Hoe maak je je website beter vindbaar in de zoekmachines? Simpel: met SEO. Search engine optimization. En het mooie is: je hoeft geen expert te zijn om iets aan de vindbaarheid van je website of blog te doen. Het is wel veel werk, dat wel. Maar als je bereid bent om aan de slag te gaan, heb je verder alleen wat hulp nodig van iemand die je de weg wijst. En die vind je in het boek ‘Praktijkgids schrijven voor SEO’.
Een vindbare website of blog is superbelangrijk
Google wordt steeds belangrijker als bron voor verkeer naar je website. De laatste cijfers laten zien dat social media als bron van verkeer sterk aan het dalen is. Dus het optimaliseren (beter vindbaar maken) van de interessante pagina’s op je website wordt steeds belangrijker. Het is zonde om geld en tijd te investeren in je website als zoekmachines als Google (en daarmee bezoekers) de weg er heen niet weten te vinden, tenslotte.
Het goede nieuws is dat er een heel vakgebied is rondom die vindbaarheid. SEO. Uitgeoefend door SEO’s (zoals ze zichzelf noemen): Search Engine Optimizers.
SEO is een vak dat je kunt leren
Als ik heel eerlijk ben vind ik SEO heel erg leuk. Ik doe het al heel lang, alhoewel niet altijd even serieus als het gaat om mijn eigen site (deze), af en toe ga maak ik een inhaalslag. Als je op dit blog rondkijkt, zul je dan ook heel veel informatie vinden die te maken heeft met de vraag hoe je je website beter vindbaar kunt maken.
Het leuke aan SEO is dat het het raakvlak is tussen techniek, mensen en creativiteit:
- Techniek: hoe werken zoekmachines? Hoe zitten websites in elkaar?
- Mensen: wat zoeken ze? hoe zoeken ze? Waarom zoeken ze? Waar zoeken ze?
- Creativiteit: wat kan ik schrijven om tegemoet te komen aan wat mensen willen weten? Hoe doe ik dat?
Je moet het ook echt wel een beetje leuk vinden, dat SEO, wil je het gaan begrijpen. Maar je moet het ook gaan begrijpen, wil je het leuk gaan vinden. Snap je? 🙂 Tijd om de praktijkgids van Rutger er bij te pakken en aan de slag te gaan.
Maak een SEO inhaalslag
Toen Rutger zijn boek over SEO lanceerde, was ik benieuwd. Want ik ken hem als iemand die niet alleen goed kan schrijven maar ook goed kan uitleggen. En toevallig was ik zelf bezig met een SEO inhaalslag. Ik ben o.a. met met de SEO tool SEMrush gestart om mijn hele website opnieuw door te lichten en beter vindbaar te maken.
Maar terwijl ik nadacht over mijn strategie had ik een aantal belangrijke vragen, die Rutger met zijn boek misschien kon beantwoorden:
- Wat kan ik in het algemeen doen om mijn website als geheel beter te laten scoren in Google?
- Hoe zorg ik dat ik gevonden word op de voor mij belangrijke termen?
- Hoe moeilijk is het om concurrenten te verslaan op bepaalde termen?
- Hoe moeilijk is link building en is dat iets dat ik mezelf zie doen? (waarbij Rutgers vraag om zijn boek te lezen een mooi voorbeeld was :D)
Ik mocht Rutgers boek dus lezen. En hoewel ik veel dingen wel wist, zette hij me toch aan het denken over een aantal dingen. Die dingen vind je hieronder.
In het boek staat uiteraard nog veel meer, waaronder heel veel uitleg over de werking van zoekmachines en checklists die je kunt volgen om te voldoen aan de basisregels om je website vindbaar te vinden. Maar hieronder vind je vooral de dingen die mij specifiek triggerden.
