Toen ik in het buitenland woonde, was ik bevriend met een vrouw die op Olympisch niveau sportte. Maar ik deed al jaren en jaren niets meer aan sport. En daar begreep zij niets van. Maar inmiddels heb ik een sport gevonden die ik wel leuk vind. En begrijp ik haar wat beter.
Het is niet zo’n leuk gevoel als andere mensen je duidelijk on-sportief vinden. Vooral niet als een Olympische sporter je zo beschouwt en probeert om je mee te nemen in haar sportieve activiteiten. Maar ik vond nu eenmaal geen van haar sporten leuk.
De heuvel op met de mountainbike is mijn idee van een nachtmerrie.
Hardlopen in de stad vond ik stom en onrustig.
Het vrouwenvoetbal dat zij een een andere vriendin wekelijks met veel plezier deden klonk als een hel, vol geduw en getrek.
En haar favoriete teamsport – een soort beach volleybal waarbij je flink moest duiken en vallen – zag ik totaal niet zitten. Te ruw.
Ik heb wel hardgelopen (een blauwe maandag), gehockeyd (mijn hele jeugd) en getennist (een beetje). Maar dat trok me allemaal niet meer.
Tot ik besloot om te gaan zwemmen vond ik eigenlijk niets leuk genoeg.
Je bent pas sportief als je je ding vindt
Voor mij begon mijn semi-sportieve leven nadat ik een intensieve werkperiode afrondde. Het was 1 januari, mijn werk lag weer helemaal open, ik had niets te doen en het leek me tijd om eens iets gaan doen aan sport. Bovendien had ik naschoolse opvang voor de kinderen en daarmee wat meer flexibiliteit in mijn dag.
Ik dacht: welke sport heb ik altijd al leuk gevonden, van jongsafaan?
Dat was simpel: zwemmen.
Ik was als kind al een waterratje. Een van mijn jongste herinneringen, nog van voordat mijn ouders gingen scheiden, is mijn vader die boos aan het zwembad stond te dreigen dat hij mij er uit zou komen halen als ik niet *nu* het water uitkwam. Dat klinkt als een vervelende herinnering maar dat is het niet – hij maakte indruk op een kind dat maar niet het water uitkwam terwijl de rest al lang naar huis wilde.
En nog daarvoor, toen ik echt nog heel klein was, tijdens een vakantie op Tenerife van mijn vader die supertrots op me was omdat ik het hele zwembad overgezwommen was (zonder bandjes? met bandjes? geen idee).
Dus toen ik bedacht wat ik leuk vond, werd het zwemmen.
Van niets naar sporty
De afgelopen weken zwom ik in de zee. Met die golven erbij en dat zoute water was het echt iets heel anders dan ik gewend ben. Mijn man ging suppen en ik zwmmen, twee keer ons baaitje heen en weer. En terwijl mijn man zijn sub (zo’n paddle board) oppakte na afloop dacht ik: we zijn best een sportief stel geworden. Wie had dat gedacht?
Als ik zo terugkijk, is het een soort opeenstapeling geworden van voorwaarden en omstandigheden die er voor zorgden dat ik inmiddels een beetje een sporter ben geworden.
1 Mijn kinderen zijn groot genoeg
Toen mijn kinderen klein waren, was er gewoon geen tijd en ruimte. Het organiseren van tijd om met een sport bezig te zijn, was onmogelijk of in ieder geval te veel gedoe. Mijn man was veel weg, ik had zelf een intensieve baan dus overdag was het lastig en ‘savonds was hij er niet.
Het leven is chaos als je kleine kinderen hebt. Kleine kinderen en intensief sporten kun je niet combineren (tenzij je een partner hebt die zich opoffert of je genoeg geld hebt voor veel oppassen).
Plus ik had gewoon geen fut. 🙂
Kortom: neem het jezelf niet kwalijk als de omstandigheden in je leven in de weg staan aan je sportieve activiteiten …. soms is het gewoon niet het juiste moment.
2 Ik nam les
Zwemmen werd pas echt leuk toen ik een zwemgroep ontdekte waar ik leerde borstcrawlen. Hoe meer ik leerde, hoe beter ik wilde worden, hoe uitdagender het werd en hoe leuker. Het is toch leuker om het gevoel te hebben dat je als een redelijke pro door het water glijdt dan dat je maar een beetje loopt te spetteren.
Inmiddels heb ik nog intensievere les, in de winter. Dat is echt een uitdaging en ik geniet er iedere week van. Ik word ook steeds beter (en hoe beter je wordt, hoe meer je weet waar je slecht in bent en hoe groter de uitdaging). Het blijft daarom heel leuk.
