Waarschuwing: Dit wordt, denk ik, een lang verhaal. Maar misschien ook niet. *update: jazeker. Lang verhaal geworden.
Vorige week was mijn zoontje ziek, en we kwamen de dokterspraktijk uit met een recept voor twee dingen. We deden meteen even boodschappen bij de luxe winkel tegenover de kinderkliniek, want als rechtgeaarde Hollanders moeten we af en toe wel onze portie varkensvlees hebben natuurlijk. En die is moeilijk te krijgen in onze buurtsuper.
Naast de delicatessenwinkel zat een kleine apotheek, dus het leek me handig om daar dan meteen even langs te gaan zodat ik alles in huis had om die martelgang die ‘oogzalfje’ heet, te starten. [martelgang voor ons als ouders, bedoel ik, want het was voor ons erger dan voor hem]
Het was een heel klein zaakje. Het eerste dat opviel was dat het heel rommelig was. Er stonden twee oude krukjes in de zaak, tussen de doosjes en potjes en flesjes, om op te zitten. Eigenlijk was daar niet echt plek voor, zo vol en klein was het. Aan weerszijden van de ruimte bestonden de muren uit kasten, en die stonden vol met medicijnen en schoonheidsmiddelen e.d. Twee volwassen klanten en drie kinderen, en het was al aardig vol. Wat me ook opviel, toen ik op ging letten, was dat er niet echt een zichtbare toonbank was, en dat de verf van de muren achter in de zaak aan het bladderen was. En dat de deur achterin, die openstond, toegang gaf tot een rommelig hok of halletje.
Zo gaat dat met indrukken. Je vormt ze razendsnel, en zelfs als je probeert even bewust te analyseren wat je ziet, kun je niet altijd verklaren waarom je een bepaald gevoel krijgt.
De Hongaarse Dierenarts Experience
Ik moest terugdenken aan mijn avontuur met de Hongaarse dierenarts. Onze kat was namelijk ziek, in Hongarije, en ik vond in het telefoonboek een adres van een dierenarts in de buurt van waar we woonden, in Boedapest. Met mijn minimale Hongaars en wat Duits durfde ik het wel aan. En lekker dichtbij leek me wel zo handig, voor mij en voor de kat. Misschien heb ik zelfs wel gebeld? In ieder geval was ik erachter hoe laat ze open zouden zijn.
Nog altijd vind ik het jammer dat ik destijds geen foto heb gemaakt (het was van voor de smart phone, maar anders had ik het denk ik ook niet gedurfd hoor). Over indrukken gesproken! Het was alsof je 50 jaar terug ging in de tijd. Maar dan letterlijk. Een hele, hele vreemde gewaarwording. De dierenarts was een man, en zijn oude moeder was de assistent. Er stonden een paar stokoude apothekerskasten (van het soort dat veel geld zou opbrengen op een brocantemarkt). En daarin stonden stokoude flesjes, doosjes en andere dingen. Er stonden ook nog wat hele oude raar uitziende apparaten, die in een horrorfilm niet zouden hebben misstaan. Echt. Het leek wel een film.
Het was ook oud, en viezig – afgebladderde verf, en zo. De kat werd op de onderzoektafel gehesen, waar kennelijk alles gewoon in hergebruik was. Ik geloof dat er .. nee… laat maar. Ik bespaar je de details. Want dan ga ik terugdenken aan mijn ervaringen in het ziekenhuis, en dan houd ik niet meer op met de sterke verhalen! Laat ik volstaan met de opmerking dat het geheel geen schone indruk maakte.
Uiteindelijk kreeg Nero (de kat) een (nieuw) spuitje, maar de dierenarts hield hem ook nog een vieze, grote, half opgerolde tube voor, met een spulletje er in, en liet hem daaraan likken.
(…)
Ja, lees dat nog maar eens goed.