De rol van die ene webpagina binnen je totale website
Ik zat me toevallig af te vragen of het nou ook zin heeft dat bepaalde woorden vaak voorkomen op je website als geheel. Of dat meetelt voor de manier waarop Google die ene webpagina met die zoekterm beoordeelt. Maar helaas. Rutger hielp me al op pagina 17 uit de droom:
Google kijkt bij het beoordelen van zoekvragen in eerste instantie naar webpagina’s en niet naar websites. De autoriteit van de bijbehorende website telt wel mee, maar populaire websites verschijnen niet automatisch hoger bij de zoekresultaten. Voor hen gelden dezelfde regels.
Het lijkt een onbelangrijk detail, maar het is wel degelijk belangrijk. Want het betekent dat je om te scoren op bepaalde zoektermen minimaal 1 knaller van een pagina moet schrijven die helemaal draait om die zoekterm. En als het gaat om je eigen business, is dat nog niet zo makkelijk. Vaak blog je er toch een beetje omheen, om je onderwerp. Je gaat niet snel een pagina schrijven die ‘SEO expert’ heet, bijvoorbeeld, als je dat bent. Maar dat moet dus wel, wil je vindbaar zijn op zo’n onderwerp.
CHECK. Daar moet ik dus (toch) mee aan de slag.
De eerste 10 seconden tellen
Als je niet alles leest uit Rutgers boek, lees dan pagina’s 23 en 24 wél. Hij legt hier uit dat bezoekers in zo’n 10 seconden beslissen of je webpagina hen geeft wat ze zoeken. Als de informatie te onoverzichtelijk is, of te veel moeilijke woorden bevat, of geen duidelijke koppen (vooral de eerste kop), zijn ze zo weer weg. En hoewel het lijkt alsof dat niets met SEO te maken heeft (ze hebben al geklikt) is dat niet waar. Want Google houdt ook heel goed bij hoe lang mensen op je pagina blijven nadat ze op een zoekresultaat hebben geklikt. En als dat te kort is, is dat geen goed teken.
10 seconden, dat is niet veel. PFFF.
Toevallig had ik in mijn SEMrush analyse gezien dat sommige van mijn meest gevonden webpagina’s een te hoge bounce rate hadden. Als aanbeveling kreeg ik mee om de bounce rate van die pagina’s te verlagen.
Een hoge bounce rate wil zeggen dat mensen na het bezoeken van die pagina direct weer vertrekken, zonder nog een pagina op je website bezoeken. Dat kan allerlei redenen hebben:
- Ze hebben direct gevonden wat ze wilden;
- Het zoekwoord dat ze intypten en de verwachting daarbij klopt niet met wat er op je webpagina staat;
- Ze vinden niet wat ze hoopten en zijn er niet van overtuigd dat het op je website te vinden is;
- Ze lezen wel maar krijgen nergens links aangeboden die hen verleiden om verder je website in te duiken (bounce rate zegt niets over de tijd die mensen op je pagina doorbrengen, alleen iets over de mensen die niet verder kwamen dan 1 pagina. Het kan dus zijn dat ze er minuten lang vertoeven!).
Rutger beschrijft in zijn boek hoe lezers in een F-patroon lezen en vooral naar de linkerhelft van je pagina kijken. En dat je daar dus rekening mee moet houden, als je ze binnen die 10 seconden wilt overtuigen:
Ze beginnen linksboven, lezen de paginatitel, een paar regels naar onder en misschien de eerste tussenkop. Trek op deze plaatsen de aandacht en stuur de kijkrichting van bezoekers.
Goed punt van Rutger. Dat is in ieder geval een check die ik ga doen op mijn belangrijkste webpagina’s. Ik vrees dat ik in veel gevallen ten prooi val aan mijn eigen jargon en aan mijn neiging tot kletsen. Op zich niet erg, maar mensen die vanuit Google naar zo’n pagina komen, kennen mij niet en hebben niets aan geklets. Die willen duidelijkheid.
De customer journey map
Een ander goed idee uit het boek is het opstellen van een Customer Journey Map. Ik ga je hier niet alles vertellen (koop gewoon Rutgers boek :)) maar het idee is dat je heel duidelijk en stap voor stap in kaart brengt welke fases je klanten doorlopen. Rutger doet dat op een hele toegankelijke, praktische manier. Weer zo’n pagina die het boek de moeite waard maakt: pagina 39.
