Vandaag was ik bij mijn favoriete winkel in Ortaköy (de wijk waar ik woon). Hazal Kilim. Het is een smaakvolle, prachtige winkel van boven tot onder (3 etages) gevuld met kilims. Kilims zijn van die Turkse tapijten. Ik heb er twee gekocht, vorig jaar.
Mijn aankopen behoorden niet tot de antieke kilims, die in een andere prijscategorie vallen (en ook veel mooier zijn). Maar ik ben er blij mee, met mijn nieuwe maar unieke huis-, tuin- en keukenkilims.
Sindsdien loop ik regelmatig langs voor een kopje chai. En praten we over kilims. En over zaken doen. En doelgroepen. En gevonden worden, in het echt en online. Af en toe zit ik er twee uurtjes om de eigenaresse te helpen om een Google+ account en een Google Places account aan te maken, of te bedenken wat goede zoekwoorden zijn voor een blog.
Vind ik leuk.
Het is ook gewoon een plezier om er te zijn. Het is een prachtig oud pand en de eigenaren weten zo ontzettend veel over kilims. Ze kunnen er uren over praten, vol passie.
Het is natuurlijk niet makkelijk, om tapijtverkoper te zijn in Istanboel. Als je namelijk als toerist ergens mee bedonderd wordt, is het wel met de aanschaf van een Turks tapijt. Verreweg de meeste tapijten komen uit China. Naar Turkse patronen, dat dan weer wel. En het lastige is dat je als leek maar moeilijk kunt zien of het oud is of niet, of het gekleurd is met natuurlijke verfstoffen (die zijn mooier en blijven langer mooi).
Na al die keren kilims kijken kan ik het in ieder geval nog niet zien. Je kunt me alles wijsmaken, ook al weet ik inmiddels dat de waarde van een kilim bepaald wordt door zaken als hoe oud hij is, hoe uniek het patroon is, wat voor verf er is gebruikt, wat de staat is (versleten of niet), het materiaal, hoe hij geknoopt is. Dat ik de criteria ken, wil namelijk (helaas) niet zeggen dat ik van zo’n tapijt kan beoordelen waar we zitten op de schaal.
Ik weet alleen wel steeds beter wat ik mooi vind. En hoe dat zo’n kilim uniek is en unieke patronen en kleuren heeft, dat zie ik ook steeds beter.
We hadden een gesprek over kwaliteit, vandaag. Of het nou wel verstandig was om je altijd op kwaliteit te focussen. Of dat, achteraf gezien (kijkend naar de enorme voorraad prachtige oude kilims die ze door de jaren heen hebben opgebouwd) nou wel verstandig is geweest, investeren in een kwalitatieve voorraad. Je moet je voorstellen dat het ieder jaar moeilijker is om echte Turkse, Anatolische oude tapijten te vinden. Ze worden nauwelijks meer gemaakt en er zijn natuurlijk al heel wat jaren handelaren naar op zoek. Dus als ze iets tegenkomen, iets echt moois, kopen ze het.
(Niet voor niets komt het meeste spul nu uit China. Ze kunnen daar zelfs zorgen dat een tapijt een beetje slijt. Zodat het oud lijkt. !)
Maar goed, kijkend de concurrentie kun je je inderdaad afvragen of het verstandig is geweest. Er zijn vele taptijverkopers die hele goede en makkelijke zaken doen met inferieure tapijten die met behulp van twijfelachtige tactieken (zo’n zogenaamd objectieve ‘gids’ die toeristen meetroont naar een zaak en daar zonder hun weten commissie voor krijgt) worden verkocht voor belachelijke prijzen.
Tsja, zei ik.
Ik vond het moeilijk.
In theorie moet je met een hoge kwaliteit en goede marketing een specifieke doelgroep kunnen aanspreken die blij is met kwaliteit en bereid is daarvoor een redelijke prijs te betalen. Maar in de praktijk is het natuurlijk allemaal niet zo makkelijk. Dat weet ik uit ervaring, want ook ik als trouwe klant heb de stap naar een antieke kilim nog niet gezet ook al kom ik er steeds dichter bij.
Ik vertelde dat ik het met mijn webinars ook zo doe. Kwaliteit. Een goed systeem, meerdere moderators die continu betrokken zijn zodat vragen snel beantwoord worden waar mogelijk en zodat er op meerdere kanalen iemand bereikbaar is tijdens het webinar. Altijd een oefenwebinar van tevoren. Altijd evalueren met de spreker (zowel leuk als nuttig!). Altijd een uitgebreide follow-up waarin we terugkomen op openstaande vragen.