(…)
Het was typisch zo’n situatie waarin ik toen ik de ‘wachtkamer’ (een jaren 50 systeemwandje met posters van 20 jaar geleden en een paar stoelen met oude kussens) zag, al wist dat het niets ging worden. Maar ik het onbeleefd vond om me om te draaien en weg te lopen.
De volgende keer dat Nero ziek werd, want die kwam, heb ik het adres gekregen, viavia, van een hypermoderne kliniek ergens in een buitenwijk. Relatief duur, maar blinkend schoon, met eigen röntgenapparatuur, goed georganiseerd, vol met capabele jonge dierenartsen. En parkeergelegenheid voor de deur.
Intuïtie
Zo’n gevoel als ik had toen ik in de wachtkamer van die Hongaarse dierenarts werd binnengelaten, zo’n gevoel had ik ook toen ik in die apotheek stond vorige week. De apotheker (of misschien was ze de assistente) was druk bezig met de andere klant, en al deze dingen gingen door mijn hoofd. Alleen ging het dit keer niet om mijn oude kat, maar om mijn lieve kleine jonge kostbare zoontje. [niet dat ik niet gek was op Nero!! maar beetje ander kaliber, he]
En toen gebeurde het. Het zetje dat ik nodig had om de deur uit te lopen.
Terwijl ze bezig was met het pinapparaat (er was geen zichtbare kassa) had de dame achter de balie haar beide handen nodig. Dus klemde ze de bankpas van de andere klant in haar mond.
(…)
In haar mond, ja.
Ik keek er naar, en zei tegen T.: kom, we gaan. We halen het wel even bij onze eigen apotheek, om de hoek.
En liep de deur uit.
Later vroeg ik me af waarom die handeling me had doen besluiten om weg te lopen. Ik bedoel, het is natuurlijk heel vies, maar goed. Ik doe het zelf ook wel eens. Met mijn EIGEN pas dan, he, maar toch.
Blink
Als je dat boek ‘Blink’ wel eens gelezen hebt, van Malcolm Gladwell – en dat moet je zeker doen! – word je je ervan bewust dat we allerlei informatie opslaan in ons brein. Op een niveau onder ons bewuste brein. We reageren soms intuitief, zonder te weten waarom. Dat sub-brein heeft dan al lang besloten. Op basis van allerlei informatie waar wij geen toegang toe hebben met ons bewuste brein.
Toen ik er over nadacht, wist ik het natuurlijk (hoewel Gladwell vaststelt dat we valse verklaringen zoeken voor ons gedrag): als ze zo rommelig is, en zo weinig oog heeft voor hygiene, hoe gaat ze dan om met de medicijnen die ik zometeen aan mijn zoontje ga geven?
Nu ook in Nederland!
Om een lang verhaal nog langer te maken, een zelfde onbewust signaal ontving ik laatst toen ik uit eten was in Nederland. In een vrij chique restaurant. Het had althans een hoog Culinair gehalte (niets voor mij).
Chique of niet: het menu bood de optie van een kaasplank als dessert. En laten wij nou een beetje verstoken zijn geweest van al die heerlijke Europese kazen, de afgelopen 6 jaar. En dan zo’n kaasplank…dat konden we niet weerstaan. Het was ook echt wel een juweel van een kaasplank.
De chef ging hem zelf opdienen, die kaas. Hij was razend enthousiast, en wist van sommige kazen echt alles te vertellen. Ze zagen er ook waanzinnig lekker uit. Maar terwijl hij de kazen aanwees en aansneed, streek hij onbedoeld de hele tijd door zijn haar. En zat hij aan zijn neus (een tic?). Zijn haar was een beetje lang (dat je je het effect een beetje voor kunt stellen).
Ik zat er naar te kijken, en dacht wel vaag iets van ‘hm. ?? … ? …!’. Maar niet heel bewust. Pas later drong het door. En toen vroeg ik het me wel af: hoe gaat die man om met hygiene in de keuken? Hoe vaak wast hij zijn handen?