In het boek van Rutger gaat het in dat geval veel over bedrijven die iets te verkopen hebben, online. Voor mensen als ik werkt dat iets anders. Ik verkoop in eerste instantie niets. Maar ik heb wel een nieuwsbrief, waarmee ik probeer mijn bezoekers om te zetten in abonnees waarmee ik een relatie kan opbouwen. Als ik dan in de toekomst iets te verkopen heb, kan ik dat via die nieuwsbrief doen.
Voor mij zou de customer journey er dus misschien heel anders uitzien dan voor jou. Maar wat het ook is: bij iedere stap in het proces van je klant of bezoeker spelen vragen door het hoofd van diegene. En als jij zo kunt schrijven dat je die vragen beantwoordt, breng je iemand weer dichter naar de volgende stap.
PS Gaat het bij jouw bedrijf niet om directe verkoop maar meer om het opbouwen van autoriteit als expert? Probeer dan net als ik een ander doel te formuleren waarbij de bezoeker iets kan doen: een formulier invullen, een quiz doen, zich aanmelden voor een gratis download of ‘lead magnet’. Je doel is om de relatie met de bezoeker vast te houden en verder uit te bouwen. Want waarom heb je anders een website?!
Gerelateerde zoektermen verwerken in je webteksten
Vroeger waren mensen die zich bezig hielden met SEO vooral bezig om een bepaalde zoekterm voldoende terug te laten komen in webteksten. Bijvoorbeeld ’tuintafel kopen’. Maar tegenwoordig is Google zo slim dat het systeem precies weet op welke andere termen mensen zoeken als ze op ’tuintafel kopen’ zoeken. Welke termen dat zijn, zie je onderaan in Google, is de tip van Rutger:
Je kunt nu overwegen om deze zoektermen ook te verwerken in jouw webtekst. Maar alleen als dat op een natuurlijke manier kan, natuurlijk!
Niet geheel toevallig was dit ook een tip die naar voren kwam uit de SEO-analyse die ik met SEMrush had gemaakt. Voor heel veel belangrijke pagina’s op mijn website kwam de tool met suggesties van woorden die goed pasten bij het onderwerp. Ik moet toegeven dat het me niet altijd lukte om die termen in de oorspronkelijke tekst te verwerken zonder de hele tekst om te gooien. Maar omdat deze termen heel goed aangeven wat je bezoeker wil weten, is het toch het overwegen waard.
SEO jargon
Terwijl ik het boek van Rutger las kwam ik veel interessante termen tegen. Lekker hoor, een beetje jargon:
- Dwell-time: de tijd die het duurt voor een bezoeker terug is bij de zoekresultaten
- LSI-zoektermen: Latent Semantic Indexing, oftewel gerelateerde zoektermen (zie hierboven)
- Pogo sticking: als een gebruiker klikt op een zoekresultaat, snel terugkomt en op een ander, concurrerend zoekresultaat klikt
- Verliestaal: taal die niet gericht is op het positieve, maar op wat bezoekers missen als ze geen actie nemen
- Microcopy: “Alle woorden, frasen en zinnetjes op of in menubalken, formulieren, pop-ups etc.” waarmee je voordelen benoemt
- Google Suggest: “langzaam tikken in Google >> hier moest ik erg om lachen. Briljante omschrijving van Google Suggest! Ga ik zeker van Rutger stelen 😀
Waarbij vermeld moet worden dat Rutger juist wars is van jargon en die termen meer vermeldt zodat je ze kent.
Van zoekwoorden naar weten wat je moet schrijven
Toen ik Rutger laatst mailde dat ik met SEMrush bezig was, zei hij: je moet gewoon een keyword to content map maken en aan de slag gaan. In zijn boek (pagina 125) legt hij uit wat dat is, zo’n ‘kaart’. Ik dacht eigenlijk meer aan cornerstone content, maar deze aanpak komt een stapje daarvoor.