Soms vraag ik me ook wel af of het nou wel verstandig is om het zo te doen. Of het niet anders moet. Zou een heleboel tijd (=geld) en kosten schelen en de marge sterk verbeteren. Dan krijg je een andere kwaliteit. Maar is dat erg?
Ik heb besloten van wel.
En ik geloof ook echt (zei ik) dat zij, als ze niet die focus hadden op echte, mooie, Turkse kilims, het uiteindelijk zouden betreuren.
De grap is dat een dienst of product van een inferieure kwaliteit altijd achterhaald raakt. Altijd gekopieerd wordt. Altijd ingehaald wordt. Met kwaliteit is dat toch anders.
Er zijn steeds meer gidsen zoals de 100% Istanbulgids (aanrader, en toevallig de gids waarmee ik deze kilimwinkel heb gevonden) die je als toerist (of expat) helpen om je weg te vinden naar de echt leuke plekken en betrouwbare tapijthandelaren. Mensen varen steeds minder op een of andere figuur die ze gratis een tour geeft om zich vervolgens af te laten zetten in een of andere winkel. Mensen informeren zich steeds beter van tevoren. Dat kan ook steeds makkelijker. Niet alleen is informatie steeds makkelijker online te vinden, maar het is ook steeds makkelijker om informatie te waarderen op juistheid en toepasselijkheid.
Bovendien: kwaliteit is wat maakt dat je iemand of iets aanraadt aan anderen.
Dus nu maar hopen dat ze veel tevreden klanten krijgen die net als ik graag een goede review achterlaten op Google Places. 😉
Kwaliteit moet het kunnen winnen, toch??
- 50 worden: het alternatief is minder - 11 augustus 2024
- Vakantie - 1 augustus 2024
- Achieve more - 25 mei 2024
Miss Artemis zegt
Ik denk dat die toeristen zo gek nog niet zijn en dondersgoed weten dat die gids een percentage krijgt van de verkochte goederen.
Toen ik een overigens prachtig en voor Nederlandse maatstaven goedkoop kalfsleren jasje kocht werd ik door de medereizigers bijna gelyncht. Hoe kon ik daar nu intrappen. Want dan verdiende die vent er ook nog iets aan.
Nu heb ik zelf als hostes gewerkt. En het is hard voor weinig. Dus laat die mensen ajb blij zijn met dat kleine beetje extra dat ze zo kunnen verdienen.
De mensen die echt naar iets bijzonders op zoek weten heus wel dat je dan niet bij zo’n gids moet zijn.
Elja Daae zegt
Ik gun iedereen zijn business. Ben niet zo’n afdinger. Als ik het iets waard vind, is dat dat. Maar het moet wel kloppen, de informatie die je krijgt en op basis waarvan je de waarde bepaalt he? Ik denk dat er heel veel toeristen zijn die wat dat betreft genept worden. Maar goed. Ze zijn volwassen…eigen verantwoordelijkheid?
Irene zegt
Kwaliteit vind ik altijd een moeilijk onderwerp. M’n broer (zaak overgenomen van m’n ouders) heeft zo’n typische kwaliteitszaak met gratis advies in elektra. Men komt tegenwoordig bij hem informeren hoe (b.v.) een groepenkast te installeren en bestelt zo’n ding dan bij de eerstbeste webshop. Dat kan toch niet de bedoeling zijn? En ook niet dat je geen gratis advies meer kunt verstrekken?
Elja Daae zegt
Nee, dat kan niet de bedoeling zijn. Maar ‘gratis’ is wel een lastig onderwerp. Er is een dun lijntje tussen hulpvaardig zijn en zo veel weggeven dat mensen het niet meer waarderen. Ik heb daar zelf ook niet het antwoord op, in mijn eigen werk.
Irene zegt
Precies, maar kwaliteit is toch een stukje service die je verleent?
Elja Daae zegt
Er zijn misschien wel vele gradaties van service. Kwaliteit hoeft niet gratis te zijn en service ook niet. Er zijn zoveel voorbeelden waar je betaalt voor service. Bij vliegtuigmaatschappijen. Bij vliegvelden. Valet parking. Extra snelle bezorging bij online bestellingen. Ikea-monteurs. Maar die grens is wel lastig, eens. Toch, als iedereen er misbruik van maakt, is dat duidelijk ook niet goed.