Het is gek hoe belangrijk indrukken zijn, bedoel ik maar. Ze kunnen je zaak maken of breken. De succesvolle ondernemers die ik ken, hebben allemaal aandacht voor details. En zitten daar bovenop. Altijd. Dat begin ik ook te begrijpen. Ik ben niet zo goed in details, maar ik begrijp wel steeds beter hoe belangrijk ze zijn.
Kritisch
De les voor mij was eigenlijk simpel: dat ik gewoon moet acteren als ik zo’n signaal krijg. In plaats van beleefd te blijven. Misschien nog wel belangrijker als je in het buitenland woont, dat je op je gevoel afgaat. Maar ook lastiger omdat je niet goed kunt inschatten wat er standaard is, en wat er afwijkt. Wat je mag verwachten, en wat niet redelijk is.
Ik weet, ik ben soms heel kritisch. Maar gek genoeg vaak ook niet. Dan heb ik eigenlijk vrij lage verwachtingen. Gewoon, dat een dierenarts een schone behandeltafel heeft. Dat een chefkok van een luxe restautant niet de hele tijd aan zijn neus en aan zijn haar zit terwijl hij de kaas snijdt en opdient. En dat een apotheker geen betaalpasjes in haar mond houdt.
PS Alle apotheken die ik hier heb gezien, en er zijn er ontzettend veel in mijn buurt, zijn spiksplinternieuw, schoon, modern, en voorzien van dure merken etc. Met apothekers in witte jassen. Dus. Ik denk dat die apotheek gewoon een uitzondering was.
- Ongeluk - 8 juni 2023
- Yogamatje - 20 mei 2023
- Aiiiiiiiiiii - 11 mei 2023
Herkenbaar!
Een paar boek-associaties, mocht je ze nog niet kennen:
Dr Maja Storch (Univ Zurich http://www.bol.com/nl/p/beslist-gelukkiger/1001004002073305/) poneerde een paar jaar voor het uitkomen van Blink de stelling dat intuïtie voor een groot deel het geheel van ervaringen, kennis, input is. En je kent vast prof Ap Dijksterhuis’ boek wel http://www.bol.com/nl/p/het-slimme-onbewuste/9200000007162508/. Als niet: hij beschrijft de onderzoeken waarin hij ontdekte dat echt belangrijke beslissingen beter op gevoelsniveau gemaakt kunnen worden, omdat je rationeel gewoon veels te traag denkt. Hij stelt dat de ratio ongeveer 200.000 keer langzamer informatie verwerkt dan wat hij het onbewuste noemt.
Je snapt dat ik dol ben op die onderzoeken, omdat juist in dromen gevoelsdenken hoog tij viert. In het beschouwen van mn dromen ontdek ik flink wat informatie die me rationeel nog niet zo was opgevallen. Of waarvan ik rationeel tegen mezelf zei ‘jamaar dat weet je niet zeker’ of ‘Jamaar, dat zal heus wel meevallen….’ Niks daarvan. Om met dhr Pellenaars te spreken: opletten blijft geboden. Ik denk dat de winst zit in de koppeling van gutfeeling (alarm!) en ratio om de zaak aan anderen (en mezelf) toe te lichten.
Groets uit NL,
Nicoline
Ja prachtig boek ook, staat op mijn lijstje om na Blink weer te herlezen. Vandaag nog over te denken 🙂 Ik denk dat je gaandeweg leert wanneer je wel en niet je intuitie kunt vertrouwen. Vooral als het de kinderen betreft, is het lastig merk ik. Soms is het goed om even na te denken voor je reageert op wat er met hen gebeurt en wat hen overkomt. Maar soms moet je juist vertrouwen op je gevoel… lastig.
PS wilde nog zeggen, weet niet veel van dromen, maar geloof wel in de kracht van dromen! En droom veel en vaak.
🙂
( ik ook )
Door schade en schande (ja, ik overdrijf soms graag) heb ik geleerd mijn gutfeeling te leren vertrouwen. Niet dat het feilloos is, dus opletten blijft geboden.
mooi verhaal, grr