Ben een boek aan het lezen. ‘Identiteit’, van Paul Verhaeghe. Ik heb het nog niet uit en ik geloof dat de clou nog moet komen. Maar het heeft me nu al aan het denken gezet.
Het grote plaatje
Ik kreeg het van H. na een gesprek over dingen als de sterke focus op toetsen in het basisonderwijs maar ook over de marketing van de angst. Over die meetbaarheid, de redenen dat je kinderen toetst en wat nou eigenlijk waardevol is, schreef ze dit artikel op Volkskrant.nl.
En ik schrijf natuurlijk regelmatig over angstmarketing. Plus, ik heb een paar jaar van dichtbij de Amerikaanse cultuur mee mogen maken en kijk er tegelijkertijd vol bewondering en vol afschuw naar.
Het zijn onderwerpen die aan de orde komen in het boek en door Verhaeghe in een veel breder kader worden gezet. Uitgelegd op basis van geschiedenis en psychologie. Van ontwikkelingen in onze (Westerse) maatschappij en waarop die gebaseerd zijn.
In zekere zin lijkt het op expat zijn: opeens zie je je eigen cultuur van een afstandje en daarmee je eigen gedrag, je voorkeuren, je normen en waarden…jezelf.
Taai
Het is best taai. Taaie stof (ook al is het prachtig geschreven, goed uitgelegd, begrijpelijk, persoonlijk). En taai omdat je opeens naar jezelf kijkt en naar de mensen die je lief hebt en vraagtekens gaat zetten.
De manier waarop je naar jezelf kijkt bepaalt je hele leven, niet waar? En als je dan opeens anders kijkt naar hoe je naar jezelf kijkt, is dat confronterend.
Ik was er al een tijdje mee bezig: het gevoel dat we onszelf allemaal als enorme individuen beschouwen, maar van een afstandje toch wel verdraaid veel op elkaar lijken. Wij Nederlanders voelen ons ieder voor zichzelf, speciaal. Anders dan de rest.
Maar na 6 jaar in het buitenland twijfel ik daaraan. Hoe individueel ik nou eigenlijk ben. Ik krijg steeds meer het gevoel dat mijn cultuur mij en de rest van Nederland bepaalt en dat wij stiekem voor 90% op elkaar lijken.
Ik lijk meer op jou, dan jij denkt. En jij meer op mij.
Het is een beetje als die paaltjes verzetten. Houden we ons vast aan valse, onechte denkbeelden en illusies? Laten we ons leiden door principes die we stiekem niet nastreven en die bovendien alleen een klein gedeelte van de mensen tot voordeel strekt?
Het is tegelijkertijd deprimerend en bevrijdend, dat boek. Het schept een nieuw kader om naar jezelf en de ander en onze maatschappij te kijken.
En dat is ook precies wat we met zijn allen zoeken, een kader. Heb ik net gelezen. 🙂
- Schrik - 19 januari 2025
- Assess yourself - 17 januari 2025
- Loki - 16 januari 2025
Judith Vriens zegt
2600 jaar geleden (en eerder) moesten mensen al even afstand nemen van elkaar en van de hectiek van de dag, zo las ik een paar jaar geleden tijdens mijn studie Cultuurwetenschappen.
Kun je je dat voorstellen; in die tijd met maar een fractie van het aantal mensen en prikkels in vergelijking tot nu?! Schept wel een band….
Elja Daae zegt
Ja! Dat komt ook terug in dit boek, die prikkels, wat dat betekent. Niet op een prekende manier, maar het zet je aan het denken: wat doen die prikkels met mij en met mijn kinderen?
Judith Vriens zegt
Mijn kinderen geven aan dat ze daar tamelijk ongevoelig voor zijn, juist omdat ze ermee zijn opgegroeid (al stond bij ons toen ze klein waren de tv of het computerscherm regelmatig lange tijd uit).
Nu zijn ze full time online, met radio of tv erbij. Zij zijn inderdaad tig keer beter gewend aan die prikkels dan bijvoorbeeld hun moeder die nog nog uit het tijdperk van altijd buitenspelen stamt.
Voor mezelf; doe aardig mee met de 24/7-beschikbaarheidsgedachte maar bezie tegelijkertijd wat dat met me als persoon doet. Ik bedoel, die trein raast toch wel door, af en aan even uitstappen (offline) levert veel goeds op.
Elja Daae zegt
En, we weten ook niet wat het echt met ons doet. Welke stukken van onze hersenen we misschien beter of anders zouden gebruiken als we niet die prikkels hadden. Ik heb net als jij het gevoel soms dat de trein maar doorraast en dat de enige manier om er af te stappen is om echt even offline te zijn.
Anke zegt
Of zoals de Maya’s zeggen: “In Lak’ech”, wat betekent: Ik ben een andere jij.
Elja Daae zegt
Mooi!
Peter Pellenaars zegt
Grappig. Ik las vandaag over het werk van William Faulkner in het boek van Jannah Loontjens:
“De personages in zijn werk ontkomen niet aan het juk van hun klasse, ras of schrijnende familiegeschiedenis […] Sociale structuren, codes en controle maken het de personages onmogelijk om te ontsnappen aan de geschiedenissen die hen gevangen houden.”
Een ook niet al te opwekkende gedachte…
Elja Daae zegt
Nee, inderdaad. Maar ik geloof dat ontsnappen wel degelijk kan, als je je maar bewust wordt van wie je bent en waarom. Ik lees in dat boek dat dat iets was dat de oude Grieken ook geloofden…
Peter Pellenaars zegt
Ja, maar volgt op dat ontsnappen uit de ene groep niet de wanhopige poging om opgenomen te worden in de groep waar je volgens jezelf beter thuishoort…?
Elja Daae zegt
De mens blijft toch een groepsdier, he? Ik weet het niet. To belong, een belangrijke drijfveer. Ook bij mij in ieder geval.
Bedoel je dat er geen groepen zijn waar je echt thuishoort? Of dat je altijd zult kiezen voor de verkeerde groep op basis van de verkeerde motieven (die je jezelf niet bewust bent)?
Moet je eigenlijk altijd ontsnappen aan een groep? Aan je klasse, ras en zelfs je familiegeschiedenis? Of kan het gewoon onderdeel worden van wie je bent? Als je het accepteert en verwerkt (voor zover verwerking nodig is)?
Peter Pellenaars zegt
Nee, ik bedoel niet te zeggen dat er geen groepen zijn waar je echt thuishoort, maar eerder dat je altijd onderdeel van een groep zult blijven, hoe uniek of individueel je verder ook probeert (of denkt) te zijn.