Ik was een week geleden in de VS en doe daarvan op dit blog verslag*. We zijn aangeland bij zaterdag. Maar eigenlijk wil ik het met je hebben over zondag. De dag waarop ik afscheid nam van een oude vriendin.
Zaterdag
Zaterdag vloog ik van San Diego naar Chicago om bij vrienden te gaan logeren. Ik liep door mijn oude buurtje, gooide een cadeautje door de brievenbus van een vriend, leerde de nieuwe hond van vriendin Pam kennen en zag hoeveel haar zoon gegroeid was, at met haar, hoorde wat ze gedaan had sinds Parijs, en nog veel meer. Het was heerlijk.
Ik had op het vliegveld een auto gehuurd. Dat deed ik niet zo maar, want de taxi is makkelijker. Om eerlijk te zijn was het even stressen, weer rijden in de VS. Het is eigenlijk makkelijker dan in Europa (of Instanbul ?). Alleen was ik even kwijt hoe het zat met rechtsaf door rood (mag meestal) en dat je niet in de rechterbaan moet rijden (na de winter zit die helemaal vol met pot holes).
Toch ging ik braaf op weg. Want ik zou zondag naar mijn vriendin Chris gaan, met de auto.
Vriendschap
Wie dit blog al langere tijd volgt, kent het verhaal: ik had een geweldige buurvrouw in de VS die ik door omstandigheden uit het oog was verloren.
Hier vind je het hele verhaal: ‘Een stukje van mijn hart‘.
“Ze leerde me wat Costco was, wat cicada’s zijn en ‘cicada killers’, wat racoons met je huis kunnen doen, en wat de lekkerste crispy corn is. Hoe je je huis miervrij houdt en hoe je in een restaurant rustig iets kunt bestellen om de helft direct in te laten pakken voor later. Ze liet me de snelste binnendoorroute naar het vliegveld zien en het min of meer geheime parkeerveldje waar ik rustig F. op kon wachten zonder dat ik de parkeerpolitie op mijn dak kreeg.”
Nadat ik haar terugvond, hadden we een tijdje lang telefonisch contact. Maar toen ze de telefoon niet meer opnam, raakte ze voor mij een beetje uit het zicht. Ik wist alleen dat ze vanwege haar Parkinson’s inmiddels in een verzorgingstehuis zat in de stad waar haar zoon woont.
Ik wist niet precies waar Chris zat. Alleen dat ik dit keer niet uit de VS zou vertrekken zonder haar te zien. Dus toen ik mijn vlucht had geboekt, zocht ik contact met haar zoon om te vragen of ik langs kon gaan. Hij gaf me het nummer van het verzorgingstehuis en uitleg van haar favoriete maaltijd, die ik kon halen bij Panera. Panera is een soort Subway, waar je kunt lunchen of broodjes kunt halen. Vroeger ging ik er wel eens met Chris naar toe. Goede herinneringen.
Leegte
Zondagochtend ging ik op weg. Ik wou dat ik je mee kon nemen, dat uurtje door winters Illinois. Het is enerzijds deprimerend en anderzijds zo mooi. Lange stukken door bossen, langs velden en door kleine arme stadjes met oude gebouwen en troosteloze strip malls. De winter is lang, in Illinois. En het platteland van Amerika is niet een plek voor de rijken.
Stiekem genoot ik van mijn autorit. Ik voel me thuis in Illinois. Maar het was toch even slikken toen ik aankwam op mijn bestemming. Ik sloeg rechtsaf en zag in de verte het gebouw. Het lag in het midden van nergens, in een enorme ruimte met niets. Het was zeker 5 minuten lopen van de weg naar de ingang, zeg maar. Omgeven door gazonnen en asfalt, uitgehouwen uit het bos en de velden. Ik kan het niet zo goed uitleggen, het gevoel dat me bekroop. Het had iets triests. Het gebouw zelf was typisch Amerikaans en best mooi, wit. Maar toch. De mensen die er wonen zitten weggestopt, ver van de bewoonde wereld.
De hal was prachtig, met zacht tapijt en een vriendelijke jongen bij de receptie (waar ze altijd opnemen met ‘It’s a beautiful day at [naam verzorgingstehuis]…’). Hij verwees me naar Chris: rechts de gang in, dan links en meteen weer rechts.
Die eerste gang was vriendelijk. Dik tapijt, kamers aan beide kanten met naambordjes er op. Alsof het echte voordeuren waren. Maar toen ik aan het einde kwam en links rechts ging zag ik een deur met een slot. Ik schrok een beetje. Ik had met gewoon niet gerealiseerd dat ze op een gesloten afdeling was. Het rook ook minder lekker dan een stuk terug.
Besloten
Ik drukte op de bel en iemand kwam open doen. Ze wist al voor wie ik kwam en vertelde dat Chris erg uitzag naar mijn bezoek. Ze bracht me naar een soort serre, pakte een tafel en schoof een stoel aan voor mij. En toen bracht ze Chris.
Chris zat in een rolstoel. Ze begon te huilen toen ze me zag en ik haar omhelsde. Ze zei dat ze niet had gedacht dat ze ze me ooit nog zou zien. Ze was een stuk ouder en magerder geworden en haar haar was korter en helemaal wit. Ze keek me niet aan toen ik tegenover haar ging zitten en de lunch uitpakte.
Wat kan ik verder zeggen? Het was fijn en heftig tegelijk om haar te zien.
We kletsten over hoe het met haar ging, over haar zoon en haar dochter en hoe het met hen ging, over haar kleinkinderen. Ik vertelde hoe het ging met mijn vriendinnen Pam en Lori en mijn vriend Joel, die zij zich nog leek te herinneren, uit haar oude buurtje. Het was duidelijk dat ze verdrietig was en het zwaar had. Ze was iemand die altijd bezig was met en voor anderen, altijd druk. Ze heeft zware parkinsons maar is tegelijkertijd nog de oude, scherpe Chris. Ze heeft door wat haar situatie is.