Eigenlijk is het zo’n beetje wat SEMrush doet. Alleen kost dat heel veel geld 🙂 Door in kaart te brengen en in een spreadsheet te zetten op welke zoekwoorden je wilt scoren en welke pagina’s op dit moment ook echt scoren voor die zoekterm, krijg je snel overzicht in wat er moet gebeuren. Moet je pagina’s aanpassen zodat ze hoger komen? Of moet je zelfs nieuwe pagina’s gaan schrijven rondom een zoekterm, om uberhaupt aan een positie te gaan werken?
Slimme tip. En dat zonder dure tools, want je krijgt van Rutger een lijstje met gratis tools om je eigen overzicht samen te stellen.
Bouwen aan links naar je website
En dan het onderwerp waar ik zo’n hekel aan heb: zorgen dat andere website links naar jouw website opnemen.Inkomende links zijn belangrijk, omdat het voor Google indicaties zijn dat je weet waar je het over hebt. Als niemand naar jouw website linkt, is dat geen goed teken.
Typisch iets waarvan ik wel weet dat het moet, maar waar ik weinig zin in heb. Gelukkig komt Rutger met een paar goede en uitvoerbare ideeën. Zo kun inkomende links verzamelen, zonder dat je daarvoor in het stof moet:
- Google je eigen bedrijfsnaam en controleer de eerste 50 verwijzingen. Kloppen ze nog, die links? Zo nee, stuur de beheerder een mailtje met de vraag om het aan te passen en de juiste link op te nemen.
- Google op een combinatie van bedrijfsnamen van concurrenten. Misschien staan ze op een overzichtspagina en jij niet. Zo ja, stuur de beheerder van die overzichtspagina een mailtje.Toevallig zag ik laatst precies zoiets! En heb ik de beheerder inderdaad gemaild omdat ik ontbrak in een lijst. Ik wist dat ik goed in die lijst zou passen, vandaar dat ik het wel aandurfde)
- Zoek op internet naar naamsvermeldingen van je bedrijf. Vraag de betreffende webmasters om van die namen een link te maken. Ook hier heb ik ervaring mee, want een vriendin vroeg mij dit laatst. Ik had haar genoemd op mijn blog, maar daarbij niet gelinkt naar haar bedrijfswebsite. Na haar vraag heb ik er meteen een link van gemaakt. En dat had resultaat voor haar Googlepositie, omdat mijn website een vrij redelijke ‘autoriteit’ heeft.
Het is een beetje een kwestie van ‘wie niet waagt, die niet wint’. Maar eigenlijk zonde om die kansen te laten liggen!
Voor wie is de Praktijkgids SEO schrijven geschikt?
Als je tot hier gelezen hebt, vraag je je misschien af of dat boek iets voor jou is. Nu is het boek niet heel technisch (het legt techniek juist begrijpelijk uit) maar het is ook weer niet niet-technisch, als je begrijpt wat ik bedoel. Het is geschreven voor mensen die echt serieus aan de slag willen met het optimaliseren van de vindbaarheid van hun eigen website of blog, de website van hun werkgever of de website van opdrachtgevers.
Daarnaast denk ik dat het helpt als de website waar je mee aan de slag wilt al flink wat pagina’s beslaat. Als je nog niets hebt, is het veel lastiger om het geleerde toe te passen.
Dat gezegd hebbende, denk ik dat het boek een aanrader is voor:
1 Bloggers die willen groeien
Als je blogt en je hebt de ambitie om echt te gaan groeien in aantallen lezers en in bereik en invloed, moet je grip krijgen op je positie in de zoekmachines. Dit boek helpt je om dat te doen. Je hoeft niet alles meteen toe te passen (dat kost ook veel te veel tijd), maar het is belangrijk dat je een begin maakt en weet waar je aan moet gaan werken.
2 Websitebeheerders die een hogere zoekmachinespositie willen
Wie binnen een bedrijf verantwoordelijk is voor de bedrijfswebsite zal zich vroeger of later moeten gaan verdiepen in SEO en de positie van de site in de zoekmachines. Met dit boek in de hand kun je niet alleen in kaart krijgen wat jij zelf kunt aanpassen en verbeteren. Je kunt het ook gebruiken om in gesprek te gaan met je collega’s van marketing, communicatie of met het management over wat je nodig hebt om de site beter vindbaar te maken.
