Ik volg al een tijd een Amerikaans blog over e-learning.
Het ziet er prachtig uit. Indrukwekkend. Onderdeel van een heel congolomeraat van LinkedIn-groepen, websites en evenementen rondom e-learning.
Er zijn nieuwsbrieven, magazines, vacaturesites. Gidsen met de beste providers van verschillende e-learningdiensten. Er zijn ebooks en whitepapers, webinars en seminars, experts, instructies en tips.
Het is erg indrukwekkend. En, niet onbelangrijk, het moet gek lopen wil je er niet op uitkomen bij een zoekvraag in Google op het gebied van e-learning.
Helaas bestaat de inhoud in grote mate uit onzin.
Het is onzincontent vermomd als waardevolle content.
Het zijn artikelen met een mooie opmaak en prachtige titels. Gepubliceerd op een prachtige website vol mooie banners en call-to-actions. Vol namen van mensen die klinken als experts. Met een kleine basis van waarheid en waarde.
Maar als je ze leest, staat er eigenlijk niets. Of in ieder geval: weinig. Als je maar een beetje verstand hebt van de materie of als je de site een tijdje volgt, merk je hoe weinig er staat.
Hoe langer ik de site volg, hoe minder er lijkt te staan.
De helft van de tijd blijkt het een reclamepraatje van een of andere consultant, softwareprovider of e-learning producent. En de andere helft staat er gewoon eigenlijk niets.
Het zijn trendy begrippen, woorden en uitspraken, omgeven door lucht.
Onzincontent.
Als je er op klikt en gaat lezen, ben je telkens op nieuw teleurgesteld.
Weer een minuut van je leven verspild.
Onzincontent maken, dat kunnen Nederlanders ook.
Zo klikte ik van de week nietsvermoedend op een link op LinkedIn, geplaatst door iemand die ik ken. De auteur van een blogartikel, begreep ik uit uit de update. Met een erg interessante titel.
Helaas.
Die minuut komt nooit meer terug.
Het artikel bleek niet meer te zijn dan een samenvatting van een presentatie van een willekeurig bedrijf. Een bedrijf dat niets te maken had met dat blog.
Het artikel bestond uit de dia’s uit de presentatie, met telkens een korte omschrijving in eigen woorden. Een alineaatje per tip. Met als afbeeldingen de foto’s uit de presentatie.
Shit, dacht ik. Daar gaan we weer.
Onzincontent vermomd als waardevolle content.
Het is verbazend hoe makkelijk het is om te scoren, online.
De vraag is alleen: wat is ‘scoren’?
Voor dat Amerikaanse blog is gewoon een markt. Er zijn adverteerders die graag willen betalen voor de opgebouwde database. Er zijn sprekers die dolgraag gratis meewerken aan congressen en webinars waar deelnemers flink voor betalen, in de hoop meer te weten te komen.
Het is een markt waarin heel veel mensen zoekende zijn en waarin het veel mensen aan technische kennis ontbreekt. En dan is het ook nog eens een wereldwijde markt. Een Engelstalig publiek is een goudmijn.
Tel uit, je winst.
Maar de vraag is of dat zo blijft. De vraag is wanneer je lezer gaat begrijpen
Met onzincontent kun je scoren.
Maar je kunt er ook diep mee zinken.
Update: ik schreef dit artikel een tijdje geleden. Toen ik het net teruglas, realiseerde ik me dat wat ik ‘onzincontent’ noem misschien wel waarde heeft. Voor beginners. Alleen is dat volgens mij niet de insteek van al die onzincontent.
- Ik schrijf nog steeds - 1 december 2023
- Verliefd op je AI - 24 oktober 2023
- Blog je nog? - 2 oktober 2023
Straffe woorden Elja, en zeker iets wat ik in m’n achterhoofd moet houden. Tenminste, als m’n leven als blogger me lief is. Hoop dat ik me er tot nu toe nog niet te veel aan schuldig heb gemaakt.
Kan me op dit moment even geen concreet voorbeeld bedenken, maar ik ben dit ook al vaker tegengekomen. Misschien als Facebook e.d. strenger gaan controleren in de toekomst dat dit soort sites eruit gefilterd worden.
Iedereen komt het wel tegen, denk ik. Dat je klikt, leest en denkt: mwah. Maar ooit worden we denk ik een stuk kritischer. Gaan we veel meer na of we de afzender die de link deelt ook vertrouwen, dat soort dingen. We zullen zien. In die zee van onzincontent kun je je n ieder geval makkelijker onderscheiden 🙂