met mij kort te overleggen. Ik heb tijd nodig om mijn gedachten te vormen en ik doe dat het makkelijkst als ik tegen/met iemand kan praten.
Dat laatste is overigens al een kritiekpuntje dat nog stamt uit mijn allereerste assessment. Dat ik niet alleen mijn gedachten kan vormen. Bewijs: JULLIE en DIT BLOG.
Ik moest er om lachen want het is zo waar! En ik was toch even in shock door de vaststelling van die waarheid. Ik ben erg langdradig in gesprekken en in emails. En ik had er niet bij stil gestaan dat dit voor sommige mensen bezwaarlijk is. Dus ik ga mijn leven beteren (collega’s: take note). 🙂
Dat was feedback over mij en voor mij. Waar ik iets aan heb. Mezelf mee kan verbeteren.
Maar heel veel feedback gaat helemaal niet over jou. Die gaat over die ander.
Veel dingen die mensen zeggen en die voelen als een aanval gaan helemaal niet over jou. Ze zijn een manifestatie van het deze-feedback-gaat-stiekem-niet-over-jou-monster dat wij (denk ik) allemaal in ons hebben.
In dit mooie artikel beschrijft de auteur haar niet-bestaande-kinderwens. Ze wil geen kinderen. Maar dat accepteert de maatschappij natuurlijk niet. Mensen voelen zich door die keuze aangevallen, om de een of andere reden. Ze kunnen het zich niet voorstellen – simpelweg omdat zij het anders voelen. Of misschien omdat ze op sommige aspecten van het kinderloze bestaan jaloers zijn. Wie zal het zeggen.
Bij ouderschap gaat dat ook zo. Ik had net een vriendin aan de telefoon die een babietje heeft van een paar maanden dat nog niet doorslaapt. En eerste de fles weigerde. En de speen. En nu wel een speen accepteert (en daarom makkelijker slaapt). Wie ooit de zorg voor een baby heeft gehad weet dat de hele wereld het dan beter weet.
Dat mensen zijn zeker weten dat speentjes slecht zijn. Want je komt er nooit meer vanaf. En dat er (evenveel) mensen zijn die zeggen dat duimpjes slecht zijn voor de tanden. En je komt er nooit meer vanaf. Dat de baby niet in bed mag bij zijn ouders. Dat de baby altijd in bed moet bij zijn ouders. Dat je de baby wel naar het kinderdagverblijf moet brengen. Dat je de baby niet naar het kinderdagverblijf moet brengen. Dat je langer dan 6 maanden moet borstvoeden. Dat langer dan 6 maanden borstvoeden belachelijk is.
Ik zou daar nog wel even mee door kunnen gaan, die lijst. Om nog niet te spreken over de hele fase voor de baby. Een collega zag mij lopen (13 weken zwanger was ik) en stelde vast dat ik bekkeninstabiliteit had. Dat wist ze want dat had zij ook gehad en ze zag het aan de manier waarop ik liep. Ik was helemaal in de stress. Het was gelukkig niet waar. En don’t get me started on de ongelofelijke aantallen mensen die je weten te vertellen dat je wel thuis/niet thuis/in DAT ziekenhuis/niet in DAT ziekenhuis/met ruggeprik/zonder ruggeprik moet bevallen omdat je anders …. [vul in: vreselijk scenario].
Mijn conclusie is dat iedereen uitgaat van zijn eigen ervaringen en dat rondom die ervaringen als jonge ouder terecht heel veel emotie zit. En vaak ook het gevoel dat je het niet goed genoeg hebt gedaan. Misschien omdat iedereen overspoeld wordt door meningen? Of omdat het het belangrijkste in de wereld voor je is, op dat moment?
Maar vanuit die emotie rondom ouderschap is het lastig objectief adviseren aan andere jonge ouders.
Mijn punt is: mensen projecteren hun eigen ervaringen en emoties en onzekerheden op de ander. Helemaal als het over dingen gaat die belangrijk zijn. Hun feedback of advies gaat dan vaak meer over hen dan over jou.
Als je naar het buitenland verhuist, gebeurt het ook.
“Oh nee, Turkije? Je gaat toch niet wonen in een Islamitisch land?”
Het blijkt een cultuur te zijn waar we allemaal nog iets van kunnen leren.
Een vriendin van mij verhuisde naar België voor een grote stap in haar loopbaan en haar vriendinnen konden haar alleen vertellen hoe ze twijfelden aan die stap.
Het is inderdaad een heel avontuur gebleken maar ik betwijfel of ze spijt heeft gekregen. Ze is succesvol in wat ze doet, mede door die ervaring.
“Hongaars leren? Niet aan beginnen hoor, dat is niet te doen.”, zeiden andere buitenlanders in Hongarije tegen me toen ik vrolijk vertelde dat ik les ging nemen.
Ze hadden ongelijk. Most kicit magyarul beszelek.
“Naar het buitenland voor de baan van F.? En jouw carrière dan? Geef je die zo maar op?”
Het tegendeel is waar gebleken. En het was niet ‘zo maar’, trouwens.
Voor ondernemersschap geldt hetzelfde.
Toen ik ontslag nam bij KPN wist iedereen (behalve F!) me te vertellen dat dat heel onverstandig was in deze tijd. [NB: dit is zo’n 10 jaar geleden. Het is altijd zo’n tijd, he.]
Maar ik begrreep die reactie wel. Want ik had zelf de jaloezie en de angst gevoeld bij iedere vriend en bekende die ik KPN vol opluchting zag verlaten. Ik herkende de emotie achter de impliciete feedback.
Toch is het jammer dat we onze eigen emoties niet altijd zo goed kennen en niet herkennen dat we vanuit onszelf reageren en niet vanuit die ander.
Ik haat ’t als alles dat je doet en krijgt wordt afgeschoven op ‘geluk’ of ’n ‘gave’. Nee. I’m working my ass off. Voor niets gaat de zon op
— Cynthia Schultz (@misslipgloss) May 24, 2013
Wat ik lees in dergelijke statements van anderen is dat het hen allemaal nogal tegenvalt, het bestaan als blogger. Dat het toch wel erg hard werken is. Dat ze niet rond kunnen komen. Dat ze er misschien wel helemaal doorheen zitten.
We hebben allemaal die stem in ons hoofd.
Dat het ons niet zal gaan lukken. Of dat we niet genoeg zijn. Of dat we niet GOED genoeg zijn.
Mijne is de angst om ergens niet bij te horen. Dus als mijn vriendinnen iets doen zonder mij, steekt het de kop op. En ben ik geneigd vanuit mijn angst te reageren en niet enthousiast en blij voor ze te zijn. Belachelijk natuurlijk. Dus ik werk er aan. Ik doe extra mijn best.
Ik ben me bewust van mijn monster. Omdat ook ik minder leuke ervaringen en onzekerheden heb rondom het ouderschap. Dus naar mijn zwangere vriendinnen en vriendinnen met kleine kinderen probeer ik met name uit te stralen dat wat ze doen goed is. Want dat is het ook.
En die impliciete kritiek feedback? Ik ga het deze-feedback-gaat-stiekem-niet-over-jou-maar-over-mij-monster gewoon te lijf met een spreuk. Die, toegegeven, niet altijd werkt.
Luister mensen. Ik ben Harry Potter niet!
Komt’ie. *zwaait toverstokje*
Het zegt meer over hen, dan over jou.
- 50 worden: het alternatief is minder - 11 augustus 2024
- Vakantie - 1 augustus 2024
- Achieve more - 25 mei 2024
Jacob Jan Voerman zegt
en zelfs die feedback over dat overleggen gaat over de ander. Hoezo moet jij je aanpassen aan het tempo van een ander. Hoezo is het beter in je eentje gedachte te bepalen?
Dat zijn dus ook allemaal impliciete normen die mee worden gegeven.
Niks mis met de constatering, wel iets mis met de impliciete bewering dat jij daar aan moet werken.
Dus kom ik weer terug op mijn stokpaardje: feedback is ALTIJD informatie van de ander.
En dat kan heel nuttig zijn, als het bij informatie blijft.
En dan nog kun je beslissen dat je sneller wil leren overleggen, maar dat is dan jouw beslissing, jouw cadeau aan de ander, en niet omdat het hoort, of zo.
Toch?
Elja Daae zegt
Ik lag al in bed maar moest er snel even uit omdat ik me realiseerde dat ik iets niet goed heb aangegeven. De feedback was helemaal geen feedback, meer een constatering. IK ben degene die het als feedback heeft opgevat omdat ik me realiseerde dat anderen misschien fijner met mij kunnen werken als ik probeer wat korter van stof te zijn. Het fijne van mijn collega’s is juist de acceptatie, realiseerde ik me net toen ik er over nadacht. De constatering was dat de manier waarop ik werk zo is. En mijn eigen constatering was dat ik daar best eens rekening mee zou kunnen houden.
En inderdaad: feedback zegt misschien altijd iets over die ander? Maar dat hoeft niet slecht te zijn, toch? Of? Jij weet er veel meer van dan ik, ik moet er nog wat meer over nadenken. Maar mijn opmerkingen dat ik feedback kreeg zijn eigenlijk niet correct. Er werd geconstateerd (op een warme manier). Ik ben erg bevoorrecht dat ik in zo’n omgeving mag werken, denk ik vaak. Waar ik mezelf kan zijn en waar dat jezelf zijn precies is wat nodig is.
Jacob Jan Voerman zegt
Dan is feed back prachtig. Mensen vertellen jou hoe jij op hun over komt. Dat is hele bijzondere informatie.
Daar zou het moeten stoppen.
Maar in feedback trainingen wordt dat altijd gezegd dat je bij feedback ook moet aangeven hoe mensen kunnen veranderen. Dat vind ik dus een verkeerde stap.
Zoals je het nu beschrijft is het helemaal perfect !
Dan mag je zelfs ongevraagd feedback geven, vind ik. Dan is het gewoon iemand iets moois vertellen.
ik schreef ooit deze post er over
http://jacobjanvoerman.nl/misbruik-van-feedback/
Agnes Swart zegt
Mooi verwoord en herkenbaar. Vaak kun je beter vragen stellen dan oordelen/advies geven. Soms sluipt het er wel in merk ik zelf, probeer me er van bewust te zijn. Grappig, gisteren kwam dit ook aan de orde bij een lezing van Ygenwijs (platform jonge ondernemers e.d.) over ‘andermans beren op de weg’.
Elja Daae zegt
Ik ga die stelen, als dat mag “andermans beren op de weg”. Dat is het precies! Bij al die voorbeelden!! En prima als die ander die beren ziet, maar je hebt al genoeg eigen beren op de weg he om ook nog die van een ander erbij te gaan signaleren…!!