3 Marketingafdelingen van middelgrote bedrijven
Het mooie van middelgrote bedrijven is dat ze vaak, in tegenstelling tot kleine bedrijven, beschikken over een afdeling marketing en/of communicatie. In de praktijk worden die ingezet voor van alles: van verkoopfolders tot klantevenementen en natuurlijk de website. Niet altijd is er tijd in de dagelijkse gang van zaken om stil te staan bij wat er al is en hoe je dat kunt gebruiken.
Door dit boek te lezen en een aantal van de aanbevelingen te volgen (waaronder het gebruik van tools die je website analyseren en zoekwoordenonderzoek) krijg je een goed beeld van wat er nodig is om beter te scoren in Google. Daarna kun je heel gerichte opdrachten uitzetten om eventuele issues op te lossen en natuurlijk te zorgen voor goede, geoptimaliseerde content.
Mocht een van deze dingen op jou van toepassing zijn, raad ik je het boek van harte aan. En nee, ik ben niet betaald voor deze aanbeveling. Ik heb alleen het boek gekregen. En er veel aan gehad!
Aan de slag? Je kunt het hier kopen.
- 50 worden: het alternatief is minder - 11 augustus 2024
- Vakantie - 1 augustus 2024
- Achieve more - 25 mei 2024
Frederique zegt
Ok ok, je kunt mijn bestelling tegemoet zien 😛
Rutger Steenbergen zegt
Dag Frederique,
Hoe klein je site ook is, ik ben ervan overtuigd dat SEO altijd relevant is. Want iedereen zoekt. Je hoeft ook niet alle pagina’s op je website te optimaliseren voor Google, in tegendeel. Je kunt ook gewoon lekker schrijven en na verloop van tijd kijken welke berichten opduiken bij de zoekresultaten en deze verder aanscherpen. Dat levert extra bezoekers op die ook nog eens heel gemotiveerd zijn, want ze zijn zelf op zoek. Zelf combineer ik SEO met social media en nieuwsbrieven en ik heb nog nooit aan acquisitie gedaan. Klanten melden zichzelf.
Groet,
Rutger
P.S. Mocht je nog steeds twijfelen: als het boek toch niet bij je past krijg je gewoon je geld terug. Je hebt dus niets te verliezen en vooralsnog heeft niemand van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Zo…. genoeg gepromoot 😉
Frederique zegt
Ik zag toevallig ditzelfde boek bij Ben Sharp voorbij komen. Twijfelde of ik er wat mee kon. De twijfel is al wel iets minder, maar nog niet helemaal weg. Als ik zoek op nieuws en Haaksbergen, sta ik al bovenaan in de zoekresultaten (uitgaande van duckduckgo en een schone googleseach). De vraag is of ik met mijn actualiteit en mijn soms korte berichten het op SEO moet gooien of dat ik echt op andere dingen moet gaan letten. Zou jij me dit boek desondanks aanraden?
Elja Daae zegt
Hoi Frederique, niet geheel toevallig denk ik, is klein wereldje!
Maar over je vraag: het hangt er helemaal van af wat je wilt bereiken. Scoren op actualiteit is moeilijk dus het is super als je daar een positie hebt opgebouwd. Maar ik kan me voorstellen dat je niet alleen op ‘nieuws haaksbergen’ maar ook op een paar andere termen gerelateerd aan Haaksbergen gevonden wilt worden. Dingen die je er kunt doen, bijvoorbeeld, een overzicht van scholen, de politiek, of wat het dan ook is waar je doelgroep meer over wil weten. Met een aantal grotere, uitgebreidere artikelen of ‘dossiers’ bestendig je je positie. En dan helpt SEO natuurlijk weer.
PS Wat Rutger zegt is wat ik zelf ook doe: ik kijk na verloop van tijd waar ik (bijna) op scoor en ga dan optimaliseren.