In de VS is altijd een voor- en een tegenstander te vinden. Dat geldt voor ieder mogelijk onderwerp dat je kunt verzinnen. Het is daarom niet altijd makkelijk om er achter te komen wat de waarheid is, en aan welke kant je nu eigenlijk staat.
Zo is het als buitenlander niet altijd makkelijk om uit te maken of een tijdschrift of krant nu ‘links’ of ‘rechts’ is. Kwaliteit heeft of niet. Heel veel publicaties zijn er uiteindelijk op gericht een statement te maken, en vaak is dat een beetje verhuld, verpakt in feiten en stellingen.
Tot zover de inleiding. Ik kocht vorige week een blad, Mother Jones, omdat er een artikel in stond over de grote warehouses (magazijnen) die door e-commercebedrijven gebruikt worden. Ik ben er nog niet helemaal achter waar dat blad nu staat, op de politieke schaal. Links, vermoed ik (en dat heeft hier een hele andere betekenis dan in Nederland).
Het artikel was heel shockerend. Het gaat over de manier waarop het personeel in grote Amerikaanse magazijnen wordt behandeld. Niet bepaald volgens de Nederlandse arbonormen, zeg maar. Als reden geven de logistieke bedrijven (en hun klanten, ecommercebedrijven) dat klanten niet willen betalen voor verzendkosten. Dat prijzen onder druk staan. Concurrentie moordend is.
Dat is een terugkerend thema hier. Alles draait om kopen en verkopen, concurrentie is gigantisch, en niets wordt verkocht zonder aanbieding. Er is altijd een aanbieding, een korting. Echt ALTIJD. op ALLES. Dus prijzen staan altijd onder druk. Warenhuizen als Kohl’s maar ook mijn supermarkt (Dominicks) geeft zelfs geld weg. Gewoon, waardebonnen, die je in kunt ruilen. Zelfs als je niets koopt. Klanten kopen in de hoop dat ze terugkomen.
Dat geld moet natuurlijk wel ergens vandaan komen.
Wie de film Food, Inc. heeft gezien, ziet de andere kant van lage voedselkosten. Als je voor 1 dollar een hamburger kunt kopen, kun je je afvragen hoe het mogelijk is. Ga maar eens na hoeveel mensen hoeveel energie en hoeveel stappen er nodig zijn om al die ingredienten te verbouwen en uiteindelijk te transformeren tot een hamburger. Tel daarbij op de reclamekosten die gemaakt worden om je die hamburger te doen kopen, de locatiekosten, etc. etc. Dan kun je afvragen hoe het mogelijk is, die ene dollar.
Overigens is het nog schrijnender dat bewerkte producten (processed foods) hier goedkoper zijn dan verse. Dat vers voedsel een soort elitair goed is. Maar dat terzijde. [don’t get me started!]
Laatst stond er in het Oprah Magazine (je kunt zeggen wat je wilt…er komt wel een bepaalde mate van journalistiek aan te pas) een artikel over dorpen in de VS waar (Nederlandse!) ‘boerenbedrijven’ gebouwd worden. Bedrijven die in Nederland nooit zo zouden kunnen werken. Semi-industriële veebedrijven die hun dieren, hun personeel, en hun omgeving als vuil behandelen (understatement). Als vuil behandelen – en daadwerkelijk vervuilen. Die de lucht- grond- en waterkwaliteit zo bederven dat mensen er niet meer kunnen wonen.
Er zijn natuurlijk altijd verborgen kosten. Dingen zijn niet voor niets goedkoop. Het komt uit de lengte, of de breedte. Het goede is alleen dat binnen de EU en binnen Nederland regels gelden. Personeel en consumenten (en dieren) beschermd worden. In de VS ligt dat heel anders.
Steeds meer ga ik me realiseren dat als iets goedkoop is, daar een reden voor is. Dat er aan de andere kant van de dienst of het product iemand keihard moet werken, en daar nauwelijks voor betaald krijgt. Zelfs aan onderdoor gaat. Of dat het product zelf onmogelijk van goede kwaliteit kan zijn, dat is de andere kant natuurlijk.
Geen fijn idee. De verborgen kosten van marketing.
- Ik schrijf nog steeds - 1 december 2023
- Verliefd op je AI - 24 oktober 2023
- Blog je nog? - 2 oktober 2023
Helemaal mee eens! Als het (Te) goedkoop is is het niet Te vertrouwen. Ik ben altijd bereid wat meer te betalen voor echt eten. Hoewel ik wel weer het idee heb dat die markt (met dure natuurvoedingswinkels) klanten ook uitbuit door er nog een schepje bovenop te gooien qua prijs. Alsof je een snob bent als je echt eten wilt. Winkels als ‘Marqt’ in Nl en ‘Whole foodstore’ in Amerika spelen daar slim op in. Een interessant boek hierover: Pleidooi voor echt eten van michael pollan.