3 Ik vond maatjes
Toen ik in de zwemgroep waar ik eerst aan deelnam een leuke vrouw tegenkwam die vroeg of ik zin had om ook doordeweeks te zwemmen, veranderde alles. Eerst zwommen we 1 keer per week samen en 1 keer met de groep, maar inmiddels zwemmen we minimaal 2 keer per week samen en nog een keer training in het weekend.
Zwemmen met haar motiveert me en ik motiveer haar. Het is ook makkelijker om nieuwe zwembaden te ontdekken als je samen bent en nieuwe dingen te proberen.
Via haar leerde ik zwemtrainers kennen met wie ik nu iedere zondag buiten zwem en dat heeft mijn leven veranderd. Het is een van de leukste dingen die ik ooit heb gedaan.
Kortom: neem les of ga bij een club of klasje – zo ontmoet je mensen met hetzelfde niveau om mee af te spreken.
4 Kleine stappen zijn ook stappen
Ik ging dus eerst een keer per week naar die zwemgroep op vrijdag. Een keer per week op een vaste tijd die voor mij goed uitkwam. Kinderen naar school brengen en dan door naar het zwembad bij mij in de buurt.
Die ene stap – op vrijdagochtend meedoen met die zwemgroep – heeft alle verschil gemaakt. Vaste momenten en kleine stappen waren de sleutel, voor mij.
Misschien lukt het je om op een vaste dag een wandelingetje te maken. Of een keer per week naar de sportschool te gaan. Of wekelijks tennisles te nemen (of iets anders dat je altijd leuk hebt gevonden).
Als je je plannen te groot maakt, komt er vaak niets van. Maar kleine stapjes zijn een stuk makkelijker, is mijn ervaring.
5 Vind een doel; OF
Er zijn denk ik twee redenen waarom mensen sportief zijn (in de zin van: regelmatig sporten): ze vinden de sport zelf ontzettend leuk, of ze hebben een doel.
Fit worden en afvallen is een doel dat kan motiveren, bijvoorbeeld. Sommige hardlopers die ik ken vinden het niet echt superleuk maar ze trainen voor een halve marathon oid en dat motiveert ze om een schema te vinden en dat te volgen.
Ik zie vrij veel zwemmers die enorm gemotiveerd worden doordat ze hun tijden bijhouden op een horloge en dan iedere keer zien hoe snel of fit ze zijn. Het is niet mijn ding, maar als het werkt, werkt het.
Zelf begon ik weer met sporten omdat ik het gevoel had dat ik eens iets aan mijn conditie moest gaan doen. Maar inmiddels is dat al lang niet meer mijn reden om te zwemmen. Ik geniet er gewoon te veel van om het te laten zitten.
6 Vind iets dat je echt leuk vindt
De reden dat ik blijf zwemmen, is dat ik het leuk vond. Zoals ik kennelijk al ontdekte toen ik klein was, vind ik zwemmen en water gewoon heerlijk. En nu ik ook nog met groepen zwem en les krijg en beter wordt, wordt het alleen maar leuker.
Ik vind de beweging van zwemmen gewoon heerlijk.
Dat is natuurlijk niet met alles zo. Toen ik ooit met mijn man en vrienden golfles nam, vond ik dat vreselijk. De beweging voelde onnatuurlijk en geforceerd en ik vond het stom. Ik heb als enige van de groep nooit mijn GVB gehaald.
Nee, dan zwemmen. Ik voel me gewoon fijn als ik het doe. Ik vind het heerlijk in het zwembad en nog heerlijker buiten.
Sommige mensen zijn zo gemotiveerd dat ze een sport die ze niet leuk vinden, zoals hardlopen, tegen heug en meug blijven volhouden. Maar ik houd het zwemmen alleen vol omdat ik het leuk vind.
Jouw tijd komt nog wel
Als ik terugdenk aan die vriendin met wie ik te weinig aansluiting kreeg, onder andere omdat ik niet sportief was, vind ik het wel jammer. Ik vond haar heel leuk maar als niet-sportief persoon begreep ik haar gewoon niet zo goed. En vice versa.
Sterker nog, achteraf herinner ik me dat er mensen waren die trainden voor een grote zwemrace. Vandaag de dag zou ik er graag aan mee hebben gedaan. Maar destijds had ik er gewoon gee nruimte voor.
Ik voelde me naast haar ook zo ongelofelijk onsportief. En dat voelde als iets dat niet goed was. Alsof je minder bent als je niet sport. Het hielp niet dat kennelijk, als ik social media mag geloven, iedereen behalve ik in de sportschool hing, yoga deed en hardliep.
Inmiddels kijk ik er anders naar. Ik zie ouders die ik ken met drukke banen en kleine kinderen worstelen met hun schema, zoekend naar tijd voor zichzelf. En ik begrijp dat helemaal.