Een oude mevrouw kwam bij ons in de serre zitten en pakte een lamp die op de grond stond en niet in het stopcontact zat. Ze pakte hem, speelde met het koord en legde hem naast haar in een stoel, liefkozend. Hij viel bijna maar toen ik probeerde haar te helpen reageerde ze niet. Ik haalde de verpleegkundigen die direct in actie kwamen. Toen ze haar de lamp afnamen werd ze boos en zelfs een beetje agressief.
De anderen
Ik wist niet of Chris begreep wat er gebeurde, maar toen ik weer zat en de mevrouw naar haar kamer was gebracht zei ze: het is moeilijk als je niets meer zelf mag bepalen.
Na het eten reed ik haar naar haar kamer, om die ook nog even te zien. Een alarm ging af: een meneer probeerde de afdelingsdeur open te doen. Later deed hij de deur open van de kamer waar wij zaten, waar een verpleegster hem onderschepte. Hij komt alleen om te plassen, zei Chris.
Haar kamer was niet ruim maar wel gezellig. Halverwege stond een kast. Haar bed stond onder een raam. Het was een ouderwets bed, met een witte rotan achterkant en witte rotan kastjes ernaast. Nog van vroeger. Toen ze mijn buurvrouw was ben ik maar 1 keer bij haar binnen geweest, in drie jaar. Ze vroeg me nooit mee. Ik weet niet waarom. Dus ik had haar bed nog nooit gezien.
Er stond nog een bed. Ik vroeg waarom ze twee bedden had. Ze deelde de kamer met een mevrouw die er nooit was, zei ze. Toen ik vroeg waar die mevrouw dan bleef zei ze dat ze dat niet wist. Ze had het veel over ’they’. They took her, they ruined my clothes, … Ik maakte er uit op dat ze besefte dat andere mensen over haar beslissen en dat de patiënten kennelijk niet begrijpen waarom en hoe, of vergeten waarom en hoe.
Naast haar kledingkast lagen twee enorme goudkleurige ballonnen te verwelken. Een 8 en een 0. Van haar verjaardag, de week daarvoor.
Afscheid
Uiteindelijk, na ruim een uur, nam ik afscheid. Ik merkte dat ze heel moe was en minder samenhangend. En ik wist dat ik toch niet altijd kon blijven. Ik zou vroeg of laat toch weg moeten. Ze probeerde op te staan uit haar stoel om met me mee te lopen. Ik denk dat ze wel wist dat ze dat niet meer kon maar ik probeerde haar te helpen. Toen het niet lukte, reed ik haar weer terug naar de zitkamer waar de verpleegsters waren, omhelsde haar en liep weg. De verpleegster liep mee, typte haar code in en deed de deur voor me open.
Ik begon eigenlijk al te huilen toen ik die deur doorging. Maar ik hield me in. Ik groette een opgewekt gezinnetje dat net naar binnen liep. Ze hadden een lach op hun gezicht gepleisterd. Ik begreep heel goed waarom.
Zodra ik in de auto zat, moest ik huilen. Heel erg. En toen Pam de deur open deed, een uur later, en vroeg hoe het was, ook weer. En toen mijn moeder later die week vroeg hoe het bij Chris was geweest, ook. En nu ook weer.
Het punt is: ze was altijd zo lief voor mij en mijn gezin. Ze was een tijd lang de enige persoon die ik kende in de hele Verenigde Staten. Ik zag haar meerdere keren per week. Ze was er toen ik naar het ziekenhuis moest tijdens mijn zwangerschap (het liep goed af). Als F. op reis was – en dat was hij minimaal twee dagen per week – at ze vaak mee. Ik was toen en ben nog steeds dol op haar. En nu weet ik niet of ik haar ooit nog zie. Maar ik weet wel dat ze lijdt.
Het positieve is dat ik nu begrijp waar ze is. Dat ik me haar kan voorstellen in haar huidige omgeving.
Bellen heeft denk ik niet zo veel zin meer. Maar ik heb bedacht dat ik kaartjes ga sturen. Dan kan ik haar toch nog bereiken. En wie weet, kan ik terug gaan later dit jaar.
Je weet maar nooit. Misschien was dit toch niet ons afscheid.
* In het kader van de serie ‘wat Elja deed vanaf 1 maart’ ben ik bij zondag aangeland. En wil ik al die lieve mensen die reageren op het blog en op Twitter en zelfs per e-mail even bedanken. Het is geen valse bescheidenheid: ik dacht gewoon niet dat het echt uitmaakte, wat ik hier deed. Maar jullie laten me zien dat dit blog echt gelezen wordt en zelfs gemist. Ha. Ben ik even blij dat ik weer begonnen ben?
- 50 worden: het alternatief is minder - 11 augustus 2024
- Vakantie - 1 augustus 2024
- Achieve more - 25 mei 2024
Emma zegt
Hoi, ik huilde mee.
Het voelt zo vertrouwd je weer te lezen.
Die mooie casual tone. Alsof ik in een lievelingsboek zit
Elja Daae zegt
Lief! Dankjewel!!
Martha zegt
Ik zit hier gewoon met je mee te huilen hoor.
Elja Daae zegt
<3
Mariska zegt
Nou zit ik hier echt verwoed tranen weg te vegen. Wat een ode aan een vriendschap en ik hoop dat je haar toch nog weer kan zien.
Elja Daae zegt
Wat lief. Zo brengt een vriendschap tussen twee mensen, en een moment tussen twee mensen waar niemand anders van wist, toch nog wat te weeg in de wereld he?