Achteraf had ik best wat eerder tijd kunnen maken voor mezelf, met zo’n zwemgroep of door les te nemen (voor wie in de buurt van Leiden woont: mijn eigen trainers vind je hier. Of check de KNZB, die geeft door het hele land borstcrawlcursussen en openwatercursussen).
Maar soms is het leven gewoon te druk met de zorg voor kinderen, of omdat je mantelzorger bent, of omdat het je niet lukt het met je werk te combineren.
Geeft niets.
Jouw tijd komt nog wel.
En het feit dat je niet veel aan beweging doet, maakt je nog niet on-sportief!
- 50 worden: het alternatief is minder - 11 augustus 2024
- Vakantie - 1 augustus 2024
- Achieve more - 25 mei 2024
Ximaar zegt
Zelf ben ik onsportief en dat wil ik graag zo houden. 😉 (Volgens mij is het een opmerking van Midas Dekkers, of het had er 1 kunnen zijn.) Ik beweeg wel. In het verleden veel gefietst en tegenwoordig loop ik behoorlijk. Maar ik heb nix met lopen, fietsen of bijv. voetballen in groepjes. Fietsen is simpelweg een eenvoudige manier van verplaatsen waar weinig energie voor nodig is. Lopen doe ik vanwege botontkalking en eermaands maar eens laten dexameten of het enig effect heeft gehad.
Sport vind ik een raar woord. Zo schijnen er sportieve auto’s te zijn en bestaat er denksport, paardensport en zeilsport. Zelf koppel ik het aan inspanning. Er moet dus flink gezweet worden, maar lukt dat wel in het water?
Elja Daae zegt
Ja, ‘sport’ lijkt bijna een label, iets dat je moet ambiëren, he? Het legt ook echt druk op mensen vind ik. Op social media is sporten toch wel iets om mee te pronken, lijkt het. Ik probeer dat zelf niet zo veel te doen, alleen als ik me zo gelukkig voel of extreem trots of zo. Of als ik denk, ik moet mensen laten zien dat het voor iedereen weggelegd is. Omdat ik weet dat er veel mensen zijn die wel zouden willen zwemmen maar het niet durven.
Neemt niet weg dat ‘bewegen’ wel echt goed is natuurlijk en schijnbaar zowel fysieke en mentale voordelen heeft. Maar dan nog. Soms ben je gewoon te druk of te moe en dat is dan dat.
Wat goed van dat wandelen! Ik heb een hekel aan fietsen, behalve als ik even naar de winkel ga of zo. Niets erger dan voor de lol een duin of heuvel op. Wandelen vind ik altijd een beetje saai. Ik doe het alleen als ik met iemand ben of als ik naar een podcast kan luisteren. Al is wandelen nog verbazend vermoeiend he?
Ja, je zweet je te pletter in het water als je hard zwemt, schijnt. Je krijgt er ook heel veel dorst van (de meeste zwemmers hebben water bij zich in het zwembad om af en toe even een slokje te nemen). Raar he?? Ik wist het ook niet. Maar ik heb regelmatig gehad dat ik niets dronk tussendoor en dan knallende hoofdpijn kreeg. Je merkt ook dat je als je een intensieve oefening doet of heel hard hebt gezwommen je net als bij andere inspanning een enorm rood hoofd krijgt. Dus dat water is toch wel belangrijk.
Geertje zegt
Ik vind yoga echt heel leuk, er zijn zoveel verschillende soorten (CAY, yin, hatha, nidra, hot yoga) bij iedere soort leer ik wel weer nieuwe dingen! Bij de ene soort ligt de focus op lenigheid, bij de andere op ontspanning, bij je ander op spierversterking. Zo is er voor iedereen wel wat te vinden. Ik raad iedereen aan om verschillende soorten yoga uit te proberen bij verschillende scholen en docenten. Er zit zoveel verschil in.
Elja Daae zegt
Goed om te weten. Ik heb wel eens yoga gedaan maar vond het helemaal niets. Ik was te onrustig en kon niet ontspannen (en dat moest wel leek het). Misschien toch maar eens opnieuw proberen? Lijkt me fijn om leniger te zijn. En rustiger 🙂
Zo simpel is dan geluk zegt
Ontzettend leuk om te lezen dat je een sport hebt gevonden die zo bij je past!
Zelf heb ik altijd aan twirlen gedaan, maar uiteindelijk wegens lichamelijke klachten moeten stoppen. Nu is sporten echt een ‘moeten’ geworden helaas.
Elja Daae zegt
Ja dat is vervelend, als het ‘moeten’ wordt. 🙁 En als je moet stoppen met iets waar je lol in hebt. Wel heel goed dat je door blijft